

A-G Keus: geen leeftijdsdiscriminatie vliegers KLM
Advocaat-Generaal mr. L.A.D. Keus heeft geconcludeerd dat KLM zich niet schuldig maakt aan ontoelaatbare leeftijdsdiscriminatie doordat KLM-vliegers in beginsel op 56-jarige leeftijd, maar uiterlijk op 60-jarige leeftijd, met pensioen moeten gaan. Lees meer…

Kwalitatief recht ook mogelijk zonder kwalitatieve verplichting
HR 20 april 2012, ECLI:NL:HR:2012:BV5555
Kwalitatieve rechten in de zin van art. 6:251 BW kunnen ook ontstaan zonder dat de overeenkomende partijen aan de zijde van de debiteur een kwalitatieve verplichting als bedoeld in art. 6:252 BW in het leven roepen, zonder dat de partijen in hun overeenkomst bepalen dat de rechten als kwalitatieve rechten zullen overgaan op verkrijgers onder bijzondere titel en ook zonder dat die rechten in de openbare registers openbaar worden ingeschreven. Lees meer…

Kapitalisatiefactor financieringsschade niet afhankelijk van eventuele bedrijfsverplaatsing
HR 20 april 2012, ECLI:NL:HR:2012:BV6657 (Dusseldorp/Apeldoorn)
De kapitalisatiefactor voor de berekening van financieringsschade bij onteigeningen houdt geen verband met de termijn waarbinnen een redelijk handelende ondernemer zijn bedrijf verplaatst. De rechtbank had de factor dan ook niet mogen verlagen omdat een eerdere bedrijfsverplaatsing een rationele ondernemerskeuze zou zijn. Lees meer…

Vestiging in het buitenland en het ouderschapsplan
HR 13 april 2012, ECLI:NL:HR:2012:BV2363
Het hof heeft een verzoek van de moeder tot vervangende toestemming voor een verhuizing met haar kinderen naar Spanje mogen afwijzen, nu er een bijzonder groot risico bestaat dat de gelijkwaardigheid van ouders (in de zin van de Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding) niet meer kan worden nagestreefd of bereikt in een situatie dat het hoofdverblijf van de minderjarigen in Spanje zal worden bepaald. Dit oordeel is niet is strijd met art. 8 EVRM, nu het in de eerste plaats berust op het door het hof vastgestelde belang van de kinderen. Lees meer…

Buitengerechtelijke vernietigingsverklaring, schuldeisersverzuim en wettelijke rente over proceskosten
HR 13 april 2012, ECLI:NL:HR:2012:BV2629 (X/mr. Tiethof q.q.)
Indien de bij een rechtshandeling betrokken partijen berusten in de buitengerechtelijke vernietiging daarvan, geldt ten opzichte van een derde het vermoeden dat deze vernietigingsverklaring effect heeft gehad. Het ligt op de weg van de derde om dit vermoeden te ontzenuwen. Derdenbeslag onder de schuldenaar ten laste van zijn schuldeiser levert in beginsel schuldeisersverzuim op. Was de schuldenaar ten tijde van de beslaglegging reeds in verzuim, dan ligt het echter op zijn weg om aan te tonen dat hij wel in staat en bereid was zijn verbintenis te voldoen, maar daartoe uitsluitend door het derdenbeslag werd verhinderd. Lees meer…

VN heeft immuniteit voor vordering Moeders van Srebrenica
HR 13 april 2012, ECLI:NL:HR:2012:BW1999 (Stichting Mothers of Srebrenica c.s./Staat en Verenigde Naties)
De immuniteit die aan de Verenigde Naties (VN) is verleend, is absoluut. Het handhaven daarvan behoort tot de verplichtingen van de leden van de VN die ingevolge art. 103 van het VN-Handvest in geval van strijdigheid voorrang hebben boven verplichtingen krachtens andere internationale overeenkomsten. Uit de uitspraak van het Internationaal Gerechtshof (IGH) van 3 februari 2012 volgt dat ook de bijzondere ernst van de verwijten die in dit geval aan de VN worden gemaakt (te weten het niet voorkomen van de genocide die na de val van de enclave Srebrenica door de Bosnische Serviërs is gepleegd), niet kan meebrengen dat aan de VN in deze procedure geen immuniteit toekomt. Lees meer…

Over mededelingen en controle
HR 13 april 2012, ECLI:NL:HR:2012:BV6693 (Erdem/Rabobank)
Een assurantietussenpersoon mag in het algemeen afgaan op de juistheid van een mededeling van zijn opdrachtgever dat is voldaan aan de uit de polis voortvloeiende verplichtingen tot het nemen van preventiemaatregelen. Behoudens bijzondere omstandigheden gaat zijn zorgplicht dan ook niet zo ver dat hij dient te controleren of die mededeling juist is. Lees meer…

Tijdelijke huur van woonruimte in een slooppand
HR 13 april 2012, ECLI:NL:HR:2012:BV2628
Art. 15 Leegstandswet staat niet aan de toepasselijkheid van art. 7:232 lid 2 BW in de weg. Het arrest van de Hoge Raad van 30 mei 1975, ECLI:NL:HR:1975:AC5593 (Stichting Studentenhuisvesting Tilburg), heeft ook na de invoering van art. 7:232 lid 4 BW zijn betekenis behouden. Lees meer…

Toepassingsbereik herstelregeling van art. 31 Rv
HR 13 april 2012, ECLI:NL:HR:2012:BV5549 (Palu di Mangel/Korpodeko)
Een onjuiste beslissing ten aanzien van de vraag of het griffierecht tijdig is betaald, is geen fout die zich leent voor eenvoudig herstel in de zin van art. 66 Rv Curaçao (art. 31 Rv NL). Lees meer…

De rol van de Hoge Raad in alimentatiezaken
De alimentatierechter is steeds op zoek naar een balans tussen maatwerk en efficiency: Tremanormen worden soms niet slechts als richtlijn, maar als regels gehanteerd. De Hoge Raad acht dat laatste niet toelaatbaar. Deze controle ziet dus op een juiste rechtstoepassing (individuele rechtsbescherming) en niet zo zeer op het bevorderen van de rechtseenheid. In het Nederlandse Juristenblad schrijft Ans van Duijvendijk-Brand over deze bijzondere rol die de Hoge Raad speelt in het alimentatierecht. Lees meer…