Dossier: Proces- en beslagrecht


HR 9 juni 2017, ECLI:NL:HR:2017:1066

(1) In het geval een hypothecaire lening valt binnen een bij huwelijkse voorwaarden gecreëerde beperkte huwelijksgoederengemeenschap, dan geldt dat beide echtgenoten daarvoor op grond van art. 1:100 lid 1 BW ieder voor de helft draagplichtig zijn, tenzij het in de uitzonderlijke omstandigheden van het geval naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn dat de ene echtgenoot zich jegens de andere echtgenoot op de verdeling bij helfte beroept (o.a. HR 7 december 1990, ECLI:NL:HR:1990:ZC0071, NJ 1991/593; HR 30 maart 2012, ECLI:NL:HR:2012:BV1749, NJ 2012/407); (2) Op grond van art. 44 lid 3 Rv staat het de verweerder in cassatie in beginsel vrij om, nadat de Advocaat-Generaal zijn conclusie heeft genomen, alsnog in het geding te verschijnen om op die conclusie te reageren.

(meer…)

HR 9 juni 2017, ECLI:NL:HR:2017:1060

Het oordeel van het hof inhoudende dat de kredietverzekering geen dekking biedt voor de onbetaalde facturen, omdat de uiterste factureringstermijn zou zijn verstreken is, gelet op het bepaalde in de onderaannemingsovereenkomst en de daarop toepasselijke voorwaarden, onbegrijpelijk. (meer…)

HR 23 juni 2017, ECLI:NL:HR:2017:1139

De op naam van een Stichting beheer derdengelden advocatuur staande bankrekening kan worden aangemerkt als een kwaliteitsrekening. Deze Stichting is bij uitsluiting bevoegd is tot beheer en beschikking over de kwaliteitsrekening. In de aard van een kwaliteitsrekening ligt besloten dat de Stichting zich tegenover een rechthebbende niet kan beroepen op verjaring van een vordering tot uitbetaling van diens aandeel. (meer…)

HR 23 juni 2017 ECLI:NL:HR:2017:1149

Caraïbische zaak. Aan bewijsaanbod te stellen specificatie-eisen. Aanbod tot horen van een getuige die reeds bij politie verklaring heeft afgelegd. Eis dat bewijsaanbod terzake dienend moet zijn. Respons op alle door eisers tot cassatie aangevoerde grondslagen van aansprakelijkheid ligt in voldoende mate in vonnis van Gemeenschappelijk Hof besloten. (meer…)

HR 16 juni 2017, ECLI:NL:HR:2017:1108

(i) het verweer van de door de schuldeiser aangesproken borg dat de verbintenis van de hoofdschuldenaar niet meer bestaat doordat deze reeds heeft betaald en de schuld is tenietgegaan, is een bevrijdend verweer. De bewijslast van het tenietgaan van de hoofdschuld rust daarmee op de borg (150 Rv);  (ii) het beginsel van hoor en wederhoor is geschonden, nu de bank – vanwege het in omloop zijn van twee verschillende versies van de memorie van grieven – niet op een stelling die uitsluitend in de aan het hof overgelegde versie was opgenomen en waarop het hof zijn oordeel heeft gebaseerd, heeft kunnen reageren. (meer…)

HR 19 mei 2017, ECLI:NL:HR:2017:939

Op de erfgenaam die de verdeling vordert van een beneficiair aanvaarde nalatenschap, rust in beginsel de plicht om feiten en omstandigheden te stellen waaruit kan volgen dat de schulden van de nalatenschap zijn voldaan. Is de vereffening niet voltooid of is over de voltooiing onvoldoende uitsluitsel verkregen, dan dient de rechter in overleg met partijen te onderzoeken of er mogelijkheden zijn om desondanks te beslissen op een wijze die ook voldoende rekening houdt met de belangen van schuldeisers. In dat verband kan worden gedacht aan het aanhouden van de zaak, aan een verdeling onder voorwaarden of aan een gedeeltelijke verdeling. (meer…)

Cassatieblog.nl