Dossier: Proces- en beslagrecht


HR 31 oktober 2014, ECLI:NL:HR:2014:3076 (Eisers/Staat)

Indien in de periode tussen de mondelinge behandeling en de uitspraak van de rechter een of meer van de rechters van de zetel worden vervangen, moeten partijen daarover worden geïnformeerd onder opgaaf van redenen en de beoogde uitspraakdatum. Elke partij mag dan een nadere mondelinge behandeling verzoeken ten overstaan van de rechter(s) door wie de uitspraak zal worden gewezen. Als er geen proces-verbaal is van de eerdere zitting mag een dergelijk verzoek niet worden afgewezen. (meer…)

HR 10 oktober 2014, ECLI:NL:HR:2014:2930 (Kameleon en X/mr. Bisscheroux q.q.)

Art. 612 Rv brengt mee dat de rechter in beginsel de schade in zijn vonnis begroot voor zover dit mogelijk is, ook als slechts schadevergoeding op te maken bij staat is gevorderd, maar voldoende is gesteld en is komen vast te staan om te kunnen veroordelen tot een bepaald bedrag. Schade mag ook bij wege van schatting worden begroot, als de schattingen hun grondslag vinden in concrete gegevens ontleend aan de stukken van het geding. (meer…)

HR 3 oktober 2014, ECLI:NL:HR:2014:2894

De toepassing van de art. 140 en 339 Rv in een concreet geval mag niet tot gevolg hebben dat het recht op toegang tot de rechter in de kern wordt aangetast. Daarom is overschrijding van de appeltermijn niet zonder meer fataal in een geval waarin de inleidende dagvaarding niet in persoon is betekend, en het vonnis aan de bij verstek veroordeelde niet bekend is geworden voorafgaand aan het verstrijken van de appeltermijn. (meer…)

HR 3 oktober 2014, ECLI:NL:HR:2014:2898 (Erven X/ Woningstichting Domijn)

Indien noch in de ontbindingsbeschikking, noch in de beëindigingsovereenkomst is bepaald dat de in rechte toegekende ontbindingsvergoeding slechts verschuldigd zal zijn indien de arbeidsovereenkomst per de datum van ontbinding nog bestaat, is de vergoeding verschuldigd, ook al is de arbeidsovereenkomst door het overlijden van de werknemer eerder dan op de datum van ontbinding geëindigd. (meer…)

HR 26 september 2014, ECLI:NL:HR:2014:2816

(1) Het begrip ‘burgerlijke of handelszaken’ van art. 1 EEX-Vo omvat mede een civielrechtelijke veroordeling in een strafrechtelijk vonnis van een gerecht van een lidstaat. (2) De rechtsmiddelprocedure van art. 43 EEX-Vo kan door een enkelvoudige kamer van de rechtbank worden behandeld. (3) Op de rechtsmiddelprocedure zijn de algemene regels voor verzoekschriftprocedures van toepassing, voor zover uit de EEX-Vo of de wet niet anders voortvloeit. Daarom is procesvertegenwoordiging door een advocaat verplicht en kan een proceskostenveroordeling worden uitgesproken. (4) De in art. 281 Rv voorziene herstelmogelijkheid is van overeenkomstige toepassing op het verzuim dat het verweerschrift ten onrechte niet door een advocaat is ondertekend en ingediend. (meer…)

HR 26 september 2014, ECLI:NL:HR:2014:2798, ECLI:NL:HR:2014:2804, ECLI:NL:HR:2014:2813

Uitgangspunt is dat de advocaat die partijen vertegenwoordigt zonder meer geacht wordt op de hoogte te zijn van de in de procedure geldende termijnen en van de vérstrekkende gevolgen die verbonden zijn aan overschrijding daarvan. In deze drie zaken (waarin steeds door het hof akte niet-dienen van grieven is verleend op grond van de toepasselijke procesreglementen) acht de Hoge Raad sprake van een bijzondere situatie, die een uitzondering op dit uitgangspunt rechtvaardigt. (meer…)

Cassatieblog.nl