Selecteer een pagina

Alle berichten van: Sikke Kingma


HvJEU 20 oktober 2016, C‑169/15, ECLI:EU:C:2016:790 (Montis/Goossens)

(1) De termijnen uit de beschermingstermijnrichtlijn zijn niet van toepassing op auteursrechten die aanvankelijk door een nationale wetgeving werden beschermd, maar vóór 1 juli 1995 zijn vervallen. (2) De beschermingstermijnrichtlijn verzet zich niet tegen een nationale wettelijke regeling die aanvankelijk auteursrechtelijke bescherming had verleend aan een werk, maar die vervolgens vóór 1 juli 1995 deze rechten als blijvend vervallen heeft beschouwd wegens het niet voldoen aan een formeel vereiste. (meer…)

HR 18 november 2016, ECLI:NL:HR:2016:2642

Geïntimeerden worden bij verstek veroordeeld ondanks dat zij het verstek hadden gezuiverd. Van die zuivering blijkt niet uit het roljournaal of het arrest, maar het hof verklaart uiteindelijk het verzet tegen de arresten niet-ontvankelijk, omdat door de zuivering het verstek was komen te vervallen. De Hoge Raad oordeelt dat het hof in dit bijzondere geval het verzet toch ontvankelijk had moeten achten, omdat het recht op toegang tot de appelrechter in de kern is aangetast.

(meer…)

HR 16 september 2016, ECLI:NL:HR:2016:2093

Als de appelrechter naar een uitspraak in een andere, samenhangende, procedure verwijst, maar zijn uitspraak daarmee onverenigbaar is, kan dit een motiveringsgebrek zijn waardoor de uitspraak in cassatie vernietigbaar is. (meer…)

HR 30 september 2016, ECLI:NL:HR:2016:2233

De bevoegdheid om als partij in een burgerlijk geding op te treden komt in beginsel alleen toe aan natuurlijke personen en rechtspersonen. Een uitzondering hierop valt uitsluitend aan te nemen als daartoe een bijzondere grond bestaat, zoals in het geval dat de wet een orgaan van een rechtspersoon uitdrukkelijk procesbevoegdheid toekent. Voor het aannemen van procesbevoegdheid is ontoereikend dat de wet het orgaan vertegenwoordigingsbevoegdheid toekent, al dan niet in rechte. (meer…)

HR 2 september 2016, ECLI:NL:HR:2016:2013

In cassatie is alleen plaats voor een veroordeling tot terugbetaling van datgene waartoe een partij in de bestreden uitspraak is veroordeeld, als de Hoge Raad die uitspraak vernietigt en zelf, op de voet van art. 420 Rv, het geding afdoet door de in die uitspraak toegewezen vordering alsnog af te wijzen. (meer…)

Cassatieblog.nl