Dossier: Proces- en beslagrecht


HR 10 juli 2015 (Eiseres/Seacon Logistics B.V.), ECLI:NL:HR:2015:1844

Abusievelijk is in cassatie de moedervennootschap gedagvaard waarvan de vordering door het hof was afgewezen, in plaats van de dochtervennootschap waarvan de vordering was toegewezen. De Hoge Raad oordeelt dat in dit geval sprake is van een kennelijke vergissing en dat de dochtervennootschap al bij het uitbrengen van de cassatiedagvaarding behoorde te begrijpen dat het cassatieberoep tegen haar was ingesteld. Tegen de niet verschenen dochtervennootschap wordt daarom verstek verleend. (meer…)

HR 14 augustus 2015, ECLI:NL:HR:2015:2195 (X c.s./gemeente Peel en Maas/Fraats q.q.)

Het overnemen van het geding op grond van art. 20 Onteigeningswet (Ow) kan alleen door de gezamenlijke erfgenamen geschieden. De overname dient te geschieden op de eerstdienende dag, maar mag ook plaatsvinden nadat het vonnis van (vervroegde) onteigening onherroepelijk is geworden. Erfgenamen kunnen niet op de voet van art. 3 Ow tussenkomen, aldus de Hoge Raad. (meer…)

HR 10 juli 2015, ECLI:NL:HR:2015:1868

(1) Het begrip “kosten” in art. 6:44 BW omvat ook buitengerechtelijke incassokosten. (2) De rechter mag ook in een rechtsverhouding tussen professionele partijen de bedongen buitengerechtelijke incassokosten matigen (art. 242 Rv) en (3) mag dit doen conform de BIK-staffel (art. 2 BIK), indien niet aannemelijk wordt gemaakt dat de werkelijke kosten hoger zijn. (4) De rechter is niet verplicht zich te richten naar het gebruikelijke incassopercentage in de branche. (5) Het door de schuldeiser zelf aan zijn rechtsbijstandverlener verschuldigde incassotarief mag in aanmerking worden genomen bij de matigingsbeslissing. Uitgangspunt is echter dat de kosten redelijk moeten zijn jegens de schuldenaar.  (meer…)

HR 10 juli 2015, ECLI:NL:HR:2015:1834 (Eisers/Staat)

(1) ’s Hofs oordeel dat het NIFP-rapport, opgesteld naar aanleiding van het Alphense schietincident, niet als strafvorderlijk gegeven in de zin van art. 39f lid 1 Wjsg kan worden aangemerkt, is niet onjuist of onbegrijpelijk. (2) Ook een verbintenis uit de wet kan kwalificeren als rechtsbetrekking in de zin van art. 843a lid 1 Rv. (3) Art. 843a lid 1 Rv vereist niet dat degene tegen wie de exhitibievordering is gericht, partij is bij de rechtsbetrekking in kwestie. (meer…)

HR 26 juni 2015, ECLI:NL:HR:2015:1751 (Eiser/Provincie Noord-Holland)

De rechtbank heeft het beginsel van hoor en wederhoor (art. 19 Rv) geschonden, door haar oordeel ten nadele van eiser te baseren op stellingen en producties waarover deze zich niet voldoende heeft kunnen uitlaten. Uit het achterwege laten van een verzoek tot het houden van een pleidooi in plaats van of na weigering van een akte houdende uitlating producties, kan niet worden afgeleid dat de betrokken partij afziet van haar recht zich uit te laten over de in het geding gebrachte producties. (meer…)

Cassatieblog.nl