Dossier: Verbintenissenrecht


HR 13 juni 2025, ECLI:NL:HR:2025:901 

Op 25 mei 2015 was het tweede pinksterdag en dat is een algemeen erkende feestdag. De respijttermijn zou daarom bij betekening op 20 mei 2015 van het verstek- en het verzetvonnis zijn geëindigd op 26 mei 2015; vanaf 27 mei 2015 zou de voormalige vennoot, indien hij toen nog niet volledig zou hebben nagekomen, dwangsommen hebben verbeurd. Het hof had moeten onderzoeken of de voormalige vennoot, bij betekening op 20 mei 2015, binnen de bij de betekening te vermelden termijn van drie werkdagen (dus op uiterlijk 26 mei 2015) aan de hoofdveroordeling zou hebben voldaan. (meer…)

Hoge Raad 4 juli 2025, ECLI:NL:HR:2025:1082

Een inzittende van een auto waarmee een ongeval plaatsvindt, heeft ook recht op een uitkering door de WAM-verzekeraar als zij die verzekeraar eerder heeft misleid om de verzekering te krijgen. Die misleiding doet niet af aan het eigen recht op schadevergoeding van de benadeelde (art. 6 WAM). Jerre de Jong bespreekt de uitspraak in drie minuten.

 

HR 23 mei 2025, ECLI:NL:HR:2025:820

(i) Een proceskostenbeding in een huurovereenkomst, op grond waarvan de huurder die tekortschiet in de nakoming van de huurovereenkomst alle gerechtelijke kosten moet betalen die de verhuurder maakt, is oneerlijk in de zin van Richtlijn 93/13/EG (hierna: de Richtlijn oneerlijke bedingen). Een dergelijk beding is daarom vernietigbaar.
(ii) Uit de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJEU) is niet met zekerheid af te leiden of de rechter vervolgens nog een proceskostenveroordeling op de voet van art. 237 e.v. mag uitspreken ten laste van de huurder. De Hoge Raad stelt hierover een prejudiciële vraag aan het HvJEU. (meer…)

HR 14 maart 2025, ECLI:NL:HR:2025:389

Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba (hierna: hof) heeft een onbegrijpelijke uitleg gegeven aan diens tussenvonnis, omdat het hof in het eindvonnis aan algemene voorwaarden een wezenlijk andere betekenis toekent dan het hof in het tussenvonnis deed.

Daarnaast slagen verschillende andere motiveringsklachten tegen het tussen- en eindvonnis. (meer…)

Cassatieblog HR 14 februari 2025, ECLI:NL:HR:2025:258 (eiser/Gemeente Montfoort)

Bij het wijzen van zijn eindarrest was het hof in beginsel gebonden aan zijn in zijn tussenarrest uitdrukkelijk en zonder voorbehoud gegeven beslissing over de verschuldigdheid van buitengerechtelijke incassokosten. Wel stond het het hof vrij om – nadat partijen de gelegenheid hadden gekregen zich daarover uit te laten – deze bindende eindbeslissing te heroverwegen om te voorkomen dat het uitspraak zou doen op een feitelijk of juridisch onjuiste grondslag. (meer…)

Cassatieblog.nl