Selecteer een pagina

Alle berichten van: Thijs Beumers


HR 1 april 2022, ECLI:NL:HR:2022:481

Een echtgenoot is niet zonder meer niet-ontvankelijk wanneer zijn of haar verzoek tot echtscheiding pas na het verstrijken van de wettelijke termijn van veertien dagen aan de andere echtgenoot is betekend.  (meer…)

HR 10 december 2021, ECLI:NL:HR:2021:1842

Ten onrechte heeft het hof, na het vaststellen van de onrechtmatige daad, een schadevergoedingsvordering afgewezen omdat er onvoldoende was gesteld door de benadeelde om de schade te kunnen bepalen. Het hof heeft miskend dat het, al dan niet na nadere instructie, de schade op de voet van art. 6:97 BW had moeten schatten, indien het van oordeel was dat de omvang van de schade niet nauwkeurig kon worden vastgesteld, dan wel partijen naar de schadestaatprocedure had moeten verwijzen, ook zonder dat dit uitdrukkelijk was gevorderd. (meer…)

HR 17 december 2021, ECLI:NL:HR:2021:1922

De bewijsvermoedens van art. 1:136 lid 2 BW en art. 1:141 lid 3 BW brengen mee dat de tot verrekening gerechtigde echtgenoot in beginsel kan volstaan met stellen en aannemelijk maken dat de andere echtgenoot bij het einde van het huwelijk bepaalde vermogensbestanddelen heeft. Het ligt dan op de weg van de andere echtgenoot om te stellen en zo nodig te bewijzen dat het bij het einde van het huwelijk aanwezige vermogen of bepaalde bestandsdelen daarvan niet gevormd is uit wat verrekend had moeten worden. Daartoe mag van die echtgenoot worden verwacht dat hij aanvoert hoe de vermogensbestanddelen in kwestie zijn gefinancierd of verkregen en dat hij zo nodig bescheiden overlegt die dit afdoende onderbouwen. (meer…)

HR 19 november 2021, ECLI:NL:HR:2021:1721

Bepalingen uit buitenlandse huwelijkse voorwaarden die huwelijksvermogensrechtelijke aanspraken afhankelijk stellen van welke echtgenoot het verzoek tot echtscheiding heeft ingediend of van welke echtgenoot schuld heeft aan de echtscheiding, kunnen kennelijk onverenigbaar zijn met de Nederlandse openbare orde. Het antwoord op de vraag of een bepaling buiten toepassing moet blijven, hangt af van de omstandigheden van het concrete geval, en in het bijzonder van de mate van betrokkenheid van Nederland bij het geval.

(meer…)

HR 16 juli 2021, ECLI:NL:HR:2021:1169

De ene ouder kan aan art. 7.3.9 lid 1 Jeugdwet niet de bevoegdheid ontlenen om te verzoeken om vernietiging van gegevens uit het dossier over jeugdhulp aan de andere ouder. Slechts de ouder ten aanzien van wie de jeugdhulpverlener een dossier heeft ingericht, kan op grond van dit artikel verzoeken om gegevens uit dat dossier te vernietigen. Dit laat onverlet dat de andere ouder mogelijk wel op grond van de algemene privacywetgeving (thans de AVG) een dergelijke vernietiging kan verlangen.  (meer…)

Cassatieblog.nl