Selecteer een pagina

Alle berichten van: Maartje Möhring


Hoge Raad 13 mei 2022 (De wensouders), ECLI:NL:HR:2022:685

Er bestaat onduidelijkheid over de rechtsgevolgen in Nederland bij draagmoederschap in het buitenland, onder meer met betrekking tot het toepasselijk recht en de erkenning van in het buitenland vastgestelde afstemmingsrechtelijke relaties. De rechtbank Den Haag heeft hierover prejudiciële vragen gesteld aan de Hoge Raad. In dit vlog bespreekt Maartje Möhring het arrest van de Hoge Raad.

Cassatievlog #020 is ook als podcast beschikbaar.

HR 13 mei 2022, ECLI:NL:HR:2022:685

De Hoge Raad ziet op dit moment af van beantwoording van prejudiciële vragen over de rechtsgevolgen van draagmoederschap in het buitenland, omdat hierover op korte termijn een wetsvoorstel bij de Tweede Kamer zal worden ingediend. In de tussentijd kan de rechter in een concrete zaak een beslissing nemen aan de hand van de concrete omstandigheden van het geval. Daarbij kan de rechter ook overeenkomstige toepassing geven aan art. 10:100 en 10:101 BW. (meer…)

HR 22 april 2022, ECLI:NL:HR:2022:622

De vraag wie belanghebbende is in de zin van art. 798 Rv, wordt bepaald door het onderwerp van de aan de rechter voorgelegde zaak en de rechten en verplichtingen waarop de betrokkene zich beroept. Het schrappen van een van de voornamen van een minderjarig kind levert in dit geval een inmenging op in het tussen de man en de zoon bestaande familie- en gezinsleven en in het privéleven van de man. De man dient dan ook te worden aangemerkt als belanghebbende in de procedure over de wijziging van de voornamen van de zoon.  (meer…)

HR 22 april 2022, ECLI:NL:HR:2022:594

In cassatie staat in deze zaak de vraag centraal of in hoger beroep door appellant een (kenbare) grief is gericht tegen een bepaalde – voor appellant nadelige – beslissing van de rechtbank. Dat is van belang, omdat het hof anders in beginsel gebonden is aan die beslissing van de rechtbank. In dit geval was geen (kenbare) grief gericht tegen de voor appellant nadelige beslissing van de rechtbank. Het hof is dan ook buiten de grenzen van de rechtsstrijd in hoger beroep getreden door desondanks op dat punt tot een andere beslissing te komen dan de rechtbank. (meer…)

HR 22 april 2022 ECLINL:HR:2022:622

De Hoge Raad heeft verduidelijkt wie moet worden aangemerkt als belanghebbende in de zin van art. 798 Rv in een procedure over een verzoek tot wijziging van de voornamen van een minderjarig kind. Het antwoord op die vraag is van belang omdat een belanghebbende in de procedure betrokken moet worden en eventueel een rechtsmiddel kan instellen. In dit Cassatievlog bespreekt Maartje Möhring het arrest van de Hoge Raad in 3 minuten.

Cassatievlog #017 is ook als podcast beschikbaar.

Cassatieblog.nl