Dossier: Europees recht


HR 8 juli 2016, ECLI:NL:HR:2016:1431 (Diageo/Simiramida)

Op grond van het Unierecht is uitgangspunt dat de nationale rechter die in een bij hem aanhangig geding een prejudiciële vraag aan het HvJEU heeft gesteld, is gebonden aan de uitspraak van het HvJEU in de prejudiciële procedure. Hieruit volgt dat het de nationale rechter niet vrijstaat om te treden in de juistheid van de oordelen van het HvJEU. (meer…)

HR 27 mei 2016, ECLI:NL:HR:2016:994 (Commerz Nederland N.V. / Havenbedrijf Rotterdam N.V.)

Voor beantwoording van de vraag of een garantieverlening door een openbaar bedrijf aan de overheid kan worden toegerekend is bepalend of uit het gehele samenstel van aanwijzingen kan worden afgeleid dat de overheid in het concrete geval wel of niet bij het verlenen van de garanties betrokken was. Voor die betrokkenheid is in elk geval niet voldoende dat een door de overheid gecontroleerd openbaar bedrijf die garanties heeft verleend. (meer…)

HR 29 april 2016, ECLI:NL:HR:2016:769 (Stichting Erfpachters Belang Amsterdam c.s. / Gemeente Amsterdam)

Diverse oordelen over de geldigheid van de canonherzieningsbepaling in Algemene Bepalingen behorende bij erfpachtakte, waaronder de volgende. 1. Zowel naar oud, als naar nieuw recht (art. 5:85 BW) is voldoende dat de canon bij aanvang van de erfpacht is opgenomen en dat die akte verwijst naar een in de algemene voorwaarden opgenomen herzieningsbepaling. 2. Gelet op de temporele werking van Richtlijn 93/13/EEG is deze niet van toepassing op de hier bestreden Algemene Bepalingen. 3. Een eenzijdige wijzigingsbevoegdheid is niet per definitie onredelijk bezwarend. (meer…)

HvJ EU 7 april 2016, C-460/14, Massar/DAS) en HvJ EU 7 april 2016, C-5/15, Büyüktipi/Achmea c.s.

Het recht op vrije advocaatkeuze geldt ook voor (1) de ontslagprocedure ex art. 6 BBA en (2) de bezwaarprocedure tegen een indicatiebesluit van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ). (meer…)

HR 26 februari 2016, ECLI:NL:HR:2016:340 (X / Stichting Trudo)

Nu eiser in hoger beroep een beroep deed op matiging van de contractuele boete en aldus is opgekomen tegen de toewijzing van de gevorderde boete, had het hof – ondanks het ontbreken van een grief tegen het ambtshalve oordeel van de kantonrechter dat het boetebeding niet oneerlijk was in de zin van de Richtlijn oneerlijke bedingen (Richtlijn 93/13/EEG) – ambtshalve het boetebeding (opnieuw) moeten toetsen aan de bepalingen van de Richtlijn. (meer…)

HR 12 februari 2016, ECLI:NL:HR:2016:236 (Lindorff/A)

(1) Art. 7:61 lid 2 BW en 7A:1576 lid 2 BW vereisen dat bij een telefoonabonnement inclusief toestel in de overeenkomst de door de consument te betalen koopprijs voor de mobiele telefoon afzonderlijk wordt bepaald. (2) De rechter dient ambtshalve te beoordelen of aan deze voorwaarde is voldaan, en kan zo nodig ook ambtshalve de overeenkomst vernietigen of oordelen dat deze geen rechtsgevolg heeft. (3) In geval van een nietige of vernietigde overeenkomst mag de consument in beginsel volstaan met teruggave van het toestel in de staat waarin dit zich op het moment van de teruggave bevindt, zonder een gebruiksvergoeding verschuldigd te zijn. (meer…)

Cassatieblog.nl