Selecteer een pagina
Niet-naleving vormvoorschriften beslagexploot leidt niet steeds tot nietigheid

Niet-naleving vormvoorschriften beslagexploot leidt niet steeds tot nietigheid

HR 4 oktober 2013, ECLI:NL:HR:2013:CA3771 (Carrier Tanker/Ice Shipping)

Op vormvoorschriften met betrekking tot beslagexploten is art. 66 lid 1 Rv van overeenkomstige toepassing. Ook de niet-naleving van die voorschriften leidt derhalve slechts tot nietigheid ingeval degene voor wie het exploot is bestemd, door het gebrek onredelijk is benadeeld in een belang dat door de geschonden norm wordt beschermd. Lees meer…

Tenuitvoerlegging voorlopige maatregelen met betrekking tot gezagsrecht op grond van Brussel II-bis

Tenuitvoerlegging voorlopige maatregelen met betrekking tot gezagsrecht op grond van Brussel II-bis

HR 4 oktober 2013, ECLI:NL:HR:2013:CA3757

De Litouwse rechter heeft in zijn voorlopige maatregel, waarin de rechter op verzoek van de vader de ‘temporary place of residence’ van zijn zoon aan hem toekent, niet ondubbelzinnig gemotiveerd dat hij zijn bevoegdheid tot het nemen van deze maatregel heeft gebaseerd op één van de gronden als genoemd in art. 8 tot en met 14 Brussel II-bis. Daarom komt deze beslissing niet voor erkenning en tenuitvoerlegging in Nederland in aanmerking. Lees meer…

Misbruik van bevoegdheidsgrond art. 767 Rv als geen reële verhaalsmogelijkheden in Nederland bestaan

Misbruik van bevoegdheidsgrond art. 767 Rv als geen reële verhaalsmogelijkheden in Nederland bestaan

HR 4 oktober 2013, ECLI:NL:HR:2013:CA3741 (Dongray/Gécamines)

(1) Een partij die in eerste aanleg en in hoger beroep verstek heeft laten gaan, kan tegen het verstekarrest van het hof verzet instellen. Het staat haar daarbij vrij om in incidenteel hoger beroep grieven te richten tegen het verstekvonnis van de rechtbank.
(2) Met de regeling van art. 767 Rv is niet beoogd de schuldeiser in Nederland een bevoegde rechter te verschaffen opdat hij de beslissing die hij langs deze weg heeft verkregen, ten uitvoer kan leggen op buiten Nederland gelegen vermogensbestanddelen van de schuldenaar. Het oordeel van het hof dat Dongray misbruik heeft gemaakt van de bevoegdheidsgrond van art. 767 Rv, nu zij wist dat van de vordering van ruim € 5,6 miljoen waarvoor zij beslag had gelegd maximaal € 100 op vermogensbestanddelen in Nederland zou kunnen worden verhaald, geeft daarom geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting. Lees meer…

Ontvankelijkheid verzoek benoeming deskundige ex art. 7:304 lid 2 BW

Ontvankelijkheid verzoek benoeming deskundige ex art. 7:304 lid 2 BW

HR 4 oktober 2013, ECLI:NL:HR:2013:856

Art. 7:304 lid 2 BW moet aldus worden verstaan dat voor ontvankelijkheid van verzoeker is vereist dat partijen geen overeenstemming hebben bereikt over de benoeming van een deskundige. Aan de inhoud van het terzake door partijen te voeren overleg zijn geen hoge eisen te stellen. Voldoende en ook noodzakelijk is dat serieus en zonder onnodige vertraging op een uitnodiging tot overleg of op voorstellen van de andere partij wordt ingegaan, zowel wat betreft de huurprijswijziging als wat betreft de eventuele benoeming van een deskundige. Worden partijen het daarover niet binnen redelijke tijd eens, of blijft een serieuze reactie (onnodig lang) uit, dan kan geconcludeerd worden dat partijen geen overeenstemming hebben bereikt als bedoeld in art. 7:304 lid 2 BW. Lees meer…

Billijkheidscorrectie ten onrechte niet toegepast op risicoaansprakelijkheid ouders voor watersportongeval

