Alle berichten met de tag: RO art. 79


HR 6 december 2013, ECLI:NL:HR:2013:1613 (Makro c.s./Diesel)

Als een licentienemer een contractsbepaling schendt die ertoe strekt de merkhouder in staat te stellen de kwaliteit van de gemerkte waren te controleren, brengt het Copad-arrest van het Hof van Justitie mee dat geen sprake is van toestemming van de merkhouder voor het op de markt brengen van deze waren in de zin van artikel 7 lid 1 Merkenrichtlijn. (meer…)

HR 22 november 2013, ECLI:NL:HR:2013:1391 (CNV Vakmensen c.s./Vebidak)

Art. 17 van de CAO voor de Bitumineuze en Kunststof Dakbedekkingsbedrijven beoogt, blijkens zijn inhoud en opbouw, uitsluitend een vergoeding te bieden voor de duur van het vervoer dat onder het gezag van de werkgever plaatsvindt (en niet voor het normale woon-werkverkeer). Het is aan partijen overgelaten om afspraken te maken over de vergoeding van reistijd als de reis geen onderdeel uitmaakt van de overeengekomen arbeid. (meer…)

HR 6 april 2012, ECLI:NL:HR:2012:BV1522 (Al Rafidain Bank/Solvochem-Holland)

Uit de acceptatie van de getrokken wissels kon het hof afleiden dat de bank deze in overeenstemming achtte met de voorwaarden van het documentairkrediet en de verschuldigdheid van de bedragen onder het accreditief heeft erkend. Het oordeel van het hof dat in de verhouding tussen een bank en een begunstigde uit hoofde van documentair accreditief de openende bank geldt als de partij die de kenmerkende prestatie verricht, getuigt niet van een onjuiste rechtsopvatting (vgl. ECLI:NL:HR:2012:BV1523). Over de juistheid van toepassing van het Iraaks verjaringsrecht kan in cassatie niet worden geklaagd. (meer…)

HR 30 maart 2012, ECLI:NL:HR:2012:BW0404

De Wet Bopz bedreigt overschrijding van de beslistermijn van drie weken in geval van  een verzoek om ontslag uit een psychiatrisch ziekenhuis niet uitdrukkelijk met nietigheid. Evenmin kan worden gezegd dat hier sprake is van schending van een zo essentieel procedurevoorschrift dat nietigheid voortvloeit uit de aard van de niet in acht genomen vorm, als bedoeld in art. 79 RO. (meer…)

HR 24 februari 2012, LJN ECLI:NL:HR:2012:BU9889 (ROM en PME/Vector)

Een redelijke uitleg van de werkingssfeerbepaling van de Metalelektro-CAO’s brengt mee dat bij toepassing van het hoofdzakelijkheidscriterium alle in de onderneming gewerkte arbeidsuren dienen te worden betrokken die redelijkerwijze vallen toe te rekenen aan de uitoefening van het bedrijf van be- en/of verwerken van metalen. Daartoe horen ook de arbeidsuren van werknemers die zelf niet met fysiek met metaal werken, maar wier werkzaamheden wel dienstbaar zijn aan die fysieke metaalhandelingen. (meer…)

Cassatieblog.nl