Ten onrechte afwijzing van verzoek om mondelinge behandeling ten overstaan van meervoudige kamer
HR 22 februari 2019, ECLI:NL:HR:2019:271
Nu het doel van de door het hof bepaalde comparitie niet beperkt was tot het geven van inlichtingen en het beproeven van een schikking, maar dat de comparitie mede diende om partijen de gelegenheid te geven hun stellingen nader toe te lichten, en voor dat doel ook is benut, kan ’s hofs afwijzing van het verzoek van de werkgever een nadere mondelinge behandeling ten overstaan van de meervoudige kamer van het hof te bepalen, niet in stand blijven. Lees meer…
Gefailleerde is geen procespartij meer als curator het geding heeft overgenomen
HR 22 februari 2019, ECLI:NL:HR:2019:274
Als een curator op grond van art. 27 lid 3 Fw het geding overneemt van een gefailleerde, wordt de gefailleerde buiten het geding gesteld. Dit betekent dat de gefailleerde geen procespartij meer is en dus ook geen cassatieberoep tegen een uitspraak van het hof kan instellen. De curator die het geding heeft overgenomen kan dat wel. Lees meer…
Vestiging van een stil én openbaar pandrecht in één pandakte
HR 22 februari 2019 ECLI:NL:HR:2019:268
Combinatie van stil én openbaar pandrecht in één pandakte is mogelijk. Akte zal dan in eerste instantie dienen tot vestiging van een stil pandrecht. Diezelfde akte kan in beginsel tevens dienen tot vestiging van een openbaar pandrecht waarop het stille pandrecht geen betrekking kan hebben in verband met de beperking van de slotpassage van art. 3:239 lid 1 BW. Precieze reikwijdte van het aldus gevestigde pandrecht dient door uitleg van de pandakte te worden vastgesteld. Lees meer…
Een juridische beoordeling die de rechter moet verrichten is geen feit dat zich leent voor bewijslevering
HR 22 februari 2019, ECLI:NL:HR:2019:272
Ingeval een beroepsfout erin is gelegen dat is verzuimd cassatieberoep in te stellen en geen cassatiemiddel is geformuleerd, komt het erop aan te beoordelen of het hof in de desbetreffende uitspraak het recht goed heeft toegepast en zijn oordeel voldoende heeft gemotiveerd. Dat betreft een juridische beoordeling die de rechter zelf kan en moet verrichten en geen feit dat zich leent voor bewijslevering. Lees meer…
Aansprakelijkheid makelaar voor onjuiste informatie over woonoppervlakte van woning
HR 22 februari 2019 ECLI:NL:HR:2019:269
Een makelaar die in strijd met de NVM-meetinstructie een onjuiste oppervlakte van een woning aan kopers meldt, handelt onrechtmatig. De omvang van de schade die de kopers van de woning daardoor lijden, dient te worden bepaald door de situatie waarin zij verkeren te vergelijken met de situatie waarin zij zouden hebben verkeerd als de onrechtmatige gedraging van de makelaar achterwege zou zijn gebleven. Lees meer…
Geen verplichting tot terugbetaling van een transitievergoeding bij herstel van een arbeidsovereenkomst
HR 25 januari 2019, ECLI:NL:HR:2019:80
Het enkele feit dat een werkgever door een rechter wordt veroordeeld om een arbeidsovereenkomst te herstellen, betekent niet dat de werknemer een reeds ontvangen transitievergoeding dient terug te betalen. Anders dan bij vernietiging van de opzegging van de arbeidsovereenkomst, vervalt bij herstel van de arbeidsovereenkomst niet de rechtsgrond aan de betaling van de transitievergoeding. Van een verplichting van de werknemer tot terugbetaling van de transitievergoeding is pas sprake als een werknemer hiertoe door de rechter wordt veroordeeld. Lees meer…
Uitleg van grieven en grenzen van de rechtsstrijd in appel
HR 1 februari 2019 ECLI:NL:HR:2019:137
Appelprocesrecht. Onbegrijpelijke uitleg van de grieven die onder meer leidt tot de conclusie dat de appelrechter buiten de grenzen van de rechtsstrijd in appel is getreden. Lees meer…
Wanneer is sprake van uitwisselbare functies als bedoeld in art. 13 van de Ontslagregeling?
HR 15 februari 2019, ECLI:NL:HR:2019:229
Bij de beoordeling of sprake is van uitwisselbare functies als bedoeld in art. 13 lid 1 Ontslagregeling mogen geen andere gezichtspunten in aanmerking worden genomen dan de in deze bepaling genoemde. Dit betekent echter niet dat ‘alle omstandigheden van het geval’ geen rol kunnen spelen. Alle omstandigheden van het geval kunnen van belang zijn voor zover zij op de in art. 13 lid 1 Ontslagregeling genoemde gezichtspunten een licht kunnen werpen. Lees meer…
Aanvangstermijn melding non-conformiteit bij consumentenkoop
HR 15 februari 2019, ECLI:NL:HR:2019:228
Ingeval van consumentenkoop gaat de termijn als bedoeld in art. 7:23 lid 1 BW lopen op het moment dat de consument heeft ontdekt dat hetgeen is afgeleverd niet aan de overeenkomst beantwoordt en niet al op het moment waarop de koper dit redelijkerwijs had behoren te ontdekken. Lees meer…
Verlies van het recht op transitievergoeding slechts in uitzonderlijke gevallen
HR 8 februari 2019, ECLI:NL:HR:2019:203
De werknemer verliest zijn recht op transitievergoeding indien het eindigen of niet voortzetten van de arbeidsovereenkomst het gevolg is van zijn ernstig verwijtbaar handelen of nalaten. Hiervan is slechts in uitzonderlijke gevallen sprake.
Bij de beoordeling of sprake is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten dat tot het eindigen of niet voortzetten van de arbeidsovereenkomst heeft geleid, zijn niet alle omstandigheden van het geval van belang, maar slechts de omstandigheden – waaronder ook persoonlijke omstandigheden van de werknemer – voor zover deze van invloed zijn op de verwijtbaarheid van het handelen of nalaten van de werknemer dat tot het ontslag heeft geleid. Lees meer…