Wvggz; overmatig watergebruik en afsluiting; welk kader voor een klacht?
HR 7 juli 2023 ECLI:NL:HR:2023:1047
Art. 10:3 Wvggz bevat een limitatieve opsomming van de gronden waarop in het kader van de klachtprocedure zoals geregeld in hoofdstuk 10 van de Wvggz kan worden geklaagd. Indien de klacht geen betrekking heeft op de nakoming van een verplichting of een beslissing op grond van een of meer van de in art. 10:3 Wvggz genoemde bepalingen, kan de betrokkene geen gebruik maken van die klachtprocedure. In dat geval staat de betrokkene alleen de klachtprocedure van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz) ter beschikking. (meer…)
Onzorgvuldig onderzoek, dringende reden en mededelingseis
HR 30 juni 2023, ECLI:NL:HR:2023:1008
(i) Een ‘ondeugdelijk onderzoek’ is op zichzelf geen reden waarom een aangevoerde ontslagreden geen dringende reden zou (kunnen) zijn.
(ii) De mededelingseis strekt ertoe dat voor de werknemer onmiddellijk duidelijk is waarom hij wordt ontslagen. Bij de beoordeling of aan deze eis is voldaan, kan ook worden gekeken naar correspondentie voorafgaand aan het ontslag. (meer…)
De vervaltermijn voor een beroep op schending van de mededelingsplicht door de verzekeringnemer
HR 7 juli 2023, ECLI:NL:HR:2023:1050
De vervaltermijn van twee maanden van art. 7:929 lid 1 BW gaat pas lopen als de verzekeraar voldoende zekerheid heeft verkregen dat de verzekeringnemer diens mededelingsplicht niet is nagekomen. Wanneer de verzekeraar voldoende zekerheid heeft over een schending, of hij onderzoek moet doen naar een mogelijke schending, hangt af van de omstandigheden van het geval. (meer…)
Devolutieve werking en gezag van gewijsde: HR komt terug van F./KSN
HR 26 mei 2023, ECLI:NL:HR:2023:784 (K./V.)
De Hoge Raad komt terug van het arrest F./KSN.
Voor zover tegen een uitspraak geen rechtsmiddel wordt ingesteld, gaat die uitspraak in kracht van gewijsde. Als (het niet bestreden deel van) de uitspraak berust op een beslissing over de rechtsbetrekking in geschil, krijgt die beslissing bij het in kracht van gewijsde gaan van (dat deel van) de uitspraak gezag van gewijsde. Dit brengt mee dat de partij die nadeel ondervindt van die beslissing, voldoende belang kan hebben bij een rechtsmiddel tegen de uitspraak, ook al vindt zij daartoe in de uitkomst van het geding in eerdere aanleg geen aanleiding. Ziet de betrokken partij daarvan af, maar stelt de andere partij wel een rechtsmiddel tegen de uitspraak in, dan kan het gezag van gewijsde van de beslissing over de rechtsbetrekking in geschil worden ingeroepen voor zover die beslissing bij de beoordeling van het rechtsmiddel van belang is. Wordt op het gezag van gewijsde geen beroep gedaan, en komt de rechter tot een ander oordeel over de rechtsbetrekking in geschil, dan kan dat leiden tot tegenstrijdige beslissingen over die rechtsbetrekking. Die mogelijkheid is evenwel inherent aan een stelsel waarin het uitgangspunt is dat partijen bepalen welke geschilpunten zij aan de rechter voorleggen en tegen welke uitspraak (of deel daarvan) zij een rechtsmiddel aanwenden, en waarin het gezag van gewijsde niet ambtshalve wordt toegepast (art. 236 lid 3 Rv). De Hoge Raad ziet daarin geen aanleiding meer om aan de geïntimeerde/verweerder op die grond de devolutieve werking van het hoger beroep te ontzeggen.
Cassatievlog #065 | Auteursrecht op een bewerking van een oorspronkelijk werk?
Hoge Raad 7 juli 2023, ECLI:NL:HR:2023:1070
Krijgt een bewerking van een auteursrechtelijk beschermd werk auteursrechtelijke bescherming? Geldt dit dan voor de hele bewerking of alleen voor een deel daarvan? Hoe verhoudt de bewerking zich ten opzichte van het oorspronkelijke werk? De Hoge Raad heeft in het arrest Philips/Lidl antwoord gegeven op deze vragen. In drie minuten bespreekt Maartje Möhring dit arrest.
Cassatievlog #065 is ook als podcast beschikbaar.
Recente berichten
- Geen belang bij cassatie niet-dragend oordeel
- Bananenhandel en bewijsaanbod: wanneer is voldoende gesteld om tot getuigenbewijs te worden toegelaten?
- De gevolgen van het niet naleven van het Didam-arrest
- Cassatievlog #114 | De gevolgen van het handelen in strijd met Didam en de publicatieplicht
- Recht op vergoeding van in buitenland verleende geneeskundige zorg
- Uitleg van onduidelijke werkingssfeerbepaling
- Cassatievlog #113 | Voor inbezitneming van ‘publieke grond’ geldt geen afzonderlijke maatstaf
- WHOA-akkoord kan rechten schuldeisers wel beperken, maar bestaande verplichtingen van schuldeisers niet wijzigen
Dossiers
- Aanbestedingsrecht (12)
- Aansprakelijkheid en schadevergoeding (326)
- Arbeidsrecht (225)
- Bijzondere overeenkomsten (47)
- Caribisch recht (Aruba, Curaçao en Sint Maarten, BES) (66)
- Erfrecht (36)
- Europees recht (86)
- Financieel recht (51)
- Goederenrecht (90)
- Grondrechten en mensenrechten (63)
- Hoge Raad Algemeen (59)
- Huurrecht (75)
- Huwelijksvermogensrecht (68)
- Insolventierecht (198)
- Intellectuele-eigendomsrecht (114)
- Internationaal privaatrecht (80)
- Internationaal publiekrecht (25)
- Kooprecht (14)
- Mededingingsrecht (20)
- Ondernemingsrecht (102)
- Onteigeningsrecht (71)
- Overheidsrecht (176)
- Pensioenrecht (23)
- Personen- en familierecht (207)
- Prejudiciële uitspraken HvJEU (26)
- Prejudiciële vragen Hoge Raad (134)
- Privacy -AVG (4)
- Proces- en beslagrecht (837)
- Strafrecht (6)
- Verbintenissenrecht (289)
- Vermogensrecht algemeen (85)
- Vervoersrecht (26)
- Verzekeringsrecht (76)
- Wetgeving cassatierechtspraak (13)
- Wvggz – Wzd (Wet Bopz oud) (118)