Billijkheidscorrectie ten onrechte niet toegepast op risicoaansprakelijkheid ouders voor watersportongeval

HR 4 oktober 2013, ECLI:NL:HR:2013:CA3751

Het hof heeft miskend dat de omstandigheden waaronder het watersportongeval (waarvoor de ouders van de bestuurder ingevolge art. 6:169 BW(NA) aansprakelijk zijn) plaatsvond, kunnen meebrengen dat de billijkheid een andere verdeling van de schade vereist. Lees meer…

Terughoudende onrechtmatigheidstoetsing bij ontvangst van betalingen op g-rekening door onderaannemer

Terughoudende onrechtmatigheidstoetsing bij ontvangst van betalingen op g-rekening door onderaannemer

HR 27 september 2013, ECLI:NL:HR2013:CA1736 (Eiseres/UWV)

Een onderaannemer behoorde zich te onthouden van gedragingen die inbreuk maken op het pandrecht van de bedrijfsverenigingop de g-rekening van de hoofdaannemer (art. 16b Coördinatiewet Sociale Verzekeringen (oud)). Gelet op het ontbreken van nadere regels over de mate waarin betalingen tussen hoofdaannemer en onderaannemers via de g-rekening konden lopen, was de onderaannemer slechts tot weigering of terugstorting gehouden als voor hem redelijkerwijs geen twijfel mogelijk was dat door die betalingen inbreuk werd gemaakt op dit pandrecht. Lees meer…

Gelijkwaardig ouderschap en vervangende toestemming verhuizing met minderjarige(n)

Gelijkwaardig ouderschap en vervangende toestemming verhuizing met minderjarige(n)

HR 4 oktober 2013, ECLI:NL:2013:847

(1) Het in art. 1:247 BW neergelegde uitgangspunt van gelijkwaardigheid van de beide ouders en de wenselijkheid van een in beginsel gelijke verdeling van zorg- en opvoedingstaken verzet zich niet tegen een door de rechter, op de voet van art. 1:253a BW, in het belang van de minderjarige te geven vervangende toestemming voor een verhuizing van de minderjarige naar het buitenland met de ouder bij wie de minderjarige zijn hoofdverblijfplaats heeft.
(2) Voor verbetering van een kennelijke fout op de voet van art. 31 Rv is vereist dat voor partijen en derden direct duidelijk is dat van een vergissing sprake is. Lees meer…

Gebruik van gegevens vergelijkbaar project bij residuele waarderingsmethode onteigening

Gebruik van gegevens vergelijkbaar project bij residuele waarderingsmethode onteigening

HR 4 oktober 2013, ECLI:NL:HR:2013:843; ECLI:NL:HR:2013:846 en ECLI:NL:HR:2013:849 (Staat/Onteigenden)

Bij toepassing van de residuele methode ter bepaling van de schadeloosstelling voor gewonnen bodembestanddelen in het kader van een onteigening kan worden aangesloten bij exploitatiebegroting van andere, met het werk vergelijkbare projecten indien een exploitatiebegroting voor het werk waarvoor wordt onteigend ontbreekt. Lees meer…

Proceskostenveroordeling provisionele eis in IE-zaak betreft slechts de extra kosten

Proceskostenveroordeling provisionele eis in IE-zaak betreft slechts de extra kosten

HR 27 september 2013, ECLI:NL:HR:2013:CA1733

1. Als een provisionele eis in een IE-zaak dezelfde strekking heeft als de vordering in de hoofdzaak, moet de rechter bij de bepaling van de proceskosten gemaakt voor het verweer tegen de provisionele eis, onderzoeken welke extra kosten met dat verweer gemoeid zijn geweest, bovenop de kosten die toch al gemaakt moesten worden voor de hoofdzaak.
2. Wanneer sprake is van samenhangende vorderingen in conventie en in reconventie en de kosten door partijen niet zijn uitgesplitst (wat vaak ook niet mogelijk is) staat het de rechter vrij te bepalen welk gedeelte van de telkens opgevoerde kosten aan de conventie, respectievelijk de reconventie moet worden toegerekend. Lees meer…

Archief

Cassatieblog.nl