Bij de beoordeling of een overeenkomst kwalificeert als arbeidsovereenkomst is ook van belang of de werkende zich ‘buiten’ de rechtsverhouding als ondernemer gedraagt of kan gedragen (‘extern ondernemerschap’ of ‘persoonlijk ondernemerschap’). (meer…)
De cao-MBO bevat geen regeling voor compensatie aan vrouwelijke werknemers van wie het zwangerschaps- en bevallingsverlof samenvalt met ‘overige dagen’ – dagen waarop zij toch al niet hoeven te werken. Dat levert een ongeoorloofd onderscheid in behandeling op ten nadele van vrouwelijke werknemers. (meer…)
Het hof had de hoogte van de transitievergoeding ambtshalve moeten berekenen met inachtneming van de door het hof vastgestelde einddatum van de arbeidsovereenkomst. (meer…)
Voor een vordering van een bedrijfstakpensioenfonds op een werkgever tot betaling van premie geldt het verjaringsregime van art. 3:308 BW. De verjaringstermijn, vijf jaar, loopt vanaf het opeisbaar worden van de vordering. In het geval van een vordering van een bedrijfstakpensioenfonds op een werkgever tot betaling van de premie over een bepaalde periode, is dat het tijdstip van betaling in het uitvoeringsreglement. In het uitvoeringsreglement kunnen geen langere termijnen worden opgenomen dan in art. 26 Pensioenwet is vermeld. (meer…)
Een groep van ruim 40 MD/PhD-promovendi, die tussen 2016 en 2018 is gestart met promotieonderzoek aan het UMCG, deed dat op basis van een arbeidsovereenkomst. Dat heeft de Hoge Raad afgelopen vrijdag bevestigd. Daarmee gaat de Hoge Raad deels contrair aan de Advocaat-Generaal, die in zijn advies aan de Hoge Raad concludeerde dat de promovendi tot 1 januari 2020, de datum van inwerkingtreding van de Wnra, slechts een ongeregelde overeenkomst met het UMCG hadden en dus geen arbeidsovereenkomst. Berend-Bram Heinen, die de promovendi in cassatie heeft bijgestaan, bespreekt deze uitspraak in drie minuten.
Cassatievlog #128 is ook in podcast vorm beschikbaar. Beluister hier de podcast of via uw favoriete podcastkanaal.