Selecteer een pagina

Alle berichten met de tag: Rv art. 843a


HR 9 december 2016, ECLI:NL:HR:2016:2834 (Synthon/Astellas)

Prejudiciële vragen aan het HvJEU over de maatstaf voor toewijsbaarheid van een exhibitievordering in IE-zaken: moet onderscheid moet worden gemaakt al naargelang de partij van wie exhibitie wordt verlangd, een (beweerdelijke) inbreukmaker is of een derde? En aan de hand van welke maatstaf moet de gegrondheid worden beoordeeld van een nietigheidsverweer? (meer…)

HR 8 april 2016, ECLI:NL:HR:2016:612 (Schmitz q.q./verweerster)

Van een rechtstreeks en voldoende belang als bedoeld in art. 3:15j, aanhef en onder d BW is geen sprake indien inzage in de boekhouding van de failliet wordt verlangd met het oog op een mogelijk door hem in te stellen vordering tegen een derde, zoals de voormalig beleidsbepaler van een failliete vennootschap. Indien een schuldeiser van de failliet in een dergelijk geval informatie uit diens boekhouding wenst te verkrijgen, kan hij daartoe de weg bewandelen van een op de voet van art. 843a Rv aanhangig te maken vordering tegen de curator. (meer…)

De lijst van lopende zaken vermeldt weer zes nieuwe zaken waarin prejudiciële vragen aan de Hoge Raad zijn gesteld. De vragen zien op (1) de geldigheid van een beding dat verhaal van een bestuursrechtelijke boete mogelijk maakt, (2) de aansprakelijkheid voor dieren jegens medebezitters, (3) de proceskostenveroordeling na intrekking van een kort geding in een IE-kwestie, (4) de exhibitieplicht in IE-zaken en (5) de forfaitaire verhuiskostenvergoeding bij renovatie van huurwoningen. Verder (6) komt er een sequeel op de prejudiciële procedure over het telefoonabonnement met “gratis” toestel (vgl. CB 2014-133). (meer…)

HR 13 november 2015, ECLI:NL:HR:2015:3304 (AIB / Novisem)

(1) Gelet op de strekking van art. 6 Handhavingsrichtlijn is aan het vereiste van het bestaan van een rechtsbetrekking als bedoeld in art. 1019a Rv jo. art. 843a Rv niet reeds voldaan indien (dreigende) inbreuk op een recht van intellectuele eigendom is gesteld. Degene die exhibitie vordert dient zodanig feiten en omstandigheden te stellen én met reeds voorhanden bewijsmateriaal te onderbouwen, dat voldoende aannemelijk is dat een inbreuk is of dreigt te worden gemaakt.

(2) Van ’te koop aanbieden’ in de zin van art. 57 jo. art. 1, aanhef en onder g Zaaizaad- en plantgoedwet (ZPW) is ook sprake indien het aanbod plaatsvindt onder het voorbehoud dat levering, in verband met nog geldende kwekersrechten, nog niet mogelijk is. (meer…)

HR 10 juli 2015, ECLI:NL:HR:2015:1834 (Eisers/Staat)

(1) ’s Hofs oordeel dat het NIFP-rapport, opgesteld naar aanleiding van het Alphense schietincident, niet als strafvorderlijk gegeven in de zin van art. 39f lid 1 Wjsg kan worden aangemerkt, is niet onjuist of onbegrijpelijk. (2) Ook een verbintenis uit de wet kan kwalificeren als rechtsbetrekking in de zin van art. 843a lid 1 Rv. (3) Art. 843a lid 1 Rv vereist niet dat degene tegen wie de exhitibievordering is gericht, partij is bij de rechtsbetrekking in kwestie. (meer…)

Cassatieblog.nl