Redelijkheid is grond voor bijzondere (forfaitaire) vergoeding aan uittredende aandeelhouder

HR 27 januari 2012, LJN ECLI:NL:HR:2012:BU4970
Een redelijke wetstoepassing van art. 2:343 BW brengt mee dat de rechter bij de waardebepaling van de over te nemen aandelen een forfaitaire vergoeding kan opnemen ter hoogte van de wettelijke rente, strekkende tot compensatie van het nadeel dat de uittredende aandeelhouder lijdt bij overdracht van aandelen voorafgaand aan de definitieve vaststelling van de waarde daarvan, door een verschil tussen die waarde en het bij wijze van voorschot betaalde bedrag. De omstandigheid dat geen wettelijke rente is gevorderd, behoefde de Ondernemingskamer niet te weerhouden van toekenning van die vergoeding. Omdat de koopsom pas opeisbaar wordt twee weken nadat de onherroepelijke uitspraak waarbij deze is vastgesteld is betekend, kan deze uitspraak niet uitvoerbaar bij voorraad worden verklaard. (meer…)
Hoge Raad bevestigt in-beginsel-recht op pleidooi in appèl

HR 27 januari 2012, LJN ECLI:NL:HR:2012:BU8513 (Weef c.s./Banque Artesia) en ECLI:NL:HR:2012:BU7254 (V./Verster q.q.)
Bij de beoordeling van een door de wederpartij gemaakt bezwaar tegen een verzoek om pleidooi, of van wat de eisen van een goede procesorde verlangen, kan van belang zijn of de procedure bij toewijzing van dat verzoek onredelijk wordt vertraagd. De rechter dient daartoe de procedure in haar geheel te bezien. In dat verband is onder meer van belang of partijen, in eerste instantie dan wel in hoger beroep, hun standpunten al mondeling hebben uiteengezet. Als de partij die pleidooi in appèl verzoekt dat noch in eerste aanleg, noch in hoger beroep heeft gedaan, moet het pleidooiverzoek in beginsel zonder meer worden toegewezen en dient de motivering van een afwijzing van het verzoek aan nog hogere eisen te voldoen dan zonder deze bijzonderheid het geval zou zijn. (meer…)
Gerechtelijke omzwervingen door schending verbod van terugverwijzing

HR 27 januari 2012, LJN ECLI:NL:HR:2012:BU6510
De rechter naar wie het geding door de Hoge Raad is verwezen, dient het geding zelf verder te behandelen en af te doen zonder dit weer te verwijzen. Dit is slechts anders indien de Hoge Raad bij zijn verwijzing met zoveel woorden de mogelijkheid tot verdere verwijzing heeft geopend. Omdat de Hoge Raad dat in dit geval in de eerste cassatieprocedure niet had gedaan, had het Amsterdamse hof het geding niet mogen terugverwijzen naar de rechtbank Rotterdam. (meer…)
Griffierecht en het recht op toegang tot de rechter

HR 27 januari 2012, ECLI:NL:HR:2012:BV2020 (Atrecht Holding/Rabobank Noord Oost Veluwe)
De heffing van griffierechten is weliswaar te beschouwen als een beperking van het recht op toegang tot de rechter, maar die beperking is niet onverenigbaar met art. 6 EVRM zolang het recht op toegang tot de rechter niet in zijn kern wordt aangetast. In dit geval is niet gebleken dat verzoekster tot cassatie (die door rechtbank en hof failliet is verklaard) niet in staat is het verschuldigde griffierecht te voldoen. (meer…)
BOPZ: de geneesheer-directeur moet psychiater zijn

HR 27 januari 2012, ECLI:NL:HR:2012:BV2026 en ECLI:NL:HR:2012:BV2028
Voor iemand die al vrijwillig in een inrichting verblijft, kan de geneesheer-directeur, indien hij niet tevoren bij de behandeling was betrokken, een geneeskundige verklaring afgeven, die de grondslag kan vormen voor gedwongen voortzetting van dat verblijf. De geneesheer-directeur moet in dat geval wel de bevoegdheid hebben de titel van psychiater of zenuwarts te voeren. (meer…)
Recente berichten
- Benoemingen advocaten-generaal bij de Hoge Raad
- Geen sprake van herstelexploot bij tijdige, maar later ingetrokken appeldagvaarding
- Cassatievlog #127 | Verbeurd aandeel in gemeenschapsgoed gaat van rechtswege over
- Enkele perikelen bij het aanhaken bij een eerder ingestelde collectieve vordering
- Cassatievlog #126 | Termijnverlenging WAMCA-procedure heeft geen algemene werking
- Wanneer moet een niet-geregistreerd geneesmiddel worden vergoed?
- Cassatievlog #125 | Natrekking, maar geen verrijking
- De positie van een dynamisch incorporatiebeding bij een overgang van onderneming
Dossiers
- Aanbestedingsrecht (13)
- Aansprakelijkheid en schadevergoeding (327)
- Arbeidsrecht (232)
- Bijzondere overeenkomsten (47)
- Caribisch recht (Aruba, Curaçao en Sint Maarten, BES) (67)
- Erfrecht (38)
- Europees recht (87)
- Financieel recht (51)
- Goederenrecht (93)
- Grondrechten en mensenrechten (63)
- Hoge Raad Algemeen (60)
- Huurrecht (79)
- Huwelijksvermogensrecht (68)
- Insolventierecht (201)
- Intellectuele-eigendomsrecht (116)
- Internationaal privaatrecht (81)
- Internationaal publiekrecht (25)
- Kooprecht (14)
- Mededingingsrecht (20)
- Ondernemingsrecht (103)
- Onteigeningsrecht (71)
- Overheidsrecht (178)
- Pensioenrecht (23)
- Personen- en familierecht (210)
- Prejudiciële uitspraken HvJEU (27)
- Prejudiciële vragen Hoge Raad (137)
- Privacy -AVG (4)
- Proces- en beslagrecht (861)
- Strafrecht (8)
- Verbintenissenrecht (297)
- Vermogensrecht algemeen (86)
- Vervoersrecht (26)
- Verzekeringsrecht (78)
- Wetgeving cassatierechtspraak (13)
- Wvggz – Wzd (Wet Bopz oud) (120)