Dossier: Personen- en familierecht


HR 10 juli 2015, ECLI:NL:HR:2015:1871

(1) De vernietigbaarheid van een verdeling wegens dwaling wordt uitsluitend beheerst door art. 3:196 BW. Dit geldt niet alleen voor de overeenkomst die een verdeling inhoudt, maar ook voor de overeenkomst waarbij de deelgenoten zich tot een bepaalde concreet aangegeven verdeling verplichten (HR 7 april 1995, NJ 1996/499 m.nt. WMK). (2) De in art. 1:87 BW neergelegde regeling voor vergoedingsrechten ter zake van vermogensverschuivingen tussen de privévermogens van echtgenoten bij de verkrijging van een privégoed of de voldoening van een privéschuld, leent zich ook voor toepassing in geval van een vermogensverschuiving bij de verkrijging door echtgenoten van een gemeenschappelijk goed, gefinancierd uit hun privévermogens. (meer…)

HR 29 mei 2015, ECLI:NL:HR:2015:1414 ([minderjarige] / Bureau Jeugdzorg en de moeder)

Indien een verzilveringstermijn, d.i. een termijn waarbinnen de zorg moet zijn aangevangen, in het indicatiebesluit ontbreekt, volgt uit art. 29b lid 4 Wjz (oud) in verbinding met art. 5 lid 1, aanhef en onder d, EVRM dat de rechter een verzoek tot het verlenen van een machtiging gesloten jeugdzorg niet kan toewijzen. Hij kan, indien hij dat geraden acht, het Bureau Jeugdzorg in de gelegenheid stellen een nieuw indicatiebesluit over te leggen waarin bedoelde termijn wel is opgenomen. (meer…)

HR 26 juni 2015, ECLI:NL:HR:2015:1748

Indien aannemelijk is dat rechterlijke machtiging tot verkoop van een huurpand, verleend aan de curator van de geestelijk gestoorde eigenaar, leidt tot een dreiging van inbreuk op huurrechten van de huurder, kan de huurder als belanghebbende in de zin van art. 798 lid 1 Rv worden aangemerkt. (meer…)

Het overzicht van lopende prejudiciële vraag-procedures vermeldt vier nieuwe zaken. De vragen zien op (1) de reikwijdte van art. 431a Rv, (2) de positie van de curator in een verzetprocedure ex art. 10 Fw, (3) de positie van de burgemeester in BOPZ-zaken, (4) de per 1 januari 2015 ingevoerde alleenstaande ouderkop. (meer…)

HR 29 mei 2015, ECLI:NL:HR:2015:1409

De minderjarige mag zonder procesvertegenwoordiging en op informele wijze verzoeken om benoeming van een bijzonder curator. De minderjarige mag de rechter ook op informele wijzen vragen om beslissingen betreffende (i) het eenhoofdig gezag, (ii) omgang en informatie, of (iii) de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken. In hoger beroep kan de minderjarige wél zonder procesvertegenwoordiging opkomen tegen de afwijzing om een bijzonder curator te benoemen, maar niet tegen de beslissing op de andersoortige (informele) verzoeken. Terzake deze beslissingen moet hij vertegenwoordigd worden door een wettelijk vertegenwoordiger of een bijzonder curator. (meer…)

HR 27 maart 2015, ECLI:NL:HR:2015:762

Een vordering tot nadere verdeling van de gemeenschap op grond van art. 3:179 lid 2 BW kwalificeert als een vordering tot verdeling van een gemeenschappelijk goed in de zin van art. 3:178 lid 1 BW. Een dergelijke vordering is derhalve niet aan verjaring onderhevig. (meer…)

Cassatieblog.nl