Selecteer een pagina

Dossier: Overheidsrecht


HR 11 januari 2013, LJN BX7579 (Gemeente Amsterdam/X c.s.)

Bij de vraag of al dan niet zonder Bibob-advies kan worden beslist op een aanvraag voor een (prostitutie-)vergunning, komt de burgemeester beleidsvrijheid toe. Maatgevend is of de burgemeester, door het Bibob-advies af te wachten en daarom nog niet op de aanvraag te beslissen, in strijd met de jegens betrokkenen in acht te nemen zorgvuldigheid handelt. (meer…)

HR 11 januari 2013  LJN BX8359 en BX8360

De bestuursrechtelijke rechtspraak in geval van overschrijding van de redelijke termijn in procedures waarop art. 6 EVRM niet van toepassing is, zoekt aansluiting bij de rechtspraak van het EHRM over de uitleg van art. 6 EVRM. Een overeenkomstige toepassing van art. 6 EVRM gaat niet zo ver dat deze ook het geval omvat waarin alleen wordt geklaagd over de duur van de bezwaarprocedure zonder dat daarop een behandeling door een rechter is gevolgd; zij omvat evenmin het geval waarin alleen wordt geklaagd over de duur van de aanvraagfase, ook niet indien daarop een behandeling door de rechter is gevolgd. (meer…)

HR 21 december 2012, LJN BX9020 (X/Staat)

Heeft de rechter op grond van art. 611a lid 4 Rv bepaald dat een opgelegde dwangsom pas na verloop van een zekere termijn zal kunnen verbeuren, zonder dat daarbij een nadere respijttermijn is toegekend, dan moet deze rechterlijke termijn worden gekwalificeerd als een uitvoeringstermijn, na verloop waarvan de opgelegde dwangsom (direct) is gaan lopen, mits de uitspraak is betekend. Dit geldt ook voor bestuurlijke dwangsommen. (meer…)

HR 21 december 2012, LJN BX9023 (Eiseres/Stichting Bestuursassistentie CDA – Afd. Amsterdam)

Het toekennen van andere vergoedingen aan gemeenteraadsleden ten laste van de gemeente dan bedoeld in art. 95 Gemeentewet – al of niet bij verordening, en direct of indirect (in dit geval via een stichting) – is verboden (art. 99 Gemeentewet). Een daartoe strekkende rechtshandeling is derhalve nietig op grond van art. 3:40 lid 2 BW. (meer…)

HR 14 december 2012, LJN BX8351 (Staat/X c.s.)

Resolutie 1737 van de VN-Veiligheidsraad, waarin onder meer een kennisembargo tegen “Iranian nationals” is uitgesproken, verplicht de Staat niet om bij de uitvoering daarvan onderscheid te maken tussen Iraanse en niet-Iraanse onderdanen. Niet aannemelijk is dat de Staat bij de uitvoering van resolutie 1737 in de Sanctieregeling Iran alles in het werk heeft gesteld om het maken van onderscheid tussen Iraanse en niet-Iraanse onderdanen te voorkomen. (meer…)

HR 30 november 2012, ECLI:NL:HR:2012:BX7487

Het staat de feitenrechter vrij in het kader van art. 6:174 BW uitsluitend te beoordelen of het beroep van de bezitter van de opstal op de tenzij-clausule in lid 1 van dit artikel slaagt en, indien dit het geval is, op die grond de vordering af te wijzen. Daarbij dient de rechter dan veronderstellenderwijs ervan uit te gaan dat aan de drie cumulatieve voorwaarden voor aansprakelijkheid ingevolge deze bepaling is voldaan, en bovendien dat de bezitter van de opstal het in het artikel bedoelde gevaar kende op het tijdstip van het ontstaan ervan. (meer…)

Cassatieblog.nl