Dossier: Verbintenissenrecht


HR 16 december 2016, ECLI:NL:HR:2016:2884, ECLI:NL:HR:2016:2885 en ECLI:NL:HR:2016:2877

(1) De agrarische bestemming van een woning is geen bijzondere last of beperking in de zin van art. 7:15 BW. (2) Bij de toepassing van art. 7:17 BW kan (anders dan bij art. 7:15 BW) van belang zijn of de verkoper er redelijkerwijs van uit mocht gaan dat de koper zelf onderzoek zou verrichten. (3) Een uit schending van de mededelingsplicht voortvloeiende schadevergoedingsverplichting van de verkoper kan op de voet van art. 6:101 lid 1 BW worden verminderd indien de onjuiste voorstelling van zaken mede is te wijten aan de koper. (meer…)

HR 9 december 2016, ECLI:NL:HR:2016:2821 (Flexabram/Iprem)

Bij uitleg aan de hand van de Haviltex-maatstaf komt het niet aan op de vraag wat partijen zouden zijn overeengekomen als zij rekening hadden gehouden met een hypothetische situatie (in casu doorverkoop van een huurpand met huurgarantie), maar op de vraag welke zin zij in de voorliggende situatie aan de overeengekomen bepaling mochten toekennen. (meer…)

HR 2 december 2016, ECLI:NL:HR 2016:2749

In effectenleasezaken dient bij de beoordeling van de vraag of sprake is van een “onaanvaardbaar zware financiële last” volgens de hofformule, de premie Ziekenfondswet (Zfw) niet in mindering te worden gebracht op het besteedbaar netto-inkomen. Vanuit een oogpunt van consistente rechtspraak verdient het aanbeveling dat bij het hanteren van de ‘hofformule’ in alle gevallen deze lijn wordt gevolgd. (meer…)

HR 9 december 2016, ECLI:NL:HR:2016:2822, 2825, 2835

(1) Aan Dexia verzonden brief geldt niet als ‘opt out-verklaring’ in de zin van art. 7:908 lid 2 BW; (2) Verbindendverklaring WCAM-0vereenkomst (art. 7:909 BW) ook mogelijk voor andere vorderingen dan die tot schadevergoeding; (3) WCAM-overeenkomsten moeten naar objectieve maatstaven worden uitgelegd; ook gebondenheid aan Duisenbergregeling indien leaseovereenkomst door een van de echtgenoten ex art. 1:89 BW buitengerechtelijk is vernietigd.  (meer…)

HR 3 september 2016, ECLI:NL:HR:2016:2228

Artikel 7A:1798 BW is alleen van toepassing op een door partijen overeengekomen opschortende tijdsbepaling, en niet op een opschortende voorwaarde. Uitgaande van het bestaan van deze voorwaarde, rusten op de partij die desondanks nakoming verlangt, de stelplicht en bewijslast dat de voorwaarde niet langer aan nakoming in de weg staat doordat deze in vervulling is gegaan. (meer…)

HR 4 november 2016, ECLI:NL:HR:2016:2517 (CIA/Heredium)

De Hoge Raad nuanceert de in het arrest Ammerlaan/Enthoven geformuleerde regel dat een achteraf geheel of gedeeltelijk ongegrond gebleken beroep op een opschortingsrecht meebrengt dat degene die dit beroep deed, daarmee terstond als schuldenaar zonder ingebrekestelling in verzuim kwam te verkeren. Op die regel is in ieder geval een uitzondering mogelijk, indien de schuldenaar zich op een opschortingsrecht heeft beroepen in verband met een door een derde ingeroepen vordering die achteraf ongegrond is gebleken. (meer…)

Cassatieblog.nl