Persoonlijke aansprakelijkheid faillissementscurator alleen bij persoonlijk verwijt
HR 16 december 2011, ECLI:NL:HR:2011:BU4204 (Curator X/Y)
Voor zover de faillissementscurator bij de uitoefening van zijn taak niet is gebonden aan regels, komt hem in beginsel een ruime mate van vrijheid toe. Bij toepassing van de Maclou-norm, die ziet op de persoonlijke aansprakelijkheid van de curator in een geval dat die vrijheid voor hem bestond, past terughoudendheid. Voor persoonlijke aansprakelijkheid van de curator is immers een persoonlijk verwijt vereist. Daarvoor is vereist dat de curator de onjuistheid van zijn handelen inzag dan wel redelijkerwijze behoorde in te zien. Lees meer…
Kosten van verplaatsing kabels en leidingen bij gezamenlijk project Staat en gemeenten
HR 16 december 2011, ECLI:NL:HR:2011:BT685 (Staat/KPN c.s.)
In deze zaak hebben de Staat en verschillende gemeenten gezamenlijk opdracht gegeven voor de uitvoering van werkzaamheden met betrekking tot een aantal percelen grond. Deze waren aanvankelijk eigendom van de gemeenten, en zijn nadien aan de Staat overgedragen. Centraal staat de vraag of in die situatie de eigenaren van kabels en leidingen in de grond uit hoofde van art. 5.8 lid 1 Telecommunicatiewet de door de werkzaamheden noodzakelijke kosten van verplaatsing van hun kabels en leidingen moeten vergoeden. De Hoge Raad vernietigt het arrest van het hof, dat had geoordeeld dat in dit geval de verplaatsingskosten voor rekening van de Staat en de gemeenten blijven. Lees meer…
Wilsovereenstemming over arbeidsovereenkomst ondanks discussie over optiepakket
HR 9 december 2011, ECLI:NL:HR:2011:BT6408 (TomTom c.s./X)
Nadat partijen in deze zaak op hoofdlijnen overeenstemming hadden bereikt over de indiensttreding van X als CFO bij TomTom, hebben zij verder onderhandeld over de arbeidsvoorwaarden, met name over de toekenning van een optiepakket aan X. De Hoge Raad laat het oordeel van het hof in stand dat tussen partijen een arbeidsovereenkomst is gesloten die vervolgens eenzijdig door TomTom is beëindigd. Ook blijft het oordeel van het hof overeind dat de opschortende voorwaarde van ondertekening van de arbeidsovereenkomst, die gold voor de toepasselijkheid van een overeengekomen ontslagregeling, gelet op art. 6:23 BW als vervuld heeft te gelden. Lees meer…
Partijbedoeling speelt beperkte rol bij werknemersbegrip BBA
HR 9 december 2011, ECLI:NL:HR:2011:BT7500 (Tros/X)
De in art. 1, onder b sub 2°, BBA genoemde criteria – die mede bepalen of sprake is van een “werknemer” in de zin van het BBA – zijn objectief van aard, met uitzondering van het eerste criterium. Bij beoordeling van de vraag of een persoon werknemer is in de zin van die bepaling, wordt dus (bij toepassing van drie van de vier criteria) niet meegewogen wat partijen bij het aangaan van de arbeidsrelatie hebben beoogd. Vereist maar ook voldoende is dat op het moment van beëindiging van de arbeidsverhouding aan deze criteria wordt voldaan. Lees meer…
Conservatoir scheepsbeslag ten laste van een ander dan scheepseigenaar is ook mogelijk op zusterschepen van die ander
HR 9 december 2011, ECLI:NL:HR:2011:BT2708 (Furtrans/Augusta)
Het Brussels Beslagverdrag 1952 (Trb. 1981, 165) geeft eenvormige regels voor conservatoir beslag op zeeschepen voor zeerechtelijke vorderingen. Het beslag kan worden gelegd op het schip waarop de vordering betrekking heeft. Daarnaast kan beslag worden gelegd op andere schepen van de debiteur (“zusterschepen”), ongeacht of hij het gezag of de feitelijke macht over het schip heeft waarop de vordering betrekking heeft en uit dien hoofde aansprakelijk is. Het beslag dient uitsluitend ter verzekering van de zeerechtelijke vordering en kan daarom slechts doel treffen als het op de vordering toepasselijke recht verhaal op of afgifte van het schip mogelijk maakt. Lees meer…
Ook voor verweren van de geïntimeerde geldt de twee-conclusie-regel
HR 9 december 2011, ECLI:NL:HR:2011:BR2045
Ook voor verweren die door de geïntimeerde worden aangevoerd tegen de vordering van de oorspronkelijke eiser, geldt dat uitbreiding daarvan dient plaats te vinden in de eerste conclusie in hoger beroep. Lees meer…
Gezag van gewijsde parallelarrest ontneemt belang aan cassatieberoep
HR 9 december 2011, ECLI:NL:HR:2011:BT7594 (X/Christelijk Gereformeerde Kerk te Zeewolde c.s.)
In een parallelzaak is onherroepelijk beslist over dezelfde rechtsbetrekking als die in dit arrest is beoordeeld. De beslissing in de parallelzaak heeft daarom ingevolge art. 236 lid 1 Rv tussen partijen bindende kracht. Daarom heeft eiser tot cassatie geen belang meer bij de beoordeling van het in de onderhavige zaak aangevoerde middel. Lees meer…
Stelplicht benadeelde en taak van de rechter bij begroting van schade
HR 9 december 2011, ECLI:NL:HR:2011:BR5211
De benadeelde hoeft slechts feiten en omstandigheden te stellen waaruit kan worden afgeleid dat schade is geleden. Nu de benadeelde in dit geval aan deze stelplicht heeft voldaan, had het hof hetzij de zaak moeten verwijzen naar de rol voor uitlating van partijen over de omvang van de schade, hetzij partijen naar de schadestaat moeten verwijzen, ook zonder dat dit uitdrukkelijk was gevorderd, hetzij de omvang van de schade op de voet van artikel 6:97 BW dienen te schatten. De Hoge Raad doet de zaak zelf af. Lees meer…
Schorsing procedure na schorsing advocaat
HR 9 december 2011, ECLI:NL:HR:2011:BT2915
Schorsing van de door een partij gestelde advocaat (hetzij op grond van een disciplinaire maatregel, hetzij op een andere wettelijke grond zoals faillissement) valt onder “verlies van de hoedanigheid van advocaat” als bedoeld in art. 226 Rv, en leidt dus ertoe dat het geding van rechtswege wordt geschorst. De Hoge Raad geeft enkele praktische aanwijzingen hoe de rechter in dat geval dient te handelen. Lees meer…
Gewone motiveringseisen bij afwijken van deskundigenadvies
HR 9 december 2011, ECLI:NL:HR:2011:BT2921 (X en Y / Stichting Flevoziekenhuis)
Kinderarts heeft niet gehandeld in strijd met wat van een redelijk bekwaam en redelijk handelend kinderarts mocht worden verwacht, door in de gegeven omstandigheden geen controle uit te voeren naar de effectiviteit van het bij een pasgeborene ingezette glucosebeleid (het toedienen van extra glucose). Indien de rechter afwijkt van de zienswijze van de door hem benoemde deskundige gelden in beginsel de gewone motiveringseisen. Lees meer…