HR 20 januari 2017, ECLI:NL:HR:2017:59 (Aci Adam c.s. / Stichting de Thuiskopie c.s.)
De thuiskopieheffing is niet bedoeld om het nadeel te compenseren van kopieën uit illegale bron. (meer…)
Dossier: Proces- en beslagrecht
HR 20 januari 2017, ECLI:NL:HR:2017:59 (Aci Adam c.s. / Stichting de Thuiskopie c.s.)
De thuiskopieheffing is niet bedoeld om het nadeel te compenseren van kopieën uit illegale bron. (meer…)
HR 20 januari 2017, ECLI:NL:HR:2017:56 (X/EOO) en ECLI:NL:HR:2017:57 (EOO en Staat/VEOB en SUEPO)
De Europese Octrooi Organisatie (EOO) kan zich beroepen op immuniteit van jurisdictie in een geschil met een werkneemster en een geschil met vakbonden. De alternatieve rechtsgang die voor werknemers van EOO ter beschikking staat – een interne procedure bij de International Labour Organisation Administrative Tribunal (ILOAT) – vormt een toereikend alternatief, zodat het beroep van EOO op haar immuniteit niet disproportioneel is. (meer…)
HR 27 januari 2017, ECLI:NL:HR:2017:112 (ING/Verweerders)
Tegen een beschikking van de rechter-commissaris op een verzoek tot verdeling van de executieopbrengst (art. 483 Rv) staat geen hoger beroep open (art. 490d Rv), maar wel cassatieberoep (art. 78 lid 1 RO jo. 398 sub 1 Rv). Het door verweerders op grond van de doorbrekingsgronden ingestelde hoger beroep was daarom niet-ontvankelijk. (meer…)
Per 1 maart 2017 wordt in vorderingszaken in cassatie digitaal geprocedeerd. De Hoge Raad loopt voorop met de invoering van verplicht digitaal procederen. (meer…)
HR 23 december 2016, ECLI:NL:HR:2016:2988 (NBM/Verweerder)
Beroep op medisch voorbehoud uit een 30 jaar oude vaststellingsovereenkomst niet verjaard. Het hof heeft het voorbehoud aldus kunnen uitleggen dat de vordering tot nakoming op zijn vroegst opeisbaar was (in de zin van art. 3:307 lid 2 BW) toen verweerder bekend werd met zijn schade. (meer…)
HR 23 december 2016, ECLI:NL:HR:2016:2986 (Eiser/Waterland c.s.)
Een getuigenverhoor kan om proceseconomische redenen ook met gebruikmaking van een eerder door de getuige ondertekende schriftelijke verklaring worden verricht. De rechter moet bij de bewijswaardering zich dan wel afvragen in hoeverre het bestaan en de manier van totstandkomen van die schriftelijke verklaring afbreuk doen aan de betrouwbaarheid van het getuigenbewijs. (meer…)