Dossier: Proces- en beslagrecht


HR 17 juni 2022, ECLI:NL:HR:2022:871 (X / Quooker International B.V.)

Als de verweerder in cassatie heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep, bestaat geen aanleiding de proceskosten van de cassatie te reserveren tot de procedure na verwijzing. Dat is niet anders als de verweerder verder geen (inhoudelijk) verweer heeft gevoerd tegen het cassatieberoep. Die aanleiding kan er wel zijn als de verweerder zich heeft gerefereerd aan het oordeel van de Hoge Raad. (meer…)

HR 17 juni 2022, ECLI:NL:HR:2022:867

De verstektoets van art. 139 Rv – is de vordering onrechtmatig of ongegrond? – heeft in hoger beroep niet steeds dezelfde werking als in eerste aanleg. In hoger beroep moet het hof eerst nagaan of de appellant met succes is opgekomen tegen de in eerste aanleg gedane uitspraak. Als dat het geval is, en de in hoger beroep niet-verschenen geïntimeerde in eerste aanleg wel is verschenen, moet het hof op grond van de devolutieve werking van het hoger beroep het in eerste aanleg door deze geïntimeerde gevoerde verweer bij de beoordeling betrekken. Het verweer dat de in hoger beroep wél verschenen geïntimeerden hebben gevoerd, strekt daarbij in beginsel niet ten gunste van de in hoger beroep niet verschenen geïntimeerde. (meer…)

HR 17 juni 2022, ECLI:NL:HR:2022:867

In dit vlog bespreekt Maartje Möhring een recente uitspraak van de Hoge Raad over de werking van de verstektoets van art. 139 Rv – komt de vordering de rechter onrechtmatig of ongegrond voor? – in hoger beroep. Is die werking hetzelfde als in eerste aanleg? En maakt het nog uit als in de procedure meerdere gedaagden zijn betrokken, die deels wel en deels niet verschijnen?

Cassatievlog #023 is ook als podcast beschikbaar.

 

HR 10 juni 2022, ECLI:NL:HR:2022:852

Het begrip economische eigendom heeft geen vastomlijnde inhoud. Of de economische eigendom van een goed is overgedragen en wat daaromtrent tussen partijen geldt, hangt af van wat de juridische eigenaar en zijn wederpartij(en) daarover hebben afgesproken. (meer…)

HR 20 mei 2022, ECLI:NL:HR:2022:719

In deze zaak over broei in houtpellets geeft de Hoge Raad antwoord op twee voor de praktijk relevante vragen. Is de omstandigheid dat de moedervennootschap een geconsolideerde jaarrekening heeft gepubliceerd voldoende om de dochtervennootschap een beroep op de vernietigingsgronden van de algemene-voorwaardenregeling te ontzeggen? Is de bewaargever in beginsel risicoaansprakelijk voor de door de bewaarnemer geleden schade, ook als de bewaargever een verwijt kan worden gemaakt?  (meer…)

HR 13 mei 2022, ECLI:NL:HR:2022:690

De Hoge Raad mag in cassatie een uitspraak van de feitenrechter alleen vernietigen op grond van de klachten in het cassatiemiddel – en dus niet, buiten het cassatiemiddel om, op ambtshalve bijgebrachte gronden. Dat volgt uit art. 419 Rv. In dit arrest lijkt de Hoge Raad echter wel op ambtshalve bijgebrachte gronden tot vernietiging van het arrest van het hof te zijn overgegaan. De Hoge Raad heeft de klachten van het cassatiemiddel namelijk verworpen met toepassing van art. 81 RO. Toch vernietigt de Hoge Raad de uitspraak van het hof. Hoe zit dit?

(meer…)

Cassatieblog.nl