Dossier: Proces- en beslagrecht


HR 29 mei 2015, ECLI:NL:HR:2015:1409

De minderjarige mag zonder procesvertegenwoordiging en op informele wijze verzoeken om benoeming van een bijzonder curator. De minderjarige mag de rechter ook op informele wijzen vragen om beslissingen betreffende (i) het eenhoofdig gezag, (ii) omgang en informatie, of (iii) de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken. In hoger beroep kan de minderjarige wél zonder procesvertegenwoordiging opkomen tegen de afwijzing om een bijzonder curator te benoemen, maar niet tegen de beslissing op de andersoortige (informele) verzoeken. Terzake deze beslissingen moet hij vertegenwoordigd worden door een wettelijk vertegenwoordiger of een bijzonder curator. (meer…)

HR 10 april 2014, ECLI:NL:HR:2015:927

De aanhangigheid van het geding (125 lid 5 Rv) vervalt niet indien (1) de (appel)dagvaarding oproept te verschijnen tegen een foutieve verschijndag, (2) het exploot waarmee deze omissie werd hersteld niet tijdig is aangebracht, maar (3) een tweede – rechtsgeldig – herstelexploot is uitgebracht binnen twee weken na de oorspronkelijk aangezegde (foutieve) verschijndag. (meer…)

HR 22 mei 2015, ECLI:NL:HR:2015:1272 (BAe/Modsaf)

Het hof heeft de overwegingen van het scheidsgerecht aldus uitgelegd, dat partijen niet het gezag van gewijsde van het arbitrale tussenvonnis ter discussie wilden stellen. De klacht dat het hof heeft miskend dat arbiters de opdracht hebben geschonden (in de zin van art. 1065 lid 1 sub c (oud) Rv) door ten onrechte gezag van gewijsde toe te kennen aan het arbitrale tussenvonnis mist dus feitelijke grondslag. (meer…)

HR 1 mei 2015, ECLI:NL:HR:2015:1128 (Staat der Nederlanden / verweerder)

1. De rechter die in kort geding moet beslissen op een vordering tot het treffen van een voorlopige voorziening nadat de bodemrechter reeds een uitspraak in de hoofdzaak heeft gedaan, dient zijn uitspraak in beginsel af te stemmen op het oordeel van de bodemrechter, ook al is er een rechtsmiddel tegen die uitspraak ingesteld (afstemmingsregel) 2.Het vorenstaande geldt in beginsel ook indien de rechtmatigheid van een bestuursbesluit door de bestuursrechter is beoordeeld (formele rechtskracht). 3. De civiele (kort geding) rechter is bij de beoordeling van een geschilpunt dat niet de geldigheid van het besluit betreft echter niet gebonden aan de inhoudelijke overwegingen van de bestuursrechter. (meer…)

HR 8 mei 2015, ECLI:NL:HR:2015:1224

Een verweer van een geïntimeerde dat ertoe strekt dat het hof terugkomt van een bindende eindbeslissing die is gegeven na en op basis van een afbakening van de grenzen van de rechtsstrijd in de memories van grieven en van antwoord, is in strijd met de tweeconclusieregel, ook indien het verweer niet kwalificeert als nieuwe grief. (meer…)

HR 1 mei maart 2015, ECLI:NL:HR:2015:1188 (Van As q.q. / Ontvanger)

Alleen door een rechterlijke beslissing kan, in geval van misbruik van bevoegdheid, de schorsende werking aan het verzet van art. 17 lid 2 Invorderingswet worden ontnomen. (meer…)

Cassatieblog.nl