Alle berichten met de tag: BW art. 6:258


HR 16 mei 2025, ECLI:NL:HR:2025:763

In het wettelijk stelsel van art. 6:248 BW en art. 6:258 BW kan een contractuele bepaling niet op grond van alleen de aanvullende werking van de redelijkheid en billijkheid worden ‘uitgeschakeld’ op de wijze die het hof in deze zaak doet. Het hof had in dit geval een opzegtermijn van een maand vervangen door een termijn van drie maanden. (meer…)

HR 24 december 2021, ECLI:NL:HR:2021:1974

Paul Tanja vertelt over het arrest van de Hoge Raad over huurkorting in corona-tijd. Kan een huurder van bedrijfsruimte huurprijsvermindering krijgen als hij door de coronamaatregelen zijn pand niet meer rendabel kan exploiteren?

 

Cassatievlog #003 is ook als podcast beschikbaar.

Hoge Raad 13 oktober 2017, ECLI:NL:HR:2017:2615

Het oordeel van het hof dat de Gemeente Bronckhorst zich, in verband met de bevolkingskrimp in de regio Achterhoek, niet op de onvoorziene omstandighedenregeling uit de samenwerkingsovereenkomst met twee projectontwikkelaars en art. 6:258 BW kon beroepen, is – mede gelet op de terughoudendheid die geboden is bij toepassing van art. 6:258 BW– niet onjuist of onvoldoende gemotiveerd. (meer…)

HR 6 april 2012, ECLI:NL:HR:2012:BV6727 (A c.s./Tennisvereniging De IJpelaar)

Een kwalitatief recht (art. 6:251 BW) hoeft door de schuldeiser niet mede te zijn bedongen ten behoeve van diens rechtsopvolgers onder bijzondere titel, ook niet naar oud recht. Een beroep op onvoorziene omstandigheden (art. 6:258 BW) – waarvoor in kort geding geen plaats is – mag door de rechter worden opgevat als een beroep op derogerende werking van de redelijkheid en billijkheid (art. 6:248 lid 2 BW). Voor derogerende werking van de redelijkheid en billijkheid is vereist dat gebondenheid aan de overeenkomst naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is, en niet of gebondenheid niet langer redelijk is. (meer…)

Cassatieblog.nl