Groninger aardbevingsschade: schadevergoeding voor bewoners

Groninger aardbevingsschade: schadevergoeding voor bewoners

HR 15 oktober 2021, ECLI:NL:HR:2021:1534

De Hoge Raad laat een oordeel van het hof in stand, waarin het hof schadevergoeding had toegewezen aan een groep bewoners van huizen met aardbevingsschade door de gaswinning in Groningen. Het hof besliste dat een bewoner van een huis waaraan fysieke schade is ontstaan die is veroorzaakt of verergerd door aardbevingen in Groningen recht heeft op schadevergoeding wegens gederfd woongenot, omdat in dat geval het niveau is bereikt waarop de door NAM veroorzaakte hinder en overlast onrechtmatig is. Dit ongeacht de uiteenlopende omvang van fysieke schade aan de woningen. Een bewoner van een huis dat ten minste tweemaal fysieke schade heeft opgelopen heeft daarnaast recht op vergoeding van immateriële schade van minstens EUR 2.500 per bewoner. Lees meer…

Het hof past ten onrechte de dominant cause-leer toe, maar de Hoge Raad wijst de vordering alsnog zelf af

Het hof past ten onrechte de dominant cause-leer toe, maar de Hoge Raad wijst de vordering alsnog zelf af

HR 15 oktober 2021, ECLI:NL:HR:2021:1523

Van welke causaliteitsmaatstaf moet worden uitgegaan om te bepalen of het in een verzekeringsovereenkomst verlangde causale verband aanwezig is, hangt in de eerste plaats af van wat partijen daaromtrent zijn overeengekomen. Als de overeenkomst niet inhoudt van welke causaliteitsmaatstaf moet worden uitgegaan, is de rechter niet gehouden de aanwezigheid van dat causale verband in beginsel aan de hand van de leer van de dominant cause te onderzoeken. Het hof heeft dit miskend, althans zijn oordeel onvoldoende gemotiveerd. De Hoge Raad legt de verzekeringsovereenkomst echter alsnog zelf in het nadeel van eisers uit. Lees meer…

De AMvB Reële prijs Wmo 2015 is niet slechts van toepassing als de gemeente zorg of hulp inkoopt via een aanbestedingsprocedure

De AMvB Reële prijs Wmo 2015 is niet slechts van toepassing als de gemeente zorg of hulp inkoopt via een aanbestedingsprocedure

HR 8 oktober 2021, ECLI:NL:HR:2021:1452

De aanleiding voor de AMvB Reële prijs Wmo 2015 is gelegen in het tegengaan van een zodanige daling van de tarieven voor huishoudelijke verzorging of hulp dat de kwaliteit en continuïteit van die zorg en hulp in het gedrag komen. Dat belang geldt zowel bij inkoop door gemeenten via een aanbestedingsprocedure als bedoeld in de Aanbestedingswet 2012, waarbij de opdracht wordt gegund op grond van de economisch meest voordelige inschrijving (art. 2.6.4 lid 2 Wmo 2015), als bij inkoop via een toelatingsprocedure als de onderhavige open house-procedure, waarbij wordt gecontracteerd met alle inschrijvers die aan de gestelde criteria voldoen. Lees meer…

Kan een beroep op de klachtplicht worden gedaan als er geen prestatie is verricht?

Kan een beroep op de klachtplicht worden gedaan als er geen prestatie is verricht?

HR 15 oktober 2021, ECLI:NL:HR:2021:1536

Art. 6:89 BW is niet van toepassing op een nalaten om de overeengekomen prestatie te verrichten. Art. 6:89 BW strekt namelijk ertoe de schuldenaar die een prestatie heeft verricht te beschermen, omdat hij erop moet kunnen rekenen dat de schuldeiser met bekwame spoed onderzoekt of de prestatie aan de verbintenis beantwoordt en, indien dit niet het geval blijkt te zijn, dit eveneens met spoed aan de schuldenaar meedeelt. Lees meer…

Prejudiciële vragen conclusie P-G: recht op huurprijsvermindering vanwege coronacrisis

Prejudiciële vragen conclusie P-G: recht op huurprijsvermindering vanwege coronacrisis

Conclusie P-G van 30 september 2021, ECLI:NL:PHR:2021:902

Hebben huurders van bedrijfsruimten recht op een tijdelijke vermindering van de huurprijs als sprake is van omzetverlies als gevolg van de corona-maatregelen? Deze vraag wordt in deze conclusie beantwoord op basis van de gebrekenregeling en de regeling van onvoorziene omstandigheden.  Lees meer…

Had het hof, hoewel de schade (nog) niet is vast te stellen, moeten beslissen over de gevorderde verklaring voor recht dat onrechtmatig is gehandeld?

Had het hof, hoewel de schade (nog) niet is vast te stellen, moeten beslissen over de gevorderde verklaring voor recht dat onrechtmatig is gehandeld?

HR 1 oktober 2021, ECLI:NL:HR:2021:1422

Eiser heeft primair – naast schadevergoeding – een verklaring voor recht gevorderd dat gedaagden bij de verkoop van grond aan hem onrechtmatig jegens hem hebben gehandeld, althans toerekenbaar zijn tekortgeschoten. Het hof heeft ten onrechte niet kenbaar op deze vordering beslist. Daaraan doet niet af dat volgens het hof de gevorderde schade zich nog niet heeft gemanifesteerd en daarom niet begroot kan worden.  Lees meer…

Wat is de verzettermijn in een uitkoopprocedure bij buitenlandse uitgekochte aandeelhouders?

Wat is de verzettermijn in een uitkoopprocedure bij buitenlandse uitgekochte aandeelhouders?

HR 1 oktober 2021, ECLI:NL:HR:2021:1407

(i) Voor gedaagden die bij aanvang van de verzettermijn buiten Nederland wonen of verblijven, maar van wie op dat moment de woonplaats of het werkelijk verblijf niet bekend is, geldt (ook) de in art. 143 lid 2 Rv genoemde verzettermijn van acht weken.
(ii) De rechtsverhouding tussen de uitkoper en de uit te kopen aandeelhouders is processueel ondeelbaar.
(iii) De Ondernemingskamer had aan de uit te kopen aandeelhouders – en niet aan de uitkoper – moeten opdragen de gezamenlijke andere aandeelhouders in het geding te roepen.  Lees meer…

Archief

Cassatieblog.nl