Selecteer een pagina

Alle berichten met de tag: openbare orde


HR 19 januari 2018 ECLI:NL:HR:2018:59

De erkenning van verzoeker door een Nederlandse gehuwde man heeft noch ten tijde van die erkenning, noch op enig tijdstip nadien tot gevolg gehad dat verzoeker ingevolge de Rijkswet op het Nederlanderschap (art. 4, oud en huidig) het Nederlanderschap heeft verkregen. (meer…)

HR 10 februari 2017, ECLI:NL:HR:2017:210 (X/Dexia)

Ook indien het hof van oordeel was dat in de stellingen van eiseres besloten lag dat de verbindend verklaarde WCAM-overeenkomst van toepassing is, mocht het de desbetreffende afwijzingsgrond, die niet van openbare orde is, niet ambtshalve bijbrengen. (meer…)

HR 26 februari 2016, ECLI:NL:HR:2016:340 (X / Stichting Trudo)

Nu eiser in hoger beroep een beroep deed op matiging van de contractuele boete en aldus is opgekomen tegen de toewijzing van de gevorderde boete, had het hof – ondanks het ontbreken van een grief tegen het ambtshalve oordeel van de kantonrechter dat het boetebeding niet oneerlijk was in de zin van de Richtlijn oneerlijke bedingen (Richtlijn 93/13/EEG) – ambtshalve het boetebeding (opnieuw) moeten toetsen aan de bepalingen van de Richtlijn. (meer…)

De lijst van lopende zaken vermeldt weer zes nieuwe zaken waarin prejudiciële vragen aan de Hoge Raad zijn gesteld. De vragen zien op (1) de geldigheid van een beding dat verhaal van een bestuursrechtelijke boete mogelijk maakt, (2) de aansprakelijkheid voor dieren jegens medebezitters, (3) de proceskostenveroordeling na intrekking van een kort geding in een IE-kwestie, (4) de exhibitieplicht in IE-zaken en (5) de forfaitaire verhuiskostenvergoeding bij renovatie van huurwoningen. Verder (6) komt er een sequeel op de prejudiciële procedure over het telefoonabonnement met “gratis” toestel (vgl. CB 2014-133). (meer…)

HR 17 april 2015, ECLI:NL:HR:2015:1077 (NRSL/Kompas)

(1) De Nederlandse rechter is steeds bevoegd om kennis te nemen van een verzoek om verlof tot tenuitvoerlegging in Nederland van een in het buitenland verkregen arbitraal vonnis. Dit oordeel behoeft (dus) geen motivering. (2) Verjaring of verval van de bevoegdheid tot tenuitvoerlegging van een arbitraal vonnis in het land waarin dat vonnis gewezen is, is geen grond voor weigering ex art. 1076 Rv en brengt niet mee dat erkenning of tenuitvoerlegging daarvan strijdig is met de openbare orde. (meer…)

Cassatieblog.nl