Selecteer een pagina
Toewijsbaarheid schuldsaneringsregeling niet noodzakelijk voor toewijzing bevel tot instemming met schuldregeling

Toewijsbaarheid schuldsaneringsregeling niet noodzakelijk voor toewijzing bevel tot instemming met schuldregeling

HR 14 december 2012, LJN BY0966

De toewijsbaarheid van een (primair) verzoek op de voet van art. 287a lid 1 Fw om een bevel tot instemming met een schuldregeling (dwangakkoord), is niet afhankelijk van de toewijsbaarheid van een (subsidiair) verzoek op de voet van art. 284 lid 1 Fw tot toepassing van de schuldsaneringsregeling. Lees meer…

Procesmonopolie cassatieadvocaat niet strijdig met Europees mededingingsrecht

Procesmonopolie cassatieadvocaat niet strijdig met Europees mededingingsrecht

HR 14 december 2012, LJN BY2239

De eis van art. 426a lid 1 Rv, waarin is bepaald dat een verzoekschrift dat bij de Hoge Raad wordt ingediend ondertekend moet zijn door een advocaat bij de Hoge Raad, is niet in strijd met het Europees mededingingsrecht, nu richtlijn 98/5/EG de nationale wetgever de ruimte biedt om specifieke regels te stellen met betrekking tot de toegang tot de hogere rechtscolleges. Lees meer…

Proceskosten EEX-exequaturprocedure over vonnis in IE-zaak vallen onder art. 1019h Rv

Proceskosten EEX-exequaturprocedure over vonnis in IE-zaak vallen onder art. 1019h Rv

HR 14 december 2012, LJN BX7456 (Realchemie/Bayer)

De kosten verbonden aan een in een EU-lidstaat ingeleide exequaturprocedure waarin wordt verzocht om erkenning en tenuitvoerlegging van een beslissing die in een andere lidstaat is gegeven in het kader van een procedure tot handhaving van een intellectuele-eigendomsrecht, vallen onder art. 14 Handhavingsrichtlijn, en dus onder art. 1019h Rv. Lees meer…

Werkgever dient er onder omstandigheden op toe te zien dat veiligheidsmaatregelen door (ervaren) werknemers worden nageleefd

Werkgever dient er onder omstandigheden op toe te zien dat veiligheidsmaatregelen door (ervaren) werknemers worden nageleefd

HR 7 december 2012, LJN BX7590 (X/Daltra)

De in art. 7A:1614x BWA geregelde zorgplicht van de werkgever (vgl. art. 7:658 BW) houdt niet alleen in dat deze ervoor moet zorgen dat voldoende veiligheidsmateriaal op de werkplek beschikbaar is, maar ook dat hij erop toeziet dat zijn werknemers dat materiaal op de juiste wijze gebruiken als de omstandigheden waaronder moet worden gewerkt daarom vragen. Dat een werknemer ervaren is maakt dit niet anders. Een werkgever is ook verantwoordelijk voor de veiligheid van ervaren werknemers en dient steeds rekening te houden met het verschijnsel dat ook die werknemers wel eens nalaten de voorzichtigheid in acht te nemen die ter voorkoming van ongelukken geraden is. Lees meer…

Nederlandse rechter heeft rechtsmacht bij grensoverschrijdende inbreuk op Nederlands auteursrecht

Nederlandse rechter heeft rechtsmacht bij grensoverschrijdende inbreuk op Nederlands auteursrecht

HR 7 december 2012, LJN BX9018 (G-Star/H&M)

In een grensoverschrijdend geschil over schending van een Nederlands auteursrecht (door het aanbieden of verkopen van inbreukmakende zaken via internet in Nederland) waarop de EEX-Vo van toepassing is, heeft (ook) de Nederlandse rechter rechtsmacht. Lees meer…

Bestanddeelvorming bij tijdelijke hulpconstructies

Bestanddeelvorming bij tijdelijke hulpconstructies

HR 7 december 2012, LJN BX7474 (Prorail/Rijswijk Wonen)

