Selecteer een pagina

Alle berichten met de tag: arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd


HR 7 oktober 2022 ECLI:NL:HR:2022:1374 (Maxs NL B.V. / werknemer)

In dit vlog bespreekt Ruben de Graaff een arrest van de Hoge Raad over de aanzegvergoeding. Dat is de vergoeding die de werkgever moet betalen als hij de werknemer niet (tijdig) schriftelijk informeert over het al dan niet voortzetten van de arbeidsovereenkomst. Wat nu als de werknemer hierover tijdig mondeling is geïnformeerd en daarvan geen nadeel heeft ondervonden? Moet de werkgever ook dan de aanzegvergoeding betalen?

 

Cassatievlog #034 is ook als podcast beschikbaar.

HR 30 november 2018, ECLI:NL:HR:2018:2222

Bij elkaar binnen zes maanden opeenvolgende arbeidsovereenkomsten voor onbepaalde tijd tussen een werknemer en werkgevers die worden geacht elkaars opvolger te zijn, moet de opzegtermijn worden berekend uitgaande van het tijdstip van totstandkoming van de eerste overeenkomst.
Is sprake van een arbeidsovereenkomst van onbepaalde tijd die anders is geëindigd dan door – kort gezegd – opzegging door de werkgever of de faillissementscurator dan wel ontbinding door de rechter en binnen zes maanden wordt opgevolgd door een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd bij een opvolgend werkgever, dan is sprake van samenloop tussen de Ragetlie-regeling van art. 7:667 lid 4 en 5 BW en de regeling van art. 7:668a lid 2 en 4 BW, geldt de laatste overeenkomst op grond van art. 7:668a lid 1 en 2 BW als aangegaan voor onbepaalde tijd, is voor de beëindiging van deze overeenkomst opzegging nodig en geldt dat de opzegtermijn wordt berekend vanaf het aangaan van de eerste overeenkomst (art. 7:667 lid 4 BW en art. 7:668a lid 4 BW).

(meer…)

Cassatieblog.nl