Selecteer een pagina

Alle berichten met de tag: BW art. 6:162


HR 9 januari 2014, ECLI:NL:HR:2015:37 (Gemeente Haarlem/Verweerster)

De regeling van art. 75 Wet bodembescherming (Wbb) laat onverlet dat een overheidslichaam op de grondslag van onrechtmatige daad (art. 6:162 BW) vergoeding kan vorderen van schade die het in de hoedanigheid van grondeigenaar lijdt wegens kosten van onderzoek en sanering. (meer…)

HR 21 november 2014, ECLI:NL:HR:2014:3350 (Liander / KWS)

De vordering uit hoofde van schending van de zorgplicht (art. 6:162 BW) stoelt op verwijten van andere aard dan die welke verband houden met het gebruik van schepen (en daarmee gelijkgestelde voorwerpen). Van samenloop van rechtsvorderingen tegen dezelfde persoon is dus geen sprake. De door de opdrachtgever jegens de (hoofd)aannemer ingestelde rechtsvordering kan dan ook niet worden aangemerkt als een rechtsvordering tot vergoeding van schade, veroorzaakt door een voorval als bedoeld in art. 8:1793 BW, zodat de daarin vervatte verjaringstermijn van twee jaar niet van toepassing is. (meer…)

HR 5 september 2014, ECLI:NL:HR:2014:2628

In geval van onrechtmatig handelen bij de taakvervulling als bestuurder van een vennootschap, is deze bestuurder slechts persoonlijk aansprakelijk voor de schade die de wederpartij lijdt ten gevolge van wanprestatie of een onrechtmatige daad van de vennootschap als die bestuurder ter zake van de benadeling persoonlijk een ernstig verwijt kan worden gemaakt. (meer…)

HR 4 april 2014, ECLI:NL:HR:2014:829 (Eisers/Curatoren Air Holland)

Voor bestuurdersaansprakelijkheid wegens het bewerkstelligen of toelaten dat de vennootschap haar verplichtingen niet nakomt en ter zake ook geen verhaal biedt, is vereist dat de bestuurder een ernstig verwijt treft (vgl. HR 8 december 2006, ECLI:NL:HR:2006:AZ0758). In een geval als het onderhavige, waarin bestuurders zich hebben beroepen op verrekening met een vooralsnog onzekere tegenvordering, is hiervoor voldoende dat de bestuurder ten tijde van het hem verweten handelen of nalaten ernstig rekening had moeten houden met de mogelijkheid dat ondanks de gestelde tegenvordering een vordering op de vennootschap zou resteren. (meer…)

HR 4 oktober 2013, ECLI:NL:HR:2013:CA3751

Het hof heeft miskend dat de omstandigheden waaronder het watersportongeval (waarvoor de ouders van de bestuurder ingevolge art. 6:169 BW(NA) aansprakelijk zijn) plaatsvond, kunnen meebrengen dat de billijkheid een andere verdeling van de schade vereist. (meer…)

Cassatieblog.nl