Alle berichten met de tag: appelprocesrecht


HR 17 januari 2020 ECLI:NL:HR:2020:61 

Een advocaat hoeft bij zijn dienstverlening met betrekking tot een voorgenomen financiële transactie geen rekening te houden met mogelijke belangen van derden, tenzij hij uit de hem door de cliënt verschafte gegevens of de overige omstandigheden van het geval redelijkerwijs behoort af te leiden dat zodanige, gerechtvaardigde, belangen door de van hem gevraagde dienstverlening op onaanvaardbare wijze kunnen worden geschaad. Over de reikwijdte van de bevoegdheid van de appelrechter om de zaak na vernietiging van een tussenvonnis zelf af te doen, overweegt de Hoge Raad als volgt. Het maken van deze afweging is aan de appelrechter, en wordt niet begrensd door de keuzevrijheid van de geïntimeerde om ofwel ook zelf dadelijk hoger beroep in te stellen ofwel daarmee te wachten totdat een later tussen- of eindvonnis is gewezen. Partijen moeten bij de afweging om zelf al dan niet dadelijk incidenteel hoger beroep in te stellen en bij het weergeven van hun stellingen rekening houden met de mogelijkheid dat de appelrechter van deze bevoegdheid gebruik zal maken. Deze blog bespreekt beide aspecten en bevat een korte samenvatting. (meer…)

HR 25 januari 2019 ECLI:NL:HR:2019:96

De partij die tussentijds beroep instelt, is gehouden daarin al haar bezwaren tegen de tot dan toe gewezen tussenvonnissen aan te voeren en verliest de mogelijkheid dat bij een latere gelegenheid te doen, aldus de Hoge Raad (r.o. 3.3.2). Dit wordt ook wel de “één keer schieten regel” genoemd. Met dit arrest is nu duidelijk dat die regel ook geldt als het gaat om een appel tegen het tussenvonnis-gedeelte van een deelvonnis (r.o. 3.3.2).  (meer…)

HR 30 november ECLI:NL:HR:2018:2216

Het in art. 19 Rv neergelegde beginsel van hoor en wederhoor brengt mee dat het hof, nu het de eisvermeerdering van de oorspronkelijke eiseres toestond, appellant in de gelegenheid had moeten stellen om zich uit te laten over de vermeerderde eis. (meer…)

HR 28 september 2018 ECLI:NL:HR:2018:1777

Het hoger beroep strekt niet uitsluitend tot een beoordeling van de juistheid van de in eerste aanleg gegeven beslissing, maar, binnen de grenzen van de rechtsstrijd in appel, tot een nieuwe behandeling en beslissing van de zaak. Als het gaat om een vordering die ziet op de toekomst, dient de appelrechter als tweede feitelijke rechter steeds te beslissen met inachtneming van de normen, feiten en omstandigheden ten tijde van zijn beslissing (meer…)

Cassatieblog.nl