Dossier: Prejudiciële vragen Hoge Raad


HR 26 mei 2023, ECLI:NL:HR:2023:778

De Hoge Raad beantwoordt in deze uitspraak verschillende prejudiciële vragen van de kantonrechter over de betekenis van de Richtlijn consumentenkrediet (geïmplementeerd in Titel 7.2A BW) voor vorderingen van achteraf-betaalservices. In dat verband gaat de Hoge Raad onder meer in op de vraag of sprake is van een kredietovereenkomst, en wanneer sprake is van een kredietovereenkomst zonder bijkomende kosten. De Hoge Raad stelt daarbij prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie. (meer…)

HR 24 februari 2023, ECLI:NL:HR:2023:295

Wanneer een lening of krediet is verstrekt aan een vennootschap en een andere (zuster)vennootschap zich hoofdelijk heeft verbonden tot terugbetaling van de lening of het krediet, kan bij de bepaling van de onderlinge draagplicht en de in dat kader te beantwoorden vraag wie de schuld aangaat, betekenis toekomen aan het feit dat de andere (zuster)vennootschap direct of indirect profijt heeft gehad van de lening of het krediet. (meer…)

HR 10 februari 2023 ECLI:NL:HR:2023:198 

Deze prejudiciële procedure gaat over een overeenkomst tot kinderopvang. Kan in een dergelijke overeenkomst een opzegtermijn worden opgenomen? En kan de ‘consument-opdrachtgever’ (ouder) worden verplicht een vergoeding te betalen bij opzegging? De Hoge Raad heeft onder meer deze vragen in zijn uitspraak van afgelopen vrijdag beantwoord. Berend-Bram Heinen bespreekt  in dit vlog de uitspraak.

Cassatievlog #048 is ook als podcast beschikbaar.

HR 30 september 2022, ECLI:NL:HR:2022:1344

Voor de overgang van fosfaatrechten naar een ander bedrijf is uitsluitend de registratie vereist van de kennisgeving van die overgang overeenkomstig de bepalingen uit de Meststoffenwet. De regeling in de Meststoffenwet moet in zoverre als een speciale regeling voor de overdracht van fosfaatrechten (en de andere in die wet genoemde productierechten) worden beschouwd, die afwijkt van de algemene regeling van art. 3:84 BW. Een geldige titel voor overdracht in de zin van art. 3:84 lid 1 BW is derhalve niet vereist.  (meer…)

HR 10 juni 2022, ECLI:NL:HR:2022:862

De Hoge Raad geeft in een uitvoerig arrest antwoord op prejudiciële vragen over de rol van een tussenpersoon bij de verkoop van aandelenlease-producten en de gevolgen daarvan voor de vergoedingsplicht van de aanbieder (Dexia).  (meer…)

HR 10 juni 2022, ECLI:NL:HR:2022:861

De Hoge Raad ziet af van beantwoording van door de kantonrechter gestelde aanvullende prejudiciële vragen. Het antwoord op de prejudiciële vragen volgt grotendeels al uit een eerdere prejudiciële beslissing van de Hoge Raad. Voor het overige (i) lenen de vragen zich niet voor beantwoording bij wijze van prejudiciële beslissing, omdat het gaat om kwesties die de feitenrechter aan de hand van de omstandigheden van het geval moet beoordelen, of (ii) is geen sprake van een vraag die moet worden beantwoord om op het voorliggende geschil te beslissen. (meer…)

Cassatieblog.nl