Selecteer een pagina

Dossier: Proces- en beslagrecht


HR 4 oktober 2013, ECLI:NL:2013:847

(1) Het in art. 1:247 BW neergelegde uitgangspunt van gelijkwaardigheid van de beide ouders en de wenselijkheid van een in beginsel gelijke verdeling van zorg- en opvoedingstaken verzet zich niet tegen een door de rechter, op de voet van art. 1:253a BW, in het belang van de minderjarige te geven vervangende toestemming voor een verhuizing van de minderjarige naar het buitenland met de ouder bij wie de minderjarige zijn hoofdverblijfplaats heeft.
(2) Voor verbetering van een kennelijke fout op de voet van art. 31 Rv is vereist dat voor partijen en derden direct duidelijk is dat van een vergissing sprake is. (meer…)

HR 27 september 2013, ECLI:NL:HR:2013:CA3740 (X/IDM Finance B.V.)

Als een rechtsvordering is gestuit vóór 1 januari 1992 door een naar oud recht geldende stuitingshandeling, dan brengt het overgangsrecht mee dat na die datum de lengte van de nieuwe termijn die aanvangt als gevolg van die stuiting, door het huidige BW wordt bepaald. (meer…)

HR 27 september 2013, ECLI:NL:HR:2013:CA1970

Art. 1:159 lid 2 BW moet aldus worden uitgelegd dat een niet-wijzigingsbeding in een echtscheidingsconvenant van rechtswege vervalt indien het echtscheidingsverzoek niet binnen drie maanden na het aangaan van dat convenant is ingediend. De rechter dient deze bepaling ambtshalve toe te passen. Niet van belang is (dus) of het beroep daarop naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. (meer…)

HR 13 september 2013, ECLI:NL:HR:2013:691

De Hoge Raad geeft een overzicht van de rechtspraak van het HvJ EU over de ambtshalve toepassing van de Richtlijn oneerlijke bedingen en concludeert daaruit dat de appelrechter gehouden is ambtshalve na te gaan of een beding in algemene voorwaarden oneerlijk is in de zin van de richtlijn, ook als hij daarbij buiten het door de grieven ontsloten gebied moet treden. De appelrechter is echter niet tot dit ambtshalve onderzoek gehouden als tegen de toe- of afwijzing van de desbetreffende vordering in hoger beroep niet is opgekomen en hij derhalve als appelrechter niet bevoegd is om over die vordering een beslissing te geven. (meer…)

HR 13 september 2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ9958

Conservatoir bewijsbeslag is ook in niet-IE-zaken mogelijk. De beslaglegging kan slechts plaatsvinden als aan de vereisten van art. 843a Rv is voldaan. De verzoeker moet gegronde vrees voor verduistering stellen. De Hoge Raad geeft verder richtlijnen voor de praktische uitvoering van een conservatoir bewijsbeslag. (meer…)

HR 12 juli 2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ9953 (Mr. Barthel q.q./X c.s.)

De wetgever heeft met het opnemen van art. 15 lid 3 Fw beoogd een afzonderlijke bepaling op te nemen met betrekking tot de vaststelling van het salaris van de curator in geval van vernietiging van het vonnis van faillietverklaring en heeft daarbij ervoor gekozen om voor dit geval een rechtsmiddelenverbod op te nemen. Tegen deze achtergrond kan niet worden aangenomen dat de curator een rechtsmiddel kan aanwenden tegen een ex art. 15 lid 3 Fw genomen beslissing omtrent de faillissementskosten en het salaris van de curator. (meer…)

Cassatieblog.nl