Dossier: Arbeidsrecht


HR 9 januari 2015, ECLI:NL:HR:2015:39

Op grond van art. 7:900 lid 1 BW kan rechtsgeldig een vaststellingsovereenkomst worden gesloten ter voorkoming van een toekomstig geschil. Art. 7:902 BW brengt echter mee dat de vaststelling alleen in strijd mag komen met dwingend recht indien deze strekt ter beëindiging van een reeds bestaand geschil. Anders zou het mogelijk zijn om bij vaststellingsovereenkomst de werking van (semi-)dwingend recht – in casu de ‘ketenregeling’ van art. 7:668a BW – op voorhand uit te sluiten, en daarmee het (semi-)dwingende karakter daarvan op ontoelaatbare wijze te ondermijnen. (meer…)

vrachtwagenHR 5 december 2014, ECLI:NL:HR:2014:3519 (X/ Y en Betrouwbare Totaal Service B.V.)

Indien de plaats waar de werkzaamheden worden verricht eraan in de weg staat dat de werkgever direct toezicht houdt op de naleving van de door hem gegeven instructies, dient deze zo nodig aanvullende veiligheidsmaatregelen te treffen. Het antwoord op de vraag welke maatregelen de werkgever dient te treffen, is afhankelijk van de omstandigheden van het geval, waaronder de aard van de werkzaamheden, de kans dat zich een ongeval zal voordoen, de ernst die de gevolgen van een ongeval kunnen hebben en de mate van de bezwaarlijkheid van de te nemen veiligheidsmaatregelen.  (meer…)

HR 28 november 2014, ECLI:HR:2014:3458 (Tido Vesta Nederland B.V./SNCU)

De mogelijkheid voor werkgevers- of werknemersverenigingen om op de voet van art. 10 Wet AVV de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid te verzoeken om onderzoek in te stellen naar niet-naleving van bepalingen in een algemeen verbindend verklaarde CAO, brengt niet mee dat toezicht en onderzoek door een privaatrechtelijke partij is uitgesloten. Controle op naleving van de CAO gedurende het tijdvak van de algemeen verbindendverklaring is ook mogelijk nadat dat tijdvak is verstreken.  (meer…)

HR 14 november 2014, ECLI:NL:HR:2014:3239 (Eiseres/Bedrijfstakpensioenfonds voor het beroepsvervoer over de weg)

De prepensioenregeling voor het beroepsgoederenvervoer dient mogelijk aldus te worden uitgelegd dat deze per 1 januari 2002 tot premieplichtigheid voor aangesloten werkgevers leidt. Na verwijzing dient te worden onderzocht of de te betalen premie alleen is bestemd voor uitkeringen aan werknemers van de aangesloten partijen, dan wel voor uitkeringen aan alle werknemers in de bedrijfstak. Een uitleg in laatstbedoelde zin zou voor aangesloten werkgevers kunnen leiden tot een onaanvaardbaar zware last. (meer…)

HR 7 november 2014, ECLI:NL:HR:20145:3126 (Verzoeker / Hyatt Aruba N.V.)

Indien slechts een gedeelte van het door de werkgever als dringende reden voor ontslag op staande voet medegedeelde feiten in rechte komt vast te staan, zal de rechter kenbaar een verband moeten leggen tussen de door de werkgever medegedeelde ontslaggrond en de in rechte vastgestelde feiten. De rechter moet immers beoordelen of het voor de werknemer in het licht van de aanzegging en de overige omstandigheden onmiddellijk duidelijk was dat de werkgever hem ook zou hebben ontslagen als deze, anders dan hij blijkens de ontslagaanzegging meende, daarvoor niet meer grond zou hebben gehad dan hetgeen in rechte komt vast te staan. (meer…)

HR 31 oktober 2014, ECLI:NL:HR:2014:3077 (FNV c.s./Enerco B.V.)

Het enkele feit dat een stakingsactie wordt uitgevoerd in een ander bedrijf dan dat van de werkgever, brengt nog niet mee dat deze actie buiten de reikwijdte van art. 6 onder 4 van het Europees Sociaal Handvest (ESH) valt. Het gaat erom of een dergelijke stakingsactie redelijkerwijs kan bijdragen tot de doeltreffende uitoefening van het recht op collectief onderhandelen. De onrechtmatigheid van zo’n stakingsactie kan niet alleen worden gegrond op het feit dat een derde aanzienlijke schade lijdt, maar moet worden beoordeeld aan de hand van de omvang van de schade, de betrokken belangen en de relevante overige omstandigheden van het geval. (meer…)

Cassatieblog.nl