
Pandrecht op gesecureerde vordering
HR 18 december 2015, ECLI:NL:HR:2015:3619 (ABN AMRO / Marell)
De houder van een openbaar pandrecht op een vordering kan ook de aan deze vordering verbonden zekerheden uitwinnen. Lees meer…
Beletten van de vervulling van een voorwaarde (art. 6:23 BW) niet aan de orde bij externe oorzaken
HR 5 februari 2016, ECLI:NL:HR:2016:200 (Eiser/Gemeente Sittard-Geleen)
Voor het beletten van de vervulling van een voorwaarde in de zin van art. 6:23 lid 1 BW is vereist dat de niet-vervulling van de voorwaarde is veroorzaakt door toedoen van de partij die daarbij belang heeft. Indien de niet-vervulling haar oorzaak vindt in andere omstandigheden dan de gedragingen van die partij, is van beletten in de zin van art. 6:23 lid 1 BW geen sprake. Lees meer…
Enkele niet-ontvankelijkverklaring werknemer bij vordering loondoorbetaling bij ziekte onvoldoende voor proceskostenveroordeling ex art. 7:629a BW
HR 5 februari 2016, ECLI:NL:HR:2016:198 (werkneemster / Medline Harderberg)
De werknemer kan ter zake van een vordering tot doorbetaling van loon bij ziekte (art. 7:629 lid 1 BW) slechts in de kosten van de werkgever als bedoeld in art. 237 Rv worden veroordeeld in geval van kennelijk onredelijk gebruik van procesrecht (art. 7:629a lid 6 BW). ´s Hofs oordeel – dat erop neer komt dat werkneemster is aan te merken als de in het ongelijk te stellen partij – is onvoldoende voor het aannemen van kennelijk onredelijk gebruik van procesrecht. Lees meer…
De invloed van schulden op draagkracht in relatie tot de waarheidsplicht van art. 21 Rv
HR 29 januari 2016, ECLI:NL:HR:2016:154
Indien de onderhoudsplichtige in het kader van zijn verzoek om nihilstelling van de alimentatie niet voldoet aan de verplichting van art. 21 Rv, staat het de rechter vrij daaraan de gevolgtrekkingen te verbinden die hij geraden acht. Dat op de draagkracht van een onderhoudsplichtige in beginsel alle schulden van de onderhoudsplichtige van invloed zijn, doet hieraan niet af. Lees meer…
Hangmat-arrest geldt niet voor aansprakelijkheid voor dieren
HR 29 januari 2016, ECLI:NL:HR:2016:162 (X / Y en Delta Lloyd Schadeverzekeringen)
Antwoord op prejudiciële vragen. De regel uit het Hangmat-arrest geldt niet in de onderlinge verhouding tussen medebezitters van een dier (art. 6:179 BW), noch in de onderlinge verhouding tussen bedrijfsmatige medegebruikers van het dier (art. 6:181 BW). De benadeelde medebezitter resp. medegebruiker kan zich dus niet – ook niet voor een deel van de schade – uit hoofde van deze kwalitatieve aansprakelijkheidsgrondslagen tot zijn medebezitter(s) resp. medegebruiker(s) wenden. Lees meer…
Verplichting tot afleggen rekening en verantwoording gaat niet over op erfgenaam executeur
HR 22 januari 2016, ECLI:NL:HR:2016:99
Geen rechtsregel brengt mee dat de verplichting van de executeur tot het afleggen van rekening en verantwoording bij het einde van zijn beheer na het overlijden van de executeur overgaat op diens erfgenamen. Mededelingsplicht erfgenamen art. 4:149 lid 4, slotzin, BW. Lees meer…
Peildatum onmogelijk te vervullen voorwaarde of last ex art. 4:45 lid 1 BW
HR 15 januari 2016, ECLI:NL:HR:2016:46
De vraag, of een uiterste wilsbeschikking een voorwaarde of last bevat die onmogelijk is te vervullen, zodat deze voor niet geschreven wordt gehouden – zie art. 4:45 lid 1 BW – dient te worden beoordeeld naar het tijdstip van het overlijden van erflater. Lees meer…
Gevolgen van een ongerechtvaardigde ontbindingsverklaring (arrest G4/Hanzevast)
HR 29 januari 2016, ECLI:NL:HR:2016:152
In het licht van het arrest G4/Hanzevast heeft het hof ten onrechte geoordeeld dat het een partij, wier wederpartij een tussen hen gesloten overeenkomst ontbindt op grond van wanprestatie, niet vrijstaat de daartoe strekkende verklaring aldus te splitsen dat de ontbinding wel, doch de wanprestatie niet wordt erkend. Lees meer…
Geen rechtsmiddel voor wederpartij tegen beslissing over ontslag van instantie bij niet-tijdige betaling griffierecht
HR 22 januari 2016, ECLI:NL:HR:2016:100 (Aerdenburgh/Verweerders)
De sanctie van art. 127a lid 2 Rv, die inhoudt dat bij niet-tijdige betaling van het griffierecht door de eiser (of appellant), de gedaagde (of geïntimeerde) van de instantie wordt ontslagen, is uitsluitend gegeven om tijdige betaling af te dwingen. De sanctie strekt niet ter bescherming van de gedaagde/geïntimeerde. Daarom komt hem geen rechtsmiddel toe, ook niet met een beroep op een doorbrekingsgrond. Lees meer…
Risicotoerekening onrechtmatige daad bij geestelijke of lichamelijke tekortkoming niet beperkt tot actieve handelingen
HR 29 januari 2016, ECLI:NL:HR:2016:147
De beperking van de risicotoerekening van onrechtmatige daden aan personen met een geestelijke of lichamelijke tekortkoming tot een “als een doen te beschouwen gedraging” (art. 6:165 lid 1 BW), beoogt slechts gevallen van zuiver nalaten buiten het toepassingsbereik van die bepaling te houden. Een “als een doen te beschouwen gedraging” moet ruim worden opgevat en is niet beperkt tot actieve handelingen. Lees meer…