Selecteer een pagina

Dossier: Arbeidsrecht


HR 6 juni 2014, ECLI:NL:HR:2014:1341 (Eiser/CSU Personeel B.V.)

Prejudiciële vraag over de uitleg van art. 7:629 lid 3 onder c BW. Onder “de tijd, gedurende welke” een arbeidsongeschikte werknemer passende arbeid niet heeft verricht moet worden verstaan: de gehele periode waarin de werknemer weigert passende arbeid te verrichten. Indien de werknemer ten onrechte weigert passende arbeid te verrichten komt derhalve zijn loonaanspraak geheel te vervallen, ook over het deel van de werktijd waarvoor de werknemer arbeidsongeschikt is. (meer…)

HR 2 mei 2014, ECLI:NL:HR:2014:1056 (ABN AMRO/Verweerder)

Bij de beantwoording van de vraag of ABN AMRO afgifte van een integriteitsverklaring mocht weigeren, diende het hof de relevante gedragingen van verweerder niet alleen op zichzelf, maar mede in onderlinge samenhang te beoordelen. Daarom is het oordeel dat die gedragingen niet in strijd zijn met de Integriteitscode van de Nederlandse Vereniging van Banken onvoldoende gemotiveerd. (meer…)

HR 4 april 2014, ECLI:NL:HR:2014:830

Uit rechtspraak van het HvJEU volgt dat voor het antwoord op de vraag of sprake is van overgang van de onderneming, beslissend is of de identiteit van de onderneming of een onderdeel daarvan behouden is gebleven. Volgens diezelfde rechtspraak blijkt het behoud van identiteit met name uit het daadwerkelijk voortzetten of hervatten van dezelfde of soortgelijke activiteiten door de nieuwe ondernemer.  (meer…)

Vordering tot cassatie in het belang der wet, 14 februari 2014 (ECLI:NL:PRH:2014:71)

A-G Hammerstein heeft via een vordering tot cassatie in het belang der wet de Hoge Raad de vraag voorgelegd of vakantiegeld valt onder het maandelijkse loonbeslag voor zover het maandinkomen vanwege het vakantiegeld de beslagvrije voet te boven gaat, ongeacht of het in eerdere maanden ontvangen inkomen per maand minder bedroeg dan de beslagvrije ruimte. (meer…)

HR 31 januari 2014, ECLI:NL:HR:2014:218

Wanneer een werknemer op grond van een hernieuwde toekenning in de zin van artikel 43a lid 1 WAO (opnieuw) een WAO-uitkering ontvangt, brengt dat niet automatisch mee dat hij tevens opnieuw aanspraak kan maken op de aanvullende uitkering waar hij volgens de toepasselijke CAO recht op had bij de eerste vaststelling van arbeidsongeschiktheid door het UWV. Wanneer het reglement bij de CAO voor de hoedanigheid van uitkeringsgerechtigde als eis stelt dat de werknemer, op het moment dat hij de WAO-uitkering toegekend krijgt, verzekerd is via een werkgever in de metaal of techniek, dan geldt dat ook wanneer het gaat om een hernieuwde toekenning. Is de werknemer op dat moment niet meer bij een dergelijke werkgever werkzaam, dan kan hij geen aanspraak maken op de aanvullende uitkering. (meer…)

HR 31 januari 2014, ECLI:NL:HR:2014:215 (ROM en PME/Adimec)

Indien het be- en/of verwerken van metalen slechts een ondergeschikt onderdeel van de bedrijfsactiviteit van een onderneming vormt, is voor toerekening van de (overige) gewerkte arbeidsuren op de voet van het Vector-arrest geen plaats en valt die onderneming dus niet onder de werkingssfeer van de CAO voor de Metalelektro. (meer…)

Cassatieblog.nl