Bewijsaanbod en de specificatie-eis in het licht van verklaringen van andere getuigen

HR 9 oktober 2015, ECLI:NL:HR:2015:3009 

Indien bewijs wordt aangeboden door het horen van getuigen die nog niet eerder zijn gehoord, kan niet de eis worden gesteld dat de partij toelicht in welk opzicht de verklaringen van deze getuigen afbreuk zouden kunnen doen aan eerder afgelegde verklaringen van andere getuigen. Dat de getuigen niet rechtstreeks bij de onderhandelingen over de overeenkomst zijn betrokken, leidt niet zonder meer tot de conclusie dat het bewijsaanbod niet ter zake dienend is. Dat wordt niet anders indien niet wordt aangeboden een eerder gehoorde getuige, waarvan wordt gesteld dat deze leugenachtig heeft verklaard, opnieuw te doen horen. Lees meer…

Verkrijging medehuurderschap na beëindiging samenwoning

HR 14 augustus 2015, ECLI:NL:HR:2015:2193

Een redelijke toepassing van art. 7:267 BW brengt mee dat de rechter de bevoegdheid heeft om, in verband met de omstandigheden van het geval, een verzoek ter verkrijging van medehuurderschap  toe te wijzen ook na de beëindiging van de duurzame gemeenschappelijke huishouding, mits dat verzoek zo spoedig na die beëindiging is gedaan als in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs kan worden gevergd. Lees meer…

Gevolgen van vermenging voor pandrecht op oorspronkelijke zaak

aluminium2HR 14 augustus 2015, ECLI:NL:HR:2015:2192 (Glencore / Nationale Borg c.s.)

Wanneer door vermenging van een verpande zaak met een andere zaak een nieuwe zaak ontstaat, komt op grond van art. 5:15 jo. 5:14 lid 2 BW van rechtswege een nieuw pandrecht te rusten op een aandeel in de nieuwe zaak ten behoeve van degene die het pandrecht op de door vermenging tenietgegane zaak had gevestigd. Lees meer…

Deelname aan een criminele organisatie onvoldoende voor hoofdelijke aansprakelijkheid groepsleden

HR 2 oktober 2015, ECLI:NL:HR:2015:2914 (TVM c.s./Verweerders)

Uit een bewezen deelname aan een criminele organisatie als strafbaar gesteld in art. 140 Sr kan niet zonder meer worden geconcludeerd dat ieder lid van die organisatie aansprakelijk is op grond van art. 6:166 lid 1 BW voor schade ten gevolge van door die organisatie gepleegde misdrijven. Lees meer…

Archief

Cassatieblog.nl