Geen arbeid, geen loon: de (oude) loonrisicoregeling bij een doorstart na faillissement

Geen arbeid, geen loon: de (oude) loonrisicoregeling bij een doorstart na faillissement

Cassatieblog HR 3 juni 2022, ECLI:NL:HR:2022:823 (UWV / curator)

Wanneer een werknemer na faillietverklaring van zijn werkgever bij een (gedeeltelijke) doorstart van de onderneming tegen gelijke arbeidsvoorwaarden in dienst treedt bij de doorstarter, mag de curator daaruit afleiden dat de werknemer niet langer bereid is arbeid te verrichten bij de gefailleerde werkgever. De werknemer heeft vanaf het moment van indiensttreding bij de doorstarter geen recht op loon van de gefailleerde. Lees meer…

Over de uitsluiting van ‘grote’ wederpartijen en de risicoaansprakelijkheid van de bewaargever

Over de uitsluiting van ‘grote’ wederpartijen en de risicoaansprakelijkheid van de bewaargever

HR 20 mei 2022, ECLI:NL:HR:2022:719

In deze zaak over broei in houtpellets geeft de Hoge Raad antwoord op twee voor de praktijk relevante vragen. Is de omstandigheid dat de moedervennootschap een geconsolideerde jaarrekening heeft gepubliceerd voldoende om de dochtervennootschap een beroep op de vernietigingsgronden van de algemene-voorwaardenregeling te ontzeggen? Is de bewaargever in beginsel risicoaansprakelijk voor de door de bewaarnemer geleden schade, ook als de bewaargever een verwijt kan worden gemaakt?  Lees meer…

Cassatievlog #022 | Over het begrip economische eigendom

Cassatievlog #022 | Over het begrip economische eigendom

HR 10 juni 2022 (eiser / de vennootschap) ECLI:NL:HR:2022:852

In dit vlog bespreekt Paul Tanja een recente uitspraak van de Hoge Raad over de inbreng van de economische eigendom van een goed in een vennootschap. Wat is economische eigendom en hoe beoordeel je of die is ingebracht in de vennootschap? Die vragen zijn relevant om te bepalen of de vennootschap aanspraak kan maken op de eventuele waardevermeerdering of –vermindering van het goed.

Cassatievlog #022 is ook als podcast beschikbaar.

Directe actie als rechtsvordering op aansprakelijkheidsverzekeraar is verjaard?

Directe actie als rechtsvordering op aansprakelijkheidsverzekeraar is verjaard?

HR 22 april 2022, ECLI:NL:HR:2022:616

De benadeelde kan terugvallen op de bescherming die de directe actie hem biedt, ook als zijn eigen rechtsvordering op de aansprakelijkheidsverzekeraar is verjaard. Dat dient het belang van slachtofferbescherming en leidt voor de aansprakelijkheidsverzekeraar niet tot nadeel. Lees meer…

De opsomming van matigingsgronden in art. 2:248 lid 4 BW is limitatief

Ambtshalve cassatie door de Hoge Raad?

HR 13 mei 2022, ECLI:NL:HR:2022:690

De Hoge Raad mag in cassatie een uitspraak van de feitenrechter alleen vernietigen op grond van de klachten in het cassatiemiddel – en dus niet, buiten het cassatiemiddel om, op ambtshalve bijgebrachte gronden. Dat volgt uit art. 419 Rv. In dit arrest lijkt de Hoge Raad echter wel op ambtshalve bijgebrachte gronden tot vernietiging van het arrest van het hof te zijn overgegaan. De Hoge Raad heeft de klachten van het cassatiemiddel namelijk verworpen met toepassing van art. 81 RO. Toch vernietigt de Hoge Raad de uitspraak van het hof. Hoe zit dit?

Lees meer…

Cassatievlog #021 | Geen arbeid, wel loon?

Cassatievlog #021 | Geen arbeid, wel loon?

Hoge Raad 3 juni 2022 (het UWV / de curator), ECLI:NL:HR:2022:823

Per 1 januari 2020 zijn de wettelijke bepalingen gewijzigd die regelen of een werknemer recht heeft op loon wanneer hij zijn werk niet heeft verricht. Met deze wijziging heeft de wetgever geen inhoudelijke verandering van de risicoverdeling tussen werkgever en werknemer beoogd. Ook niet van de rechtspraak van de Hoge Raad daarover – de ‘oude’ cassatierechtspraak blijft dus gelden. Een en ander heeft de Hoge Raad beslist in zijn uitspraak van 3 juni 2022. Berend-Bram bespreekt deze uitspraak in 3 minuten.

Cassatievlog #021 is ook als podcast beschikbaar.

Toepassing woningwaardestelsel bij ontbreken van een (representatieve) WOZ-waarde

Toepassing woningwaardestelsel bij ontbreken van een (representatieve) WOZ-waarde

HR 22 april 2022, ECLI:NL:HR:2022:633

Een redelijke wetstoepassing brengt mee dat bij de toetsing van de redelijkheid van de overeengekomen huurprijs van een woning recht wordt gedaan aan de functie van de WOZ-waarde als onderdeel van het waarderingsstelsel. Dat betekent dat indien bij aanvang van de huurovereenkomst geen WOZ-waarde beschikbaar is voor de verhuurde woning de bij toepassing van het waarderingsstelsel te betrekken relevante waarde van de verhuurde woning op andere wijze moet worden bepaald. De minimum WOZ-waarde die in het Besluit huurprijzen woonruimte (Bhw) in Onderdeel 9 van bijlage I, onder A wordt gehanteerd, is niet geschikt voor deze waardebepaling.

Lees meer…

Archief

Cassatieblog.nl