De omstandigheid dat een zaak ten opzichte van een andere zaak een tijdelijke hulpfunctie vervult en bestemd is om daarna te worden verwijderd, levert in het algemeen een aanwijzing op dat die zaak naar verkeersopvatting niet als onderdeel van de andere zaak kan worden aangemerkt. Deze omstandigheid staat echter niet altijd in de weg aan het oordeel dat toch sprake is van een bestanddeel, nu dat immers mede afhangt van de overige omstandigheden van het geval. Lees meer…

Schadevergoeding en verknochtheid (art. 1:94 lid 3 BW): ook uitgekeerd smartengeld kan verknocht zijn

Schadevergoeding en verknochtheid (art. 1:94 lid 3 BW): ook uitgekeerd smartengeld kan verknocht zijn

HR 7 december 2012, LJN BY0957

Indien een der echtgenoten een vergoeding ontvangt van schade die deze echtgenoot heeft geleden als gevolg van een ongeval is niet reeds sprake van verknochtheid in de zin van art. 1:94 lid 3 BW, indien die vergoeding naar haar aard uitsluitend is afgestemd op de aan de persoon van die echtgenoot verbonden nadelige gevolgen van het ongeval. De echtgenoot die zich op art. 1:94 lid 3 BW beroept, zal ten minste (tevens) moeten stellen op welke schade(n) van de bij het ongeval betrokken echtgenoot de vergoeding betrekking heeft (HR 3 november 2006, LJN AX7805, NJ 2008/258). De opvatting dat alleen een aanspraak op smartengeld verknocht kan zijn en niet de in verband daarmee uitgekeerde gelden, is onjuist. Lees meer…

Aanbesteding overheidstelefonie: uitsluiting KPN wegens naderhand gebleken overtreding OPTA-regels rechtmatig?

Aanbesteding overheidstelefonie: uitsluiting KPN wegens naderhand gebleken overtreding OPTA-regels rechtmatig?

HR 7 december 2012, LJN BW9233 (Staat en Tele2/KPN)

Gelet op het belang van het transparantiebeginsel voor aanbestedingsprocedures moet worden aangenomen dat de op aanbestedende diensten rustende verplichting om de gunningscriteria in de aanbestedingsdocumenten te vermelden, ook geldt ten aanzien van de (facultatieve) uitsluitingsgronden die de aanbestedende dienst kan hanteren. Een latere aanvulling van de redenen van de gunningsbeslissing in de zin van art. 6 Wira is in beginsel niet mogelijk, behoudens in geval van door de aanbestedende dienst aannemelijk te maken bijzondere redenen of omstandigheden. Lees meer…

Bevestiging hoge motiveringseisen bij definitieve beëindiging alimentatie

Bevestiging hoge motiveringseisen bij definitieve beëindiging alimentatie

HR 7 december 2012, LJN BY5384

Waar het hof heeft geoordeeld dat beëindiging van de alimentatie per 1 mei 2009 zodanig ingrijpend van aard is dat deze niet van de vrouw kon worden gevergd, is volgens de Hoge Raad niet begrijpelijk hoe het hof tot het oordeel is gekomen dat beëindiging van de alimentatie per 1 mei 2010 niet zodanig ingrijpend meer is. Lees meer…

Aansprakelijkheid voor opstal: rechter mag zich beperken tot beoordeling tenzij-clausule

Aansprakelijkheid voor opstal: rechter mag zich beperken tot beoordeling tenzij-clausule

HR 30 november 2012, ECLI:NL:HR:2012:BX7487

Het staat de feitenrechter vrij in het kader van art. 6:174 BW uitsluitend te beoordelen of het beroep van de bezitter van de opstal op de tenzij-clausule in lid 1 van dit artikel slaagt en, indien dit het geval is, op die grond de vordering af te wijzen. Daarbij dient de rechter dan veronderstellenderwijs ervan uit te gaan dat aan de drie cumulatieve voorwaarden voor aansprakelijkheid ingevolge deze bepaling is voldaan, en bovendien dat de bezitter van de opstal het in het artikel bedoelde gevaar kende op het tijdstip van het ontstaan ervan. Lees meer…

Archief

Cassatieblog.nl