Alle berichten met de tag: belanghebbende


HR 28 maart 2014, ECLI:NL:HR:2014:767

De gehoudenheid om een besluit toereikend te motiveren (art. 7:12 Awb), strekt niet tot bescherming van vermogensbelangen van personen die niet kunnen worden aangemerkt als belanghebbende bij dit besluit in de zin van de Awb. Schending van de motiveringsplicht is dus niet onrechtmatig jegens niet belanghebbenden, nu niet voldaan wordt aan de relativiteitseis van art. 6:163 BW. De motiveringsplicht strekt er toe dat degene die tegen het besluit bezwaar heeft gemaakt en eventuele andere belanghebbenden uit de beslissing kunnen opmaken waarom aan de aangevoerde bezwaren niet is tegemoetgekomen, onder meer met het oog op het al dan niet instellen van rechtsmiddelen. (meer…)

HR 24 januari 2014, ECLI:NL:HR:2014:160

Tegen een machtiging van een bewindvoerder ex art. 1:441 BW, strekkende tot opheffing van huwelijkse voorwaarden waarbij de rechthebbende partij is, staat geen hoger beroep open door de zoons van de rechthebbende met toekomstige, erfrechtelijke aanspraken. Zoons zijn noch op de voet van art. 798 lid 1 Rv, noch op de voet van art. 798 lid 2 Rv als belanghebbenden aan te merken. (meer…)

HR 10 januari 2014, ECLI:NL:HR:2014:51 (mrs. Blokhuis en Smit q.q./verweerster)

(1) Bij een voordracht tot inbewaringstelling van de gefailleerde (art. 87 Fw) treedt de rechter-commissaris op in zijn hoedanigheid van rechter en uit hoofde van zijn wettelijke taak. De rechter-commissaris kan daarom niet worden aangemerkt als een verzoeker of belanghebbende die het recht toekomt een rechtsmiddel in te stellen tegen de op diens voordracht gegeven beschikking van de rechtbank. (2) Bij de beoordeling van een voordracht tot inbewaringstelling is de in art. 587 Rv voor toepassing van lijfsdwang voorgeschreven maatstaf  – met de daarin besloten eisen van proportionaliteit en subsidiariteit – van overeenkomstige toepassing. (meer…)

HR 6 december 2013, ECLI:NL:HR:2013:1586 (Ageas N.V. (vh Fortis N.V.)/VEB NCVB en SICAF c.s.)

Bij de beoordeling of de gang van zaken rondom de overname van ABN AMRO door (o.a.) Fortis als wanbeleid kwalificeert heeft het hof – beoordeeld naar de omstandigheden ten tijde van de gelaakte handelingen en besluitvorming – gekeken naar de kennis en het inzicht die Fortis als systeembank behoorde te hebben. De klacht dat deze beoordeling getuigt van hindsight bias is ongegrond. Bij het oordeel omtrent wanbeleid is niet beslissend of bepaalde gedragingen volgens de Richtlijn Marktmisbruik en de daarop gebaseerde Wet op het financieel toezicht al dan niet toelaatbaar waren, omdat deze normen een andere strekking hebben dan de enquêteregeling van Boek 2 BW. (meer…)

HR 17 mei 2013, LJN BZ3641

Het strookt met de in art. 1:200 BW voorziene beperking van de kring van personen die geacht kunnen worden rechtstreeks bij de ontkenning van het vaderschap te zijn betrokken, om de buiten deze kring vallende personen niet aan te merken als belanghebbenden in de zin van art. 798 lid 1 Rv in verbinding met art. 1:200 BW. (meer…)

Cassatieblog.nl