Dossier: Proces- en beslagrecht


HR 7 juli 2017, ECLI:NL:HR:2017:1274

De Hoge Raad beantwoordt prejudiciële vragen over art. 140 Rv. In het geval als in de onderhavige procedure, waarin drie partijen zijn gedagvaard, waarvan twee partijen niet zijn verschenen en de zaak van de wel verschenen partij na intrekking van de eis is doorgehaald, moet het door de rechtbank ten aanzien van de niet verschenen gedaagden gewezen vonnis worden aangemerkt als een verstekvonnis, waartegen het rechtsmiddel van verzet openstaat. (meer…)

HR 7 juli 2017 ECLI:NL:HR:2017:1273

Prejudiciële procedure. Hoge Raad geeft antwoord op vragen van Hof Den Haag. Kindgebonden budget dient buiten beschouwing te blijven bij vaststelling van behoefte aan partneralimentatie. Dat geldt ook indien de hoogte van het kindgebonden budget het aandeel van de alimentatiegerechtigde in de kosten van de kinderen overtreft. Kindgebonden budget behoort evenmin in aanmerking te worden genomen in kader van zgn. ‘jusvergelijking’. (meer…)

HR 30 juni 2017 ECLI:NL:HR:2017:1206

Door Lunet Zorg vooraf ervan in kennis te stellen dat zij kosten zouden maken voor het voeren van verweer in deze cassatieprocedure en door van die kosten een eerste schatting te geven, hebben De Biezenrijt c.s. voldaan aan de op hen rustende verplichting van art. 2 lid 5 Wmcz. Niet kan voorts worden gezegd dat de in cassatie gemaakte kosten onredelijk zijn. (meer…)

HR 9 juni 2017, ECLI:NL:HR:2017:1066

(1) In het geval een hypothecaire lening valt binnen een bij huwelijkse voorwaarden gecreëerde beperkte huwelijksgoederengemeenschap, dan geldt dat beide echtgenoten daarvoor op grond van art. 1:100 lid 1 BW ieder voor de helft draagplichtig zijn, tenzij het in de uitzonderlijke omstandigheden van het geval naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn dat de ene echtgenoot zich jegens de andere echtgenoot op de verdeling bij helfte beroept (o.a. HR 7 december 1990, ECLI:NL:HR:1990:ZC0071, NJ 1991/593; HR 30 maart 2012, ECLI:NL:HR:2012:BV1749, NJ 2012/407); (2) Op grond van art. 44 lid 3 Rv staat het de verweerder in cassatie in beginsel vrij om, nadat de Advocaat-Generaal zijn conclusie heeft genomen, alsnog in het geding te verschijnen om op die conclusie te reageren.

(meer…)

HR 9 juni 2017, ECLI:NL:HR:2017:1060

Het oordeel van het hof inhoudende dat de kredietverzekering geen dekking biedt voor de onbetaalde facturen, omdat de uiterste factureringstermijn zou zijn verstreken is, gelet op het bepaalde in de onderaannemingsovereenkomst en de daarop toepasselijke voorwaarden, onbegrijpelijk. (meer…)

Cassatieblog.nl