Bij cassatieberoep tegen afwijzing tussenkomst in onteigeningsprocedure moeten alle partijen worden opgeroepen
HR 30 januari 2015, ECLI:NL:HR:2015:183 (X c.s./gemeente Peel en Maas)
Bij een cassatieberoep dat is gericht tegen de afwijzing van een vordering tot tussenkomst in een onteigeningsprocedure, dienen alle partijen te worden opgeroepen. Gegrondbevinding van het cassatieberoep kan er na verwijzing immers toe leiden dat het verweer tegen de gevorderde onteigening van degenen die tussen willen komen doel treft. Het vonnis waarbij de onteigening is uitgesproken, heeft hierdoor nog geen kracht van gewijsde gekregen. Lees meer…
Wet Bopz: tot hoever moet een psychiater gaan om iemand te onderzoeken?
HR 30 januari 2015, ECLI:NL:HR:2015:187
De wet Bopz (art. 5 lid 1) schrijft voor dat de officier van justitie die een verzoek indient om iemand – kort gezegd – op medische gronden gedwongen te laten opnemen, bij zijn verzoek een geneeskundige verklaring over legt van een niet-behandelend psychiater die betrokkene kort tevoren heeft onderzocht. Volgens vaste rechtspraak van de Hoge Raad dient de psychiater de betrokkene persoonlijk te onderzoeken, dat wil zeggen dat hij de betrokkene in een direct contact spreekt en observeert. Als de betrokkene niet meewerkt, moet de psychiater doen wat redelijkerwijs van hem kan worden verwacht om het vereiste onderzoek te doen plaatsvinden (vgl. HR 21 februari 2003, ECLI:NL:HR:2003:AF3450, NJ 2003/484). Lees meer…
Verdeling saldi gezamenlijke bankrekeningen echtgenoten en ingangsdatum wettelijke rente
HR 30 januari 2015, ECLI:NL:HR:2015:181
Huwelijksvermogensrecht. Zolang de verdeling en verrekening van het saldo van gezamenlijke bankrekeningen van de echtgenoten niet definitief is vastgesteld, kan de echtgenoot die uit hoofde van die verdeling en verrekening gehouden is de andere echtgenoot een geldsom te betalen, niet in verzuim zijn met de betaling van het toegewezen bedrag. Vgl. HR 15 februari 2008, ECLI:NL:HR:2008:BC0387, NJ 2008/108. Lees meer…
Crisis- en Herstelwet beperkt niet de mogelijkheid tot onteigening voor versterking waterkeringen
HR 30 januari 2015, ECLI:NL:HR:2015:161 (X c.s./Waterschap Scheldestromen)
Op grond van het overgangsrecht bij de Crisis- en Herstelwet is op onteigeningsbesluiten die na inwerkingtreding van die wet ter inzage zijn gelegd, art. 62 Onteigeningswet (nieuw) van toepassing. In deze bepaling is de onteigening ter zake van waterkeringen opgenomen. De nieuwe bepaling biedt volgens de Hoge Raad geen grond om te eisen dat de planologische basis voor bijkomende voorzieningen voortvloeit uit een maatregel genoemd in art. 62 lid 2, nu deze eis niet volgt uit art. 28 Wet op de waterkering. Lees meer…
Wet Bopz: en opnieuw de hoorplicht
HR 30 januari 2015, ECLI:NL:HR:2015:188
Als wordt verzocht om een machtiging om iemand op medische gronden gedwongen te doen opnemen, bepaalt art. 8 lid 1 Wet Bopz dat de rechter degene hoort ten aanzien van wie de machtiging is verzocht, tenzij de rechter vaststelt dat de betrokkene niet bereid is zich te doen horen. De Hoge Raad laat, jaar in, jaar uit, niet na om het belang van deze hoorplicht te benadrukken. Toch gaat het voor de rechtbank in deze zaak opnieuw fout. Lees meer…
Inzet middelen art. 58 Fw misbruik van bevoegdheid?
HR 16 januari 2015, ECLI:NL:HR:2015:87
De omstandigheden van het geval kunnen meebrengen dat de (verdere) uitoefening door de curator van zijn uit art. 58 Fw voortvloeiende bevoegdheden, in aanmerking nemende de onevenredigheid van de betrokken belangen, misbruik van bevoegdheid oplevert. Lees meer…
Terzijdestelling wettelijke regeling verval van instantie mogelijk?
HR 23 januari 2015, ECLI:NL:HR:2015:112 (Bera/ING)
Uit ’s hofs weergave van de door partijen gemaakte procesafspraak volgt niet dat partijen hebben afgesproken dat bij uitblijven van de proceshandeling binnen de afgesproken termijn, de instantie vervallen zou worden verklaard zonder dat daartoe de procedure van art. 251 Rv behoefde te worden gevolgd. Daarom kan in het midden blijven of de regeling van art. 251 Rv terzijde kan worden gesteld. Lees meer…
Rijden onder invloed en voorwaardelijk opzet onder de WAM-verzekering
HR 16 januari 2015, ECLI:NL:HR:2015:83 (TVM Verzekeringen / verweerder)
De vraag of de polisvoorwaarde waarin voorwaardelijk opzet van dekking is uitgesloten meebrengt dat schade veroorzaakt door een bestuurder die rijdt onder invloed van alcohol van dekking is uitgesloten, moet worden beantwoord aan de hand van het DSM/Fox-arrest. Voor de consument-verzekerde moet bovendien duidelijk en begrijpelijk zijn geweest dat die omstandigheid tot dekkingsuitsluiting leidt. HR 13 januari 2006, ECLI:NL:HR:2006:AU3715 volstaat niet voor het oordeel dat de verzekerde niet hoefde te begrijpen dat rijden onder invloed niet tot dekkingsuitsluiting onder de opzetclausule leidt. Lees meer…
Afwijzing verzoek tot overlegging stukken in procedure tot afwikkeling van huwelijkse voorwaarden is een tussenbeschikking
HR 19 december 2014, ECLI:NL:HR:2014:3648
Een verzoek tot afgifte van stukken, gedaan in het kader van een procedure strekkende tot afwikkeling van de huwelijkse voorwaarden van partijen, heeft betrekking op de voortgang of instructie van de zaak en is niet de zelfstandige inzet van het geding. Een beschikking strekkende tot afwijzing van een dergelijk verzoek moet daarom als een tussenbeschikking worden gekwalificeerd. De Hoge Raad sluit aan bij HR 13 juli 2012, ECLI:NL:HR:2012:BW3264, NJ 2013/288. Lees meer…
Gezag van gewijsde van een arbitraal vonnis en het tenietgaan van een vordering door verrekening
HR 16 januari 2015, ECLI:NL:HR:2015:84 (Mr. Cnossen q.q. / Provincie Friesland)
Het gezag van gewijsde van een arbitraal vonnis geldt alleen in een ander geding tussen dezelfde partijen of hun rechtverkrijgenden (art. 1059 jo. 236 Rv). In casu kan echter ook tussen partijen in dit geding uitgangspunt zijn, als bindend door arbiters in de rechtsverhouding van de betrokken partijen vastgesteld, dat de litigieuze vordering door verrekening is tenietgegaan. Lees meer…