Selecteer een pagina

Alle berichten van: Maartje Möhring


HR 11 juni 2021 ECLI:NL:HR:2021:859

De schuldenaar kan in hoger beroep opkomen tegen de afwijzing van het primaire verzoek om een bevel tot instemming met een schuldregeling, als de rechtbank (i) ook het subsidiaire verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling heeft afgewezen en (ii) de schuldenaar ook daartegen in hoger beroep opkomt of dit subsidiaire verzoek in hoger beroep niet handhaaft. Dit geldt ook als door de rechtbank nog niet is beslist op het subsidiaire verzoek, maar wel op het primaire verzoek. (meer…)

HR 21 mei 2021, ECLI:NL:HR:2021:748

Pleegouders van een minderjarige die onder toezicht van een gecertificeerde instelling is gesteld en uit huis is geplaatst, hoeven geen toestemming te vragen aan de met het gezag belaste ouders voor het meenemen van de minderjarige op vakanties en uitstapjes. Ook hoeven zij geen toestemming te vragen aan de gecertificeerde instelling, tenzij (a) een voorgenomen uitstapje of vakantie de omgangsregeling met de ouders raakt of (b) de gecertificeerde instelling vooraf kenbaar heeft gemaakt dat – gezien haar toezichthoudende taak – voorafgaande toestemming vereist is. (meer…)

HR 4 juni 2021 ECLI:NL:HR:2021:815

Bij de vraag van welke causaliteitsmaatstaf moet worden uitgegaan om te bepalen of het in een verzekeringsovereenkomst verlangde causale verband aanwezig is, komt het in de eerste plaats aan op wat partijen daarover zijn overeengekomen. Als de overeenkomst daarover niets regelt, is de rechter niet gehouden de aanwezigheid van het causale verband in beginsel te onderzoeken aan de hand van de leer van de dominant cause.  (meer…)

HR 30 april 2021, ECLI:NL:HR:2021:667

(i) Dat bij de uitleg van een distributieovereenkomst door de rechter gebruik wordt gemaakt van een arrest dat deel uitmaakt van het Unierechtelijke mededingingsrecht, kan niet gelijk worden gesteld aan het oordeel dat het Unierechtelijke mededingingsrecht van toepassing is.
(ii) Of objectief gezien noodzaak bestaat tot reorganisatie van het volledige distributienet of van een wezenlijk deel daarvan, moet door de rechter worden beoordeeld aan de hand van de concrete omstandigheden van het geval en staat niet ter discretie van de leverancier. Dit is een autonome Unierechtelijke beoordelingsmaatstaf.  (meer…)

HR 23 april 2021, ECLI:NL:HR:2021:641

(i) De rechter heeft op grond van art. 22a lid 3 Rv de bevoegdheid om toegang tot gegevens, waarvan kennisneming de bescherming van een bedrijfsgeheim onevenredig zou schaden, te beperken. Die bevoegdheid kan de rechter ook ambtshalve toepassen als een partij zich erop beroept dat bepaalde gegevens het karakter van een bedrijfsgeheim hebben.
(ii) Voor de vraag of sprake is van uitputting is niet relevant of de merkhouder het oogmerk had om de producten buiten de EER op de markt te brengen en ook niet of partijen bepaalde afspraken hebben gemaakt ten aanzien van de bestemming van de producten. Evenmin is relevant dat de koper niet in de EER is gevestigd. (meer…)

Cassatieblog.nl