Dossier: Proces- en beslagrecht


HR 13 juli 2012, LJN BW6741

In alimentatiezaken moet de appelrechter – met inachtneming van het beginsel van hoor en wederhoor – in beginsel acht slaan op een eerst ter mondelinge behandeling aangevoerde grief wanneer anders op de voet van art. 1:401 BW wijziging van de rechterlijke uitspraak zou kunnen worden verzocht op de in de grief aangedragen grond. (meer…)

HR 13 juli 2012, LJN BW3263 (ABN AMRO/X) en
HR 13 juli 2012, LJN BW3264 (Y/Optiver Holding)

Een vonnis waarin wordt beslist op een op art. 843a Rv gebaseerde vordering, ingesteld in een  lopende procedure met het oog op de instructie van de zaak, moet worden beschouwd als een tussenvonnis, waartegen (zonder verlof) geen tussentijds beroep open staat. (meer…)

HR 13 juli 2012, LJN BW7476

Hoewel art. 13 lid 8 Uitvoeringswet internationale kinderontvoering beroep in cassatie tegen beslissingen van het hof tot teruggeleiding van minderjarigen naar het land van hun gewone verblijfplaats uitsluit, is een zodanig beroep niettemin ontvankelijk indien geklaagd wordt dat de rechter in de bestreden uitspraak een bepaalde regeling ten onrechte niet heeft toegepast, buiten het toepassingsgebied van de desbetreffende regeling is getreden of bij het nemen van zijn beslissing een zodanig fundamenteel rechtsbeginsel heeft veronachtzaamd dat niet meer kan worden gesproken van een eerlijke en onpartijdige behandeling van de zaak. (meer…)

Conclusie A-G (straf) 3 juli 2012 (LJN BX0129; BX0132; BX0146)

Op derde dag na inwerkingtreding van art. 80a RO verschenen drie interessante conclusies over deze nieuwe bepaling. De conclusies zijn afkomstig van de strafsector van het parket bij de Hoge Raad. De Advocaten-Generaal Knigge, Machielse en Vellinga lieten zich uit over (de invulling van) de criteria voor toepassing van art. 80a RO en over het overgangsrecht bij dit artikel. (Ook) na lezing van de conclusies resteren vooral vragen, zowel ten aanzien van de concrete invulling van de 80a-criteria, als ten aanzien van het overgangsrecht. (meer…)

HR 29 juni 2012 ECLI:NL:HR:2012:BU5630

In deze zaak heeft de faillissementscurator van Yukos Oil na het instellen van hoger beroep de hoedanigheid van curator verloren doordat het faillissement is geëindigd. Daarmee had de curator belang verloren bij voortzetting van de appelprocedure, nu na het verlies van deze hoedanigheid geen enkele veroordeling uit deze procedure tegen de (voormalig) curator ten uitvoer kan worden gelegd. Het hof had daarom de curator in hoger beroep niet-ontvankelijk moeten verklaren. Ook in zijn cassatieberoep is de curator niet-ontvankelijk. (meer…)

HR 29 juni 2012, LJN BW1981 (Melfund/Wagram)

Indien de door gedaagde tegen een bepaalde uitleg van de overeenkomst aangevoerde verweren vooralsnog niet inhoudelijk zijn beoordeeld is de uitleg waartoe de rechter voorshands, uitgaande van de meest voor de hand liggende taalkundige betekenis van de bewoordingen van de overeenkomst, is gekomen vatbaar voor tegenbewijs door de gedaagde. Aan diens aanbod tot tegenbewijs mogen in dat geval in beginsel geen bijzondere eisen worden gesteld.  (meer…)

Cassatieblog.nl