Een afbeelding van een lookalike kan een portret zijn

Een afbeelding van een lookalike kan een portret zijn

HR 22 april 2022, ECLI:NL:HR:2022:621 (Verstappen/Picnic)

Een portret als bedoeld in art. 21 Aw is een afbeelding, op welke wijze ook vervaardigd, van een persoon die in deze afbeelding kan worden herkend. Een afbeelding van een lookalike kan onder omstandigheden worden aangemerkt als een portret van de persoon op wie hij lijkt. Daarvoor is niet alleen vereist dat deze persoon in de afbeelding van de lookalike kan worden herkend, maar ook dat de mogelijkheid tot herkenning door bijkomende omstandigheden is vergroot, zoals door de wijze van presentatie van de lookalike, door wat de afbeelding overigens toont of door de context waarin de afbeelding is openbaar gemaakt.

Lees meer…

Cassatievlog #016 | Lookalike Max Verstappen in filmpje is wel een portret

Cassatievlog #016 | Lookalike Max Verstappen in filmpje is wel een portret

HR 22 april 2022 ECLI:NL:HR:2022:621

De Nederlandse wereldkampioen Formule 1, Max Verstappen, trad op in een tv-reclame van supermarktketen Jumbo, waarin hij boodschappen thuisbezorgt in zijn Formule 1-auto. Picnic, een supermarktbezorgdienst, speelde daarop in met een eigen filmpje. Daarin brengt een lookalike van Verstappen boodschappen rond in een Picnic-bestelbusje. Dit filmpje is miljoenen keren bekeken. Max Verstappen stapte daarop naar de rechter wegens schending van zijn portretrecht. Sikke bespreekt in 3 minuten de uitspraak van de Hoge Raad.

Cassatievlog #016 is ook als podcast beschikbaar.

Verblijf in een wisselwoning tijdens renovatie: heeft de huurder dan ook aanspraak op de minimumbijdrage voor de kosten van verhuizing?

Verblijf in een wisselwoning tijdens renovatie: heeft de huurder dan ook aanspraak op de minimumbijdrage voor de kosten van verhuizing?

HR 1 april 2022, ECLI:NL:HR:2022:493

De huurder die tijdens een renovatie het gehuurde moet verlaten en tijdelijk verblijft in een door de verhuurder aangeboden volledig ingerichte en gestoffeerde wisselwoning, heeft geen aanspraak op de minimumbijdrage voor de kosten van verhuizing. Dit geldt ook als de huurder geen gebruik maakt van de door de verhuurder aangeboden wisselwoning, zolang de aangeboden wisselwoning kan worden aangemerkt als een redelijke en passende voorziening.  Lees meer…

Cassatievlog #015 | Vergoeding van verhuis- en inrichtingskosten bij renovatie

Cassatievlog #015 | Vergoeding van verhuis- en inrichtingskosten bij renovatie

HR 1 april 2022 ECLI:NL:HR:2022:493 

Jerre de Jong behandelt in 3 minuten het antwoord van de Hoge Raad op prejudiciële vragen over de verhuiskostenvergoeding bij renovatie van woonruimte (art. 7:220 lid 5 en 6 BW). De verhuurder is die verhuiskostenvergoeding niet verschuldigd als de huurder tijdelijk verblijft in een door de verhuurder ter beschikking gestelde, volledig ingerichte en gestoffeerde wisselwoning. Dat geldt ook als de verhuurder een dergelijke woning ter beschikking heeft gesteld en deze woning in de gegeven omstandigheden een redelijke en passende voorziening is, maar de huurder er toch geen gebruik van maakt.

Cassatievlog #015 is ook als podcast beschikbaar.

 

Huur van bedrijfsruimte: opzegging wegens dringend eigen gebruik

Huur van bedrijfsruimte: opzegging wegens dringend eigen gebruik

HR 1 april 2022, ECLI:NL:HR:2022:494 (X/Amsterdam-Inn B.V.)

De Hoge Raad geeft het juridisch kader voor het beoordelen van een opzegging van een huurovereenkomst voor bedrijfsruimte op basis van een beroep op dringend eigen gebruik door de verhuurder. Voor een geslaagd beroep op dringend eigen gebruik kunnen algemene bedrijfseconomische redenen voldoende zijn. De stelplicht en bewijslast dat de verhuurder van andere opties gebruik dient te maken dan ingebruikname van het verhuurde, rust op de huurder. Lees meer…

Cassatievlog #014 | Opzegging huurovereenkomst van bedrijfsruimte wegens dringend eigen gebruik

Cassatievlog #014 | Opzegging huurovereenkomst van bedrijfsruimte wegens dringend eigen gebruik

Hoge Raad 1 april 2022 (X / Amsterdam-Inn B.V.), ECLI:NL:HR:2022:494

Deze zaak gaat over een verhuurder die zijn pand in Amsterdam uit de verhuur wil halen om er zelf een hotel te beginnen. Daarmee kan hij namelijk meer geld verdienen dan met de verhuur. Er is één probleem: er zit al een huurder in het pand. Die huurder gebruikt het pand ook voor een hotel en is niet van plan te vertrekken. Paul Tanja behandelt deze zaak in 3 minuten aan de hand van een uitspraak van de Hoge Raad.

 

Cassatievlog #014 is ook als podcast beschikbaar.

Archief

Cassatieblog.nl