Verkrijgende verjaring na inbezitneming: twee verworpen cassatieberoepen

Verkrijgende verjaring na inbezitneming: twee verworpen cassatieberoepen

HR 30 september 2011, ECLI:NL:HR:2011:BQ8086 en HR 30 september 2011, ECLI:NL:HR:2011:BQ8778

Op 30 september 2011 deed de Civiele Kamer van de Hoge Raad elf uitspraken. Slechts één van deze uitspraken werd gemotiveerd (LJN ECLI:NL:HR:2011:BQ8134, hier besproken op Cassatieblog.nl), de overige tien uitspraken werden verworpen met toepassing van art. 81 RO, dus met verkorte motivering. Op twee daarvan vestig ik hier de aandacht. De hamvraag in beide zaken is: is sprake van ondubbelzinnig bezit dat – vanwege het jarenlang voortduren ervan  – door verkrijgende verjaring tot eigendom heeft geleid? Lees meer…

Eiswijziging na actieve rechter bij pleidooi in hoger beroep

Eiswijziging na actieve rechter bij pleidooi in hoger beroep

HR 23 september 2011, ECLI:NL:HR:2011:BQ7064 (X/Ru-Pro Holding BV)

Dat het hof bij pleidooi in hoger beroep ambtshalve een bepaalde vraag aan de orde heeft gesteld en daarop de eis is gewijzigd, rechtvaardigt niet een uitzondering op de “in beginsel strakke regel” dat een wijziging van eis in hoger beroep in beginsel niet later dan bij memorie van grieven of memorie van antwoord mag worden gedaan. Lees meer…

Verificatie in faillissement van vordering waarover al een procedure aanhangig is

Verificatie in faillissement van vordering waarover al een procedure aanhangig is

HR 23 september 2011, ECLI:NL:HR:2011:BQ8092 (Mr. Dekker q.q./X)

Ook een vordering op de boedel waarover ten tijde van de faillietverklaring al een procedure aanhangig is, moet ter verificatie worden aangemeld. Het aanhangige geding wordt dan geschorst, en wordt alleen voortgezet wanneer de curator of een andere schuldeiser de vordering betwist. In dat geval wordt de al aanhangige procedure voortgezet tussen de betrokken schuldeiser en degene die de betwisting doet. Lees meer…

Indiening verzoekschrift via faxnummer verkeerd gerecht

Indiening verzoekschrift via faxnummer verkeerd gerecht

HR 23 september 2011,  ECLI:NL:HR:2011:BT2416

Wanneer een verzoekschrift is gericht aan het juiste gerecht maar wordt ingediend bij een ander gerecht, mag verwacht worden dat de griffie deze fout binnen korte tijd onderkent en het verzoekschrift doorgeleidt naar het juiste gerecht. Het verzoekschrift wordt dan geacht te zijn ingediend op het tijdstip van binnenkomst bij het andere, verkeerde gerecht. Lees meer…

De schijn van het primaat van de bodemrechter bij samenhangende zaken tussen verschillende partijen

De schijn van het primaat van de bodemrechter bij samenhangende zaken tussen verschillende partijen

HR 16 september 2011, ECLI:NL:HR:2011:BQ7051 (Erasmus c.s./SGS).

Wanneer het arrest van het hof in een bodemprocedure door de Hoge Raad is vernietigd, dient het arrest van het hof in een daarmee samenhangende (maar tussen andere partijen gevoerde) procedure in kort geding, voor zover het hof ter onderbouwing van zijn oordeel naar zijn eerdere door de Hoge Raad vernietigde arrest heeft verwezen, eveneens te worden vernietigd. Lees meer…

Stornering automatische incasso’s door bank na faillissement debiteur

Stornering automatische incasso’s door bank na faillissement debiteur

HR 16 september 2011,  ECLI:NL:HR:2011:BQ8732 (SNS Bank/Mr. Pasman q.q.)

Wanneer bij een automatische incasso tijdig gebruik wordt gemaakt van de bevoegdheid tot stornering door de debiteur of diens bank, leidt dit tot een boekhoudkundige correctie (en niet tot een terugbetaling) van zowel de creditering als de debitering. Gebruikmaking van de bevoegdheid tot stornering door de bank van de debiteur levert slechts in bijzondere omstandigheden misbruik van bevoegdheid op. Niet uitgesloten is echter dat stornering door de bank ná faillissement van de debiteur onrechtmatig is jegens de gezamenlijke schuldeisers van de failliete debiteur. Lees meer…

Formele rechtskracht bij fictieve afwijzende beschikking

Formele rechtskracht bij fictieve afwijzende beschikking

HR 16 september 2011,  ECLI:NL:HR:2011:BQ5980 (Tara Beach Resort/Aruba)

Arubaanse zaak. Het niet voortzetten van een bestuursrechtelijke rechtsgang na een fictieve afwijzende beschikking leidt tot formele rechtskracht van de fictieve weigering. Dat de rechtsgang niet was voortgezet vanwege de inwerkingtreding van nieuw recht, waaronder het bestuursorgaan toch zou hebben geweigerd, maakt dat niet anders; de belanghebbende had rekening ermee moeten houden dat voor haar het oudere – voor haar gunstigere – recht, zou gelden. Lees meer…

Archief

Cassatieblog.nl