Geen hoger beroep gefailleerde tegen goedkeuring schikking houdende beëindiging geding
HR 15 maart 2013, LJN BY4555, BY4558, BY4559
Hoger beroep tegen een beschikking van de rechter-commissaris komt op de voet van art. 67 Fw uitsluitend toe aan twee categorieën belanghebbenden die dienen te worden aangemerkt als partij bij die beschikkingen. Dit zijn (i) degene die – behorend tot één van de in art. 69 Fw genoemde categorieën – het tot de beschikking leidende verzoek aan de rechter-commissaris heeft gedaan, en (ii) degene tot wie die beschikking is gericht. Indien de curator op grond van art. 28 lid 2 Fw de positie van de gefailleerde in een lopende procedure heeft overgenomen, komt de gefailleerde buiten het geding te staan. Met dit stelsel is niet verenigbaar dat een gefailleerde als partij in de zin van art. 67 Fw zou kunnen opkomen tegen een beschikking van de rechter-commissaris op de voet van art. 104 Fw, houdende de goedkeuring van een door de curator te treffen schikking die mede strekt tot beëindiging van die procedure. Lees meer…
Verschoningsrecht voor advocaat in dienstbetrekking
HR 15 maart 2013, LJN BY6101 (X en Y/H9 Invest c.s.)
Gezien de Nederlandse praktijk en de waarborgen die in Nederland omtrent de wijze van praktijkuitoefening van advocaten in dienstbetrekking bestaan, is geen grond om aan een advocaat het verschoningsrecht te ontzeggen op grond van het enkele feit dat hij in dienstbetrekking werkzaam is. Het Akzo-arrest van het HvJEU, waarin is geoordeeld dat wat betreft het Unierechtelijke mededingingsrecht een advocaat in dienstbetrekking geen verschoningsrecht toekomt, geldt niet buiten het Unierechtelijke mededingingsrecht. Lees meer…
Omlegging van riolering en het indemniteitsbeginsel
HR 15 maart 2013, LJN BY6110 (Allianz Nederland en Ace Europe Group / X)
Art. 7:960 BW beoogt te voorkomen dat een verzekerde door uitkering in een duidelijk voordeliger positie komt te verkeren. In zijn oordeel dat dit indemniteitsbeginsel niet geschonden wordt als de AVB-verzekeraars tot uitkering worden veroordeeld, heeft het hof de stellingen van de verzekeraars miskend dat de door de aannemer gevorderde kosten voor omlegging van het riool op grond van het aannemingscontract toch al voor zijn rekening zouden komen. Lees meer…
De rechter spreekt door zijn vonnis; de Hoge Raad en het externe klachtrecht
HR (Vierde Kamer) 6 maart 2013, LJN BZ3450, BZ3458 en BZ3462
De Hoge Raad is de aangewezen externe instantie om te oordelen over klachten over gedragingen van rechterlijke ambtenaren (art. 13aWet RO (voorheen: art. 14a Wet RO)). Procureur-Generaal Fokkens kondigde in zijn bijdrage aan het jaarverslag 2011 (eerder besproken op cassatieblog) aan dat hij voornemens was enkele klachten aan de Hoge Raad voor te leggen. Op 6 maart 2013 deed de Vierde Kamer van de Hoge Raad uitspraak in drie van dergelijke klachtprocedures. In twee van de drie gevallen werd gehandeld in strijd met het adagium ‘de rechter spreekt door zijn vonnis’. Lees meer…
Bopz-zaken: eisen aan de motivering van toewijzingen; second opinion en hoorplicht
HR 8 maart 2013, LJN BY7925 en LJN BZ3590
In deze beide Bopz-zaken houden de beschikkingen van de rechtbank geen stand omdat de motivering van de toewijzing van een verzoek om respectievelijk een machtiging tot voortgezet verblijf en een voorlopige machtiging tekortschiet. De Hoge Raad wijst op eerdere uitspraken over de motiveringseisen bij de afwijzing van een verzoek om een second opinion en de vaststelling dat de betrokkene niet wenst te worden gehoord. Lees meer…
Oordeel over schadebeperkingsplicht schuift door naar schadestaatprocedure vanwege inhoud partijdebat
HR 1 maart 2013, LJN BY6755 (Greenib Car B.V./X)
In het licht van het partijdebat over het al dan niet bestaan van een schadebeperkingsplicht en het beginsel van hoor en wederhoor, moest het hof zich onthouden van een oordeel over de schadebeperkingsplicht. Dit punt kan in de schadestaatprocedure aan de orde komen. Lees meer…
Communicatie in massafaillissement en aanvang beroepstermijn art. 67 Fw
HR 1 maart 2013, LJN BZ2765 (LBF/LBT en curatoren)
Als de gefailleerde een zeer groot aantal schuldeisers heeft kan een redelijke afwikkeling van het faillissement meebrengen dat de communicatie met de schuldeisers door de curator of de rechter-commissaris plaatsvindt op een aan de omvang van het faillissement aangepaste wijze. Onder bepaalde voorwaarden kan als zodanig gelden het plaatsen van een voor de schuldeisers bestemde mededeling van de curator of van een beschikking van de rechter-commissaris op een daartoe bestemde website. Als in een dergelijk geval een beschikking van de rechter-commissaris, of een mededeling van de curator waaruit ondubbelzinnig van een zodanige beschikking blijkt, op de website wordt geplaatst, mag – behoudens bijzondere omstandigheden – van de schuldeisers worden verwacht dat zij van deze beschikking kennis nemen en een eventueel beroep daartegen instellen binnen de in art. 67 Fw bepaalde termijn. Lees meer…
Rechter kan getuige ex art. 179 lid 2 Rv beletten te antwoorden wegens journalistieke bronbescherming
HR 1 maart 2013, LJN BY7845 (Eiser/De Limburger c.s.)
De rechter kan de in art. 179 lid 2 Rv neergelegde bevoegdheid om een getuige te beletten een vraag te beantwoorden ook aanwenden om te voorkomen dat beantwoording van die vraag het recht op journalistieke bronbescherming in gevaar brengt. ’s Hofs oordeel dat beantwoording in casu zou leiden tot onthulling van de identiteit van journalistieke bron(nen) en aldus mogelijk een “verkillend effect” zou hebben op de vrijheid van meningsuiting, is niet onjuist of onbegrijpelijk. Lees meer…
Van Peursem en Bleichrodt nieuwe advocaten-generaal
Mr. G.R.B. (Robert) van Peursem wordt per 1 juni 2013 advocaat-generaal bij de Hoge Raad in civiele zaken.
Per 1 september 2013 wordt prof. mr. F.W. (Edwin) Bleichrodt advocaat-generaal in strafzaken. Lees meer…
Samenloop van de schadevergoedingsactie en de terugvorderingsactie uit de Luchtvaartwet
HR 22 februari 2012, LJN BY4126 (Chip(s)hol III B.V./N.V. Luchthaven Schiphol)
De rechter die moet oordelen over een terugvorderingsactie ex art. 55 Luchtvaartwet (oud) mag dit oordeel overlaten aan de rechter die in een reeds aanhangige procedure is gevraagd te oordelen over de vergoeding van schade wegens een opgelegd bouwverbod (art. 50 LVW (oud)). Deze rechter dient immers bij de vaststelling van de omvang van die schadevergoedingsplicht rekening te houden met de waardevermeerdering die optreedt na opheffing van het bouwverbod (HR 19 februari 2010, LJN BK4476). Lees meer…