
Vergoeding van buitengerechtelijke kosten ook zonder aantoonbare schade mogelijk
HR 13 maart 2015, ECLI:NL:HR:2015:586 (MFE/KF c.s.)
Voor vergoeding van kosten ter vaststelling van schade en aansprakelijkheid als bedoeld in art. 6:96 lid 2 sub b BW is niet vereist dat uiteindelijk komt vast te staan dat schade is geleden. Lees meer…
De maatstaf bij merkinbreukmakend verwarringsgevaar of kielzogvaren
HR 20 februari 2015, ECLI:NL:HR:2015:397 (AFC Ajax/Promosports)
Een beoordeling van het gestelde verwarringsgevaar (art. 2.20 lid 1 sub b BVIE) of verband (sub c) kan slechts achterwege blijven indien in geen enkel opzicht overeenstemming bestaat tussen het ingeroepen merk en het beweerd inbreuk makende teken. Vertonen merk en teken daarentegen een zekere, zelfs geringe, mate van overeenstemming, dan dient de rechter een globale beoordeling te verrichten om uit te maken of, niettegenstaande de geringe mate van overeenstemming tussen merk en teken, het betrokken publiek merk en teken met elkaar kan verwarren of een verband tussen beide legt, op grond van andere relevante factoren, zoals de algemene bekendheid of reputatie van het merk. Lees meer…
Gevolgen onterechte verrekening in fiscale context
HR 13 februari 2015, ECLI:NL:HR:2015:299 (Ontvanger / Hydepark)
Wanneer een vordering van een participant van een fiscale eenheid op de Ontvanger door de Ontvanger wordt verrekend met een belastingschuldschuld van een andere participant, kan eerstgenoemde – wanneer de schuld van de ander later in een fiscale procedure wordt verminderd – het “teveel verrekende” (in civilibus) van de Ontvanger vorderen. Lees meer…
Wet Bopz: geen hoge eisen aan stelplicht verzoek nader deskundigenonderzoek
HR 6 maart 2015, ECLI:NL:HR:2015:528
Ten aanzien van een verzoek om een nader, deskundig medisch-psychiatrisch onderzoek kunnen geen hoge eisen worden gesteld aan de stelplicht van betrokkene. Voldoende is dat duidelijk is waarom de conclusies van de geneeskundige verklaring in twijfel worden getrokken en waarop het verzochte onderzoek zich volgens betrokkene zou moeten richten. Lees meer…
Door onteigeningsrechter benoemde deskundige moet worden vervangen als objectief gerechtvaardigde schijn van partijdigheid bestaat
HR 6 maart 2015, ECLI:NL:HR:2015:523 (Staat/X c.s.)
(1) Bij beantwoording van de vraag of het gebrek aan onpartijdigheid van een door de onteigeningsrechter benoemde deskundige leidt tot een schending van het beginsel van equality of arms is van beslissende betekenis is of de twijfels die door de schijn van partijdigheid worden gewekt, objectief gerechtvaardigd zijn. (2) De onteigeningsrechter moet een gemotiveerde beslissing nemen over elke door de onteigende gestelde schadepost, zodat in dit geval ten onrechte geen beslissing is genomen over de door de onteigenden gestelde waardevermindering van het overblijvende. Lees meer…
Aanname dat alimentatietermijnen maandelijks plegen te worden verbruikt moet in concreto getoetst worden
HR 6 maart 2015, ECLI:NL:HR:2015:520
Bij het niet-opleggen van een terugbetalingsverplichting van teveel betaalde alimentatie kon de rechter niet volstaan met de motivering dat dergelijke uitkeringen maandelijks plegen te worden verbruikt, nu de betreffende alimentatietermijnen achteraf waren betaald, na en naar aanleiding van een beschikking waarbij de alimentatie met terugwerkende kracht op nihil gesteld was. Lees meer…
Hoge Raad herstelt onduidelijke omschrijving onteigende perceelsgedeelte
HR 6 maart 2015, ECLI:NL:HR:2015:527 (Gemeente Zwolle/X c.s.)
Als uit de gedingstukken blijkt welk perceelsgedeelte ter onteigening is aangewezen, is het onteigenings-KB niet in strijd met art. 78 en 79 Ow en afdeling 3.4 Awb tot stand gekomen. Ook voor derden moet duidelijk zijn wat de grenzen zijn van een onteigend perceel. De Hoge Raad verschaft die duidelijkheid hier in zijn dictum en door de tekening waaruit blijkt welk perceelsgedeelte is onteigend aan zijn arrest te hechten. Lees meer…
Bestuurdersaansprakelijkheid bij faillissement: bestuurder draagt bewijslast van disculpatiegrond
HR 6 maart 2015, ECLI:NL:HR:2015:522 (Curatoren ZHG/Verweerster)
Het hof heeft niet vastgesteld dat verweerster heeft bewezen dat de onbehoorlijke taakvervulling niet aan haar te wijten is geweest en dat zij niet nalatig is geweest in het treffen van maatregelen om de gevolgen van de onbehoorlijke taakvervulling af te wenden. ’s Hofs oordeel dat verweerster zich kan disculperen ex art. 2:248 lid 3 BW, geeft derhalve blijk van een onjuiste rechtsopvatting. Lees meer…
Overzicht van gestelde prejudiciële vragen aan de Hoge Raad
Diverse rechtbanken en hoven hebben in de afgelopen maanden gebruik gemaakt van de mogelijkheid om prejudiciële vragen aan de Hoge Raad te stellen. Het overzicht van de Hoge Raad van lopende zaken vermeldt zeven aanhangige procedures. Twee daarvan zijn eerder op cassatieblog vermeld (CB 2014-145 en CB 2014-149) De andere vijf vragen bestrijken vragen op het terrein van contractuele incassokosten, collectieve stuitingshandelingen, bemiddelingskosten bij verhuur, de omzetting van faillissement in schuldsanering en de status van de regresvordering van de borg in faillissement. Lees meer…
Bestuurdersaansprakelijkheid: persoonlijk ernstig verwijt en onbekendheid met terugwerkende kracht faillissement
HR 27 februari 2015, ECLI:NL:HR:2015:499 (ING/Verweerders)
Bij het oordeel of een (indirect) bestuurder een persoonlijk ernstig verwijt kan worden gemaakt ter zake van na een faillissementsaanvraag verstrekte betalingsopdrachten, kan de onbekendheid van de (indirect) bestuurder met de terugwerkende kracht van het faillissement van belang zijn. Lees meer…