

De ‘duidelijk- en ondubbelzinnigheidsmaatstaf’ geldt niet bij opzegging door de werkgever
HR 26 januari 2024, ECLI:NL:HR:2024:111
Bij de beoordeling of de werkgever de arbeidsovereenkomst heeft opgezegd, geldt niet de eis dat sprake is van een daarop gerichte duidelijke en ondubbelzinnige verklaring van de werknemer. Lees meer…

Cassatievlog #086 | Erkenning van kind na kunstmatige bevruchting
HR 2 februari 2024 ECLI:NL:HR:2024:148
Deze zaak gaat over erkenning van een kind door een vrouw die ten tijde van de zwangerschap en de geboorte een relatie had met de moeder. Daarvoor is – bij gebreke van toestemming van de moeder – onder meer vereist dat de vrouw als levensgezel van de moeder heeft ingestemd met een daad die de verwekking van het kind tot gevolg kan hebben gehad (art. 1:204 lid 4 BW). De Hoge Raad legt uit hoe dit vereiste moet worden uitgelegd in gevallen van kunstmatige bevruchting. Gijsbrecht Nieuwland bespreekt deze zaak.
Cassatievlog #086 is ook als podcast beschikbaar.

Cassatieberoep van een tussenuitspraak
HR 19 januari 2024, ECLI:NL:HR:2024:57
Cassatieberoep van een tussenuitspraak kan alleen tegelijk met het cassatieberoep van de einduitspraak worden ingesteld (tenzij de rechter tussentijds cassatieberoep heeft opengesteld). De doorbrekingsjurisprudentie vindt hierbij geen toepassing. Lees meer…

Benoeming drie advocaten-generaal bij de Hoge Raad
De Ministerraad heeft op 26 januari 2024 ingestemd met de benoeming van drie advocaten-generaal bij de Hoge Raad der Nederlanden.

Toegewezen verklaring voor recht ten onrechte aangemerkt als verklaring van waardeloosheid
HR 22 december 2023, ECLI:NL:HR:2023:1800
De Hoge Raad oordeelt dat een door de rechtbank toegewezen verklaring dat een recht waarvan de vestiging is ingeschreven in de openbare registers nietig is, geen verklaring van waardeloosheid in de zin van artikel 3:29 lid 1 BW is. Alleen een verklaring waarbij de rechtbank een inschrijving met zoveel woorden waardeloos verklaart, is een verklaring als bedoeld in artikel 3:29 lid 1 BW. Dit betekent dat het oordeel van het hof dat appellanten niet-ontvankelijk zijn in hun hoger beroep omdat zij de uitspraak van de rechtbank niet hebben ingeschreven in het rechtsmiddelenregister, onjuist is. Lees meer…

Slagende motiveringsklacht over onbegrijpelijke uitleg buitenlands recht
Cassatieblog HR 24 november 2023, ECLI:NL:HR:2023:1630 (Ontbinding Montenegrijns huwelijk)
Deze zaak gaat over de ontbinding van een in Berane (tegenwoordig Montenegro) gesloten huwelijk. Het hof had een Duitstalig boek gebruikt voor het antwoord op de vraag of en hoe huwelijkse voorwaarden rechtsgeldig gemaakt konden worden volgens het destijds in Berane geldende recht. Een motiveringsklacht over ’s hofs lezing van dat boek slaagt. Lees meer…

Stelplicht ten aanzien van mede-eigendom
HR 12 januari 2024, ECLI:NL:HR:2024:24
De Hoge Raad oordeelt dat het hof te hoge eisen heeft gesteld aan de stelplicht van eiser, dan wel een onbegrijpelijke uitleg heeft gegeven aan de gedingstukken. Voorts herhaalt de Hoge Raad dat voor een succesvol beroep op rechtsverwerking sprake moet zijn van bijzondere omstandigheden op grond waarvan bij de wederpartij gerechtvaardigd vertrouwen is gewekt dat de rechthebbende zijn aanspraak niet meer geldend zal maken, of waardoor de positie van de wederpartij onredelijk verzwaard of benadeeld zou worden, indien het recht alsnog geldend wordt gemaakt.

Cassatievlog #085 | Moet ook een werkgever de arbeidsovereenkomst duidelijk en ondubbelzinnig opzeggen?
HR 26 januari 2024 ECLI:NL:HR:2024:111
De Hoge Raad heeft een arrest gewezen over de maatstaf voor de opzegging van een arbeidsovereenkomst door de werkgever. Jerre de Jong bespreekt in 3 minuten dit arrest.
Cassatievlog #085 is ook als podcast beschikbaar.

Handhaven van vernietigbaar octrooi leidt niet automatisch tot ongerechtvaardigde verrijking
HR 23 november 2023, ECLI:NL:HR:2023:1513 (Menzis/AstraZeneca)
De omstandigheid dat een partij niet onrechtmatig heeft gehandeld, brengt niet zonder meer mee dat de verrijking als gevolg van dat handelen gerechtvaardigd is. Handhaving van een later vernietigd octrooi brengt echter nog niet zonder meer mee dat de daardoor opgetreden verrijking van de octrooihouder ongerechtvaardigd is. Lees meer…

Een ‘8 EVRM-verweer’ vereist gedetailleerd rechterlijk onderzoek
HR 12 januari 2024, ECLI:NL:HR:2024:25 (Woonwagenbewoner/Gemeente Haarlem)
De ontruiming van een woning – of, zoals hier, een woonwagenstandplaats – vormt een (soms te rechtvaardigen) inmenging op het recht op eerbiediging van de woning (art. 8 EVRM). Wanneer dit grondrecht als verweer opgeworpen wordt, moet de rechter dat verweer gedetailleerd onderzoeken en zijn beslissing daaromtrent afdoende motiveren. Lees meer…