Dossier: Vermogensrecht algemeen


HR 11 april 2025, ECLI:NL:HR:2025:560

De rechtsgang bij de bestuursrechter kan niet in voldoende mate voorzien in vorderingen die erop zijn gericht dat met het intrekken van een beroep de bestuursrechtelijke procedure op korte termijn eindigt. GEM c.s. is daarom ontvankelijk in haar vordering. (meer…)

Hoge Raad 11 april 2025, ECLI:NL:HR:2025:560

In deze zaak vordert een aantal vennootschappen bij de burgerlijke rechter dat een stichting wordt geboden haar beroep tegen een beslissing op bezwaar bij de bestuursrechter in te trekken. Is de burgerlijke rechter bevoegd om kennis te nemen van zo’n vordering? En zijn de vennootschappen dan ook ontvankelijk in die vordering? De Hoge Raad beantwoordt beide vragen bevestigend. Hidde Volberda bespreekt het arrest.

HR 21 maart 2025, ECLI:NL:HR:2025:420

Een op grond van art. 3:194 lid 2 BW verbeurd aandeel in een verzwegen, zoekgemaakt, of verborgen gemeenschappelijk goed gaat van rechtswege over op de overige deelgenoten zonder dat daarvoor een leveringshandeling nodig is. Dit is een in de wet aangegeven wijze van rechtsverkrijging als bedoeld in art. 3:80 lid 3 BW. (meer…)

Hoge Raad 21 maart 2025, ECLI:NL:HR:2025:420

Een deelgenoot die opzettelijk tot de gemeenschap behorende goederen verzwijgt, zoek maakt of verborgen houdt, verbeurt zijn aandeel in die goederen aan de andere deelgenoten (art. 3:194 lid 2 BW). Is voor die verbeurte een verdeling of een leveringshandeling nodig? Wat is precies beoogd met deze verstrekkende bepaling? In een zaak tussen twee broers, van wie de een bijna € 950.000 uit het vermogen van vader wegnam, komt het aan de orde. Giel Wind bespreekt het oordeel van de Hoge Raad.

HR 27 september 2024 ECLI:NL:HR:2024:1311 (Groeivermogen N.V. / verweerder)

Welke verjaringstermijn geldt voor een individuele vordering tot schadevergoeding aansluitend op een in een collectieve actie toegewezen verklaring voor recht? De Hoge Raad oordeelt dat, overeenkomstig de hoofderegel van art. 3:319 lid 1 BW, vanaf de dag na het in kracht van gewijsde gaan van de toewijzende uitspraak in de collectieve actie een nieuwe verjaringstermijn begint te lopen voor de vorderingen van individuele belanghebbenden die op de collectieve actie aansluiten, die gelijk is aan de oorspronkelijke verjaringstermijn, maar niet langer dan vijf jaar. (meer…)

Hoge Raad 27 september 2024 ECLI:NL:HR:2024:1311

Het is vaste rechtspraak dat het instellen van een vordering in een collectieve actie ook de verjaring stuit van de individuele vorderingen van degenen wier belangen met de collectieve actie worden behartigd (HR 28 maart 2014, ECLI:NL:HR:2014:766). In dit arrest maakt de Hoge Raad duidelijk welke verjaringstermijn geldt, als zo’n individuele vordering wordt ingesteld na afloop van de collectieve procedure. Hidde Volberda bespreekt het arrest.

 

 

Cassatievlog #106 is ook in podcast vorm beschikbaar. Beluister de podcast via uw favoriete podcastkanaal.

Cassatieblog.nl