Dossier: Verbintenissenrecht


HR 13 mei 2016, ECLI:NL:HR:2016:852

De oorspronkelijke koper diende rekening te houden met de na ontbinding van de koopovereenkomst ontstane verbintenis tot teruggave van de prestatie, ook al had het hof verzuimd te beslissen op een vordering met diezelfde strekking van de verkoper.

(meer…)

HR 29 april 2016, ECLI:NL:HR:2016:769 (Stichting Erfpachters Belang Amsterdam c.s. / Gemeente Amsterdam)

Diverse oordelen over de geldigheid van de canonherzieningsbepaling in Algemene Bepalingen behorende bij erfpachtakte, waaronder de volgende. 1. Zowel naar oud, als naar nieuw recht (art. 5:85 BW) is voldoende dat de canon bij aanvang van de erfpacht is opgenomen en dat die akte verwijst naar een in de algemene voorwaarden opgenomen herzieningsbepaling. 2. Gelet op de temporele werking van Richtlijn 93/13/EEG is deze niet van toepassing op de hier bestreden Algemene Bepalingen. 3. Een eenzijdige wijzigingsbevoegdheid is niet per definitie onredelijk bezwarend. (meer…)

HR 29 april 2016, ECLI:NL:HR:2016:765 (Gemeente Amsterdam / X)

Het hof heeft te strenge eisen gesteld aan de bepaalbaarheid (art. 6:227 BW) van de korting van de afkoopsom van de erfpachtcanon, door te vergen dat deze korting in de aanbiedingsbrief wordt genoemd of daaruit kan worden opgemaakt. Voldoende is dat de korting overeenkomstig de redelijkheid en billijkheid (art. 6:248 BW) en conform het gemeentelijk besluit betreffende de ingroeiregeling kan worden berekend, bijvoorbeeld door bij het bepalen van de korting aan te sluiten bij de omvang van de korting op de jaarlijks verschuldigde canonbedragen.  (meer…)

HR 15 april 2016, ECLI:NL:HR:2016:660 (Provincie Noord-Holland c.s./Gemeente Amsterdam)

Een voor onbepaalde tijd gesloten duurovereenkomst kan naar de bedoeling van partijen niet-opzegbaar zijn, met dien verstande dat de wederpartij van degene die zich op de niet-opzegbaarheid beroept, onder omstandigheden daartegen een beroep kan doen op art. 6:248 lid 2 BW en 6:258 BW. De stelplicht en bewijslast van de niet-opzegbaarheid rusten op de partij die zich daarop beroept. Voor die stelplicht en bewijslast gelden geen verzwaarde eisen. (meer…)

HR 15 april 2016, ECLI:NL:HR:2016:663 

Het hof is buiten de rechtsstrijd van partijen getreden (art. 24 Rv) door het beroep op verjaring van de man af te wijzen op de grond dat de verjaring is gestuit, nu door de vrouw geen beroep op stuiting was gedaan. (meer…)

Cassatieblog.nl