Dossier: Verbintenissenrecht


Hoge Raad 7 juli 2023,  ECLI:NL:HR:2023:1059

In dit vlog bespreekt Ruben de Graaff een arrest van de Hoge Raad over het bewijsvermoeden van art. 7:218 lid 2 BW. Aanleiding is de beschadiging van een Lamborghini die was gehuurd voor een bruiloft.

Cassatievlog #064 is ook als podcast beschikbaar.

HR 2 juni 2023, ECLI:NL:HR:2023:822

Bij de uitleg van een vaststellingsovereenkomst moet de rechter acht slaan op alle relevante omstandigheden het geval, inclusief omstandigheden rondom een andere, maar aanverwante overeenkomst. Een partij kan de bindende kracht van een bindend advies aantasten als gebondenheid hieraan in verband met inhoud of wijze van totstandkoming daarvan in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn. Dat kan bijvoorbeeld bij een schending van hoor en wederhoor het geval zijn. (meer…)

HR 2 juni 2023, ECLI:NL:HR:2023:835

(i) Groothandel is een dienst in de zin van de Dienstenrichtlijn. De toepasselijkheid van de Dienstenrichtlijn is daarbij niet afhankelijk van de in het specifieke geval verrichte activiteiten.
(ii) Of informatie gemakkelijk elektronisch toegankelijk is als bedoeld in art. 6:230c, aanhef en onder 3, BW, hangt af van de omstandigheden van het concrete geval. Als de informatie zonder noemenswaardige inspanning gevonden kan worden gevonden op of via de website waarnaar is verwezen, moet worden aangenomen dat de informatie gemakkelijk elektronisch toegankelijk is.  (meer…)

HR 21 april 2023, ECLI:NL:HR:2023:653

De rechter hoeft in het kader van een beroep op verjaring niet steeds na te gaan of de benadeelde beschikt over de kennis of het inzicht om te beoordelen of de geleverde prestatie deugdelijk is. De rechter is slechts tot een dergelijke beoordeling gehouden, wanneer de omstandigheden van het geval en hetgeen partijen op dit punt hebben aangevoerd daartoe aanleiding geven. (meer…)

HR 17 maart 2023, ECLI:NL:HR:2023:422 en HR 24 maart 2023, ECLI:NL:HR:2023:438

Een arbitraal vonnis kan onder meer worden vernietigd als het scheidsgerecht zich niet aan zijn opdracht heeft gehouden. De vernietigingsrechter diende in de voorliggende zaak te onderzoeken of het scheidsgerecht bij zijn beslissing over het beroep op art. 1059 Rv (gezag van gewijsde) de correcte maatstaf heeft aangelegd, maar niet op welke wijze en met welk resultaat het dat heeft gedaan. Gedeeltelijke vernietiging is alleen mogelijk als de arbitrale uitspraak verschillende beslissingen bevat die niet onverbrekelijk samenhangen en zich daarom lenen voor afzonderlijke vernietiging, terwijl de rest van de uitspraak een samenhangend geheel blijft. (meer…)

HR 24 maart 2023, ECLI:NL:HR:2023:437

Bij (gestelde) verschillen tussen de wettelijke klachtplicht en een contractuele meldingsplicht, moet door de rechter kenbaar worden beslist op zowel het beroep op de wettelijke klachtplicht als het beroep op de contractuele mededelingsplicht.  (meer…)

Cassatieblog.nl