Hoe lang duurt de vereffening van een failliete boedel?

Hoe lang duurt de vereffening van een failliete boedel?

HR 24 april 2020, ECLI:NL:HR:2020:801

Wat moet de curator doen indien, voordat alle vorderingen op derden zijn geïncasseerd, een boedeloverschot ontstaat? De Hoge Raad oordeelt dat de curator alle geverifieerde schuldeisers dient te betalen zodra blijkt dat er voldoende gelden aanwezig zijn en dat daarmee het faillissement en de taken van de curator eindigen.  Lees meer…

Werknemer mag re-integratieverplichtingen opschorten als werkgever het loon niet betaalt

Werknemer mag re-integratieverplichtingen opschorten als werkgever het loon niet betaalt

HR 17 april 2020, ECLI:NL:HR:2020:723

Een zieke werknemer mag zijn op art. 7:660a BW berustende re-integratieverplichtingen opschorten als de werkgever het gedurende de ziekte verschuldigde loon niet betaalt of heeft betaald. Deze verplichtingen staan tegenover elkaar in de zin van art. 6:262 lid 1 BW en tussen de loonvordering van de werknemer en zijn verbintenis tot nakoming van re-integratieverplichtingen bestaat voldoende samenhang om de opschorting te rechtvaardigen in de zin van art. 6:52 lid 1 BW.  Lees meer…

Afstemming kortgedinguitspraak op uitspraak bodemprocedure en de Ritzen/Hoekstra maatstaf

Afstemming kortgedinguitspraak op uitspraak bodemprocedure en de Ritzen/Hoekstra maatstaf

HR 24 april 2020, ECLI:NL:HR:2020:806

(i) de afstemmingsregel brengt mee dat de voorzieningenrechter zijn oordeel moet afstemmen op meest recente uitspraak in de bodemprocedure, ongeacht of die uitspraak in kracht van gewijsde is gegaan;
(ii) het oordeel dat een te executeren uitspraak berust op een klaarblijkelijke feitelijke of juridische misslag, brengt niet steeds mee dat de executant die deze uitspraak ten uitvoer legt, misbruik van bevoegdheid maakt. Lees meer…

Reikwijdte art. 7:259 BW bij geliberaliseerde woonruimte

Reikwijdte art. 7:259 BW bij geliberaliseerde woonruimte

HR 24 april 2020 ECLI:NL:HR:2020:808

 De huurder van geliberaliseerde woonruimte kan, ook ná het sluiten van de huurovereenkomst waarin overeenstemming is bereikt over servicekosten, de hoogte van die kosten ter toetsing voorleggen aan de rechter. De betalingsverplichting met betrekking tot servicekosten mag door de rechter worden bepaald op een bedrag dat in overeenstemming is met de voor de berekening daarvan geldende wettelijke voorschriften of met hetgeen als een redelijke vergoeding voor de geleverde zaken en diensten kan worden beschouwd (art. 7:259 lid 1 BW). Op de doorbelasting van oneigenlijke servicekosten is art. 7:264 BW van toepassing. Lees meer…

Hoge Raad zal prejudiciële vragen stellen over de positie van werknemers bij een door pre-pack voorbereide overgang van een onderneming

Hoge Raad zal prejudiciële vragen stellen over de positie van werknemers bij een door pre-pack voorbereide overgang van een onderneming

HR 17 april 2020, ECLI:NL:HR:2020:753

In dit tussenarrest formuleert de Hoge Raad prejudiciële vragen voor het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: HvJEU) over de positie van werknemers bij een door pre-pack voorbereide overgang van een onderneming. Volgens de Hoge Raad kan namelijk twijfel bestaan over de vraag of in het aan de orde zijnde geval de uitzondering voordoet van art. 7:666 aanhef en onder a, BW, uitgelegd in het licht van art. 5 lid 1 Richtlijn 2001/23/EG, mede gelet op een uitspraak van het HvJEU uit 2017 over een andere Nederlandse ‘pre-pack’ (het Smallsteps-arrest). Lees meer…

Van dwaling kan ook sprake zijn als onjuiste mededelingen niet de kern van de overeenkomst betreffen

Van dwaling kan ook sprake zijn als onjuiste mededelingen niet de kern van de overeenkomst betreffen

HR 17 april 2020 ECLI:NL:HR:2020:717

Voor een geslaagd beroep op bedrog of dwaling is niet beslissend of de onjuiste mededelingen dan wel verzwegen feiten de kern van de overeenkomst betreffen. Beslissend is of de onjuiste voorstelling van zaken waarvan bij bedrog en dwaling sprake is, ertoe heeft geleid dat de partij die zich op het wilsgebrek beroept, een overeenkomst is aangegaan die zij bij een juiste voorstelling van zaken niet, of niet op dezelfde voorwaarden zou zijn aangegaan. Lees meer…

Herplaatsing in lager betaalde functie: aanspraak op gedeeltelijke transitievergoeding?

Herplaatsing in lager betaalde functie: aanspraak op gedeeltelijke transitievergoeding?

HR 17 april 2020 ECLI:NL:HR:2020:749

De Hoge Raad schept in deze uitspraak duidelijkheid over de grenzen die worden gesteld aan de aanspraak van een werknemer op een gedeeltelijke transitievergoeding. De toekenning van een transitievergoeding is en blijft gekoppeld aan de (gedeeltelijke) beëindiging van de arbeidsovereenkomst en staat los van de hoogte van het salaris c.q. het functieniveau. Lees meer…

WSNP: premie aanvullende ziektekostenverzekering van rechtswege buiten de boedel (en proces(on)bevoegdheid onder beschermingsbewind gestelde)

WSNP: premie aanvullende ziektekostenverzekering van rechtswege buiten de boedel (en proces(on)bevoegdheid onder beschermingsbewind gestelde)

HR 17 april 2020 ECLI:NL:HR:2020:746 en ECLI:NL:HR:2020:751

Indien op een schuldenaar de schuldsaneringsregeling van toepassing is verklaard, valt van rechtswege buiten de boedel een bedrag gelijk aan de beslagvrije voet. De beslagvrije voet wordt verhoogd met de premie van een door de schuldenaar gesloten ziektekostenverzekering, dit is de daadwerkelijk door de schuldenaar te betalen premie voor de door hem gesloten zorgverzekering. Lees meer…

Verlies Nederlandse nationaliteit tien jaar na remigratie naar Suriname; na terugverwijzing: het Tjebbes-arrest

HR 3 april 2020 ECLI:NL:HR:2020:593

De tienjaarstermijn van art. 15 lid 1, aanhef en onder c, RWN is aangevangen op het tijdstip waarop verweerster in cassatie (i) in het bezit van zowel de Nederlandse als de Surinaamse nationaliteit, (ii) als meerderjarige (iii) haar hoofdverblijf in Suriname had. Lees meer…

Archief

Cassatieblog.